Theatersubsidies worden niet alleen op basis van artistieke beoordeling toegekend.

‘Je vraagt je af waarom er nog beoordelingscommissies zijn’, zuchtte Patrick Allegaert vorige week. De voorzitter van de theatercommissie moest toezien hoe Bert Anciaux (Spirit) weinig heel liet van het advies van zijn commissie voor 2006-2009. De minister van Cultuur schrapte een reeks initiatieven die rond één persoon draaien (Arne Sierens) en viste gebuisde gezelschappen zoals Het Raamtheater weer op. ‘Daarbij spelen nog weinig artistieke motieven, wel politieke’, sneerde Allegaert.

Het kunstendecreet heeft de macht van de commissies fors ingeperkt ten voordele van de politiek. De minister mag aanvullende criteria opleggen – wat Anciaux in januari ook deed: nationaal belang, geografische spreiding, maatschappelijk belang, voorrang aan samenwerkingsverbanden, en aandacht voor diversiteit.

De theatercommissie had er geen oren naar. Ze gaf positieve adviezen aan ‘solo-initiatieven’ en was streng voor gezelschappen die zich richten op de mainstream.

Dat er ook iets schort aan de manier waarop de commissie gezelschappen beoordeelde, blijkt uit een brief van Walter Tillemans. De oprichter van het Raamtheater wijst erop dat de experts van de commissie-Allegaert zijn theater maar niks vinden, terwijl eminente kenners als Hugo Claus, Tom Lanoye, Tom Naegels, Dora Van Der Groen en Jan Fabre in een petitie het negatieve advies aanvochten. ‘Allegaert heeft bovendien geen enkele van onze voorstellingen bezocht’, schrijft Tillemans. ‘Hij gaat voort op de rapportage van Frank Peeters die dit wel regelmatig doet.’ Frank Peeters leidt het Antwerpse Hoger Instituut voor Tolken en Vertalers dat in hetzelfde complex huist als het Raamtheater. Al jaren wil die instelling het gezelschap daar weg om zelf haar bibliotheek in het gebouw onder te brengen. Rechter en partij.

Wanneer je commissies laat oordelen over de kwaliteit van theater, is de kans op deontologische uitschuivers erg groot. Maar er is meer. ‘Adviescommissies vullen het kwaliteitsbegrip vaak eenzijdig in in termen van alleenlijk originaliteit en vernieuwing. Dit ‘neoacademisme’ van avant-gardistische snit doet afbreuk aan de pluriformiteitsnotie, een van de basislegitimaties van het Vlaams cultuurbeleid’, schreef Rudi Laermans in 2002 in Het Vlaams Cultureel Regiem, een studie in opdracht van Anciaux. Precies daarom wilde Anciaux voort- aan aanvullende criteria opleggen. Die zijn, via het parlement, democratisch sanctioneerbaar.

In De Standaard mopperde Laermans dat Anciaux zichzelf een blanco cheque had gegeven. Volgens de eminente KUL-socioloog moet de macht van de minister en van de commissies gecounterd worden door ‘ cultural brokers’(culturele makelaars). Die moeten ‘het land beploegen en voren trekken’.

Misschien kan de minister van Landbouw voortaan bepalen of het Raamtheater subsidie verdient.

K.v.d.B.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content