Het Europees Hof in Straatsburg velde vorige week in de bijna elf jaar oude rechtszaak omtrent de Antwerpse ?notaris X? een merkwaardig arrest.

Voor alle duidelijkheid : het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moest vorige week maandag niet uitmaken wie uiteindelijk de waarheid sprak de zogenaamde ?notaris X?, die tijdens zijn echtscheidingsprocedure door zijn vrouw en haar omgeving publiek gebrandmerkt werd als een fascistoïde sadist die hun twee zoontjes op gruwelijke wijze verkrachtte ; ofwel het weekblad Humo en zijn toenmalige medewerkers Leo De Haes en Hugo Gijsels, die in 1986 (in koor met Paul Goossens en Yves Desmet van De Morgen) in deze gerechtszaak manifest het kamp van de vrouw kozen. Die kinderen zijn intussen negentien en zeventien jaar, maar bleven tot vandaag bij hun vader. Die is intussen hertrouwd en heeft er al enkele kinderen bij.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moest wél uitmaken of de Brusselse rechters en raadsheren, die de civielrechterlijke klacht wegens laster en eerroof van vier Antwerpse magistraten tegen De Haes en Gijsels (hun collega’s van De Morgen trokken niet naar Straatsburg) destijds behandelden, het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) al dan niet met de voeten traden. Artikel 10 garandeert niet alleen de vrije meningsuiting maar ook de vrijheid om inlichtingen te verstrekken, mits onder andere de bescherming van de goede naam en het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht. Artikel 6 garandeert een ieder een eerlijk proces door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht : een rechtbank dus die ook instaat voor de gelijkheid van wapens.

Op 29 november 1995 adviseerde de Commissie voor de Rechten van de Mens om de Belgische justitie in deze zaak te veroordelen : zowel wegens schending van artikel 10 als wegens miskenning van artikel 6. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dat op maandag 24 februari 1997 gedaan.

DE PERS MAG PROVOCEREN

De toenmalige voorzitter van het Hof van Beroep in Antwerpen Alice De Man, advocaat-generaal bij dat hof, Edward Rigaux, en de raadsheren Alex Van Coppenolle en de erfgenamen van zijn intussen overleden collega Joseph Van Nuffel zijn er dus aan voor de moeite. Met hun klacht dachten zij het journaille eens de les te spellen. Dat dachten ook de Brusselse rechters Van der Eecken, Moons en Vlogaert in eerste aanleg en de raadsheren Verdoodt, Bellemans en Maréchal in beroep en ook voorzitter Caenepeel van de 1ste kamer van het Hof van Cassatie. In hun vonnis van 29 september 1988, hun arrest van 5 februari 1990 en dat van 13 september 1991 traden zij de klacht van hun Antwerpse collega’s bij.

Humo’s advocaten, de Leuvense professor en CVP-Senator Hugo Vandenberghe en Eric Van der Mussele wierpen evenwel op dat een gerechtelijke beslissing (in casu de toekenning van het hoederecht over beide kinderen aan notaris X) niet impliceert dat andere meningen daarom fout zijn.

De commissie trad deze stelling bij. Het hof in Straatsburg oordeelt nu zelfs dat de Humo-journalisten geen beroepsfouten kunnen verweten worden. Temeer omdat de vier Antwerpse magistraten noch in hun klacht noch in hun besluiten de gepubliceerde informatie over het lot van notaris X’ kinderen in twijfel trokken. De vier waren vooral bekommerd om hun eigen faam en duldden niet dat Humo hen beschuldigde van partijdigheid ten voordele van de notaris. Het Europees hof meent wel dat de verwijzingen naar het oorlogsverleden van vader Van Coppenolle op zich wel een sanctie konden rechtvaardigen, maar niet in het algehele context van deze affaire. Het hof herinnert er verder aan dat persvrijheid ook veronderstelt dat informaties of ideeën de staat of een deel van de bevolking mogen ergeren, choqueren of verontrusten. Het arrest van 24 februari heeft zelf oog voor de manier waarop de vrijheid van meningsuiting wordt aangewend : eventueel gebeurt dat ?met overdrijving, laat staan provocatie.?

Professor Dirk Voorhoof, die media- en auteursrecht doceert aan de Universiteit Gent en van meetaf aan deze ruime interpretatie van artikel 10 voorspelde, merkt nu wel op dat ?het de eerste keer is dat het hof toestaat dat de pers haar kritiek op de werking van het gerecht individualiseert en dus welbepaalde magistraten op de korrel neemt.? Hij wijst er verder op dat het hof na zijn stilaan bekende Goodwin-arrest van 27 maart 1996 ?andermaal de bronnenbescherming van de journalist erkent als wezenlijk onderdeel van de vrije nieuwsgaring, terwijl in België op dat vlak nog altijd geen wetgevend initiatief werd genomen. Integendeel. Het gerecht deed sindsdien verschillende huiszoekingen, die telkens een schending van het bronnengeheim tot gevolg hadden.?

Precies omdat de Humo-journalisten ten overstaan van de magistraten hun bronnen wilden beschermen, vroegen zij de bevoegde rechters en raadsheren om zelf uit het gerechtsdossier de documenten op te diepen, waarnaar Humo ter ondersteuning van zijn verhalen expliciet verwees. Door deze demarche te weigeren, boden de Brusselse rechters en raadsheren de journalisten niet dezelfde kansen ?l’égalité des armes? als de vier Antwerpse magistraten. Daarom is de Belgische justitie verplicht om De Haes en Gijsels binnen de drie maanden 113.101 frank te betalen ter vergoeding van de publicatie, op 10 mei 1990, in Humo van het arrest van het Hof van Beroep ; en 851.697 frank om de kosten van de rechtsgang te vergoeden. Morele schadevergoeding krijgen de journalisten niet. Straatsburg is immers van oordeel dat dit arrest de betrokken journalisten afdoende voldoening geeft. Niet alleen hen, overigens.

Frank De Moor

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg geeft een almaar ruimere interpretatie aan het begrip persvrijheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content