Naast een citaat van Hergé zelf zeggen kennissen en kenners wat hen is bijgebleven, van de albums, de samenwerking en de mens Hergé.

Cosey: ‘Kuifje was voor de eerste van de klas’

‘Als jonge lezer koos ik voor het weekblad Robbedoes. Kuifje was niets voor mij. Dat was een blad voor de eerste van de klas, met dossiers en met een nogal schools imago. Paternalistisch, didactisch… De mensen van Robbedoes, dat waren in de jaren zestig de mensen die het leven begrepen hadden. Kuifje bleef je er altijd van verdenken dat het een blad was dat samenspande met je leraars. Toen ik er later zelf werkte, had ik niet het gevoel tot een groep te behoren, tot een ‘Kuifjefamilie’. Ik maakte deel uit van een vriendengroep met andere Kuifjetekenaars, maar dat waren toch vooral individuele vriendschappen.’

Cosey is een stripauteur van onder andere Jonathan, Op zoek naar Peter Pan en De reis naar Italië.

Hergé: ‘Een onschuldig tijdverdrijf’

‘De tijd is voorbij – ik geloof het, ik hoop het – dat je je bijna moest excuseren als je het had over het stripverhaal en zijn auteurs. Wat betekende het niet zo lang geleden voor ‘serieuze’ mensen? Een onschuldig tijdverdrijf voor kleine jongens. Wat produceerden zijn auteurs, volgens de minder welwillenden? Een soort onder-literatuur voor primitieven, als het al geen mentaal gehandicapten waren. Die tijd van minachting lijkt afgelopen. Vandaag herkennen de serieuze mensen zichzelf in het stripverhaal, een nieuwe taal, een autonoom uitdrukkingsmiddel dat zeker schatplichtig is aan cinema, zonder cinema te zijn; dat ook schatplichtig is aan literatuur, zonder literatuur te zijn.’

Fanny Vlamynck: ‘Kuifje in Tibet is kunst’

‘Toen ik in de prenten van Kuifje in Tibet het verdriet van de Yeti zag, zei ik: ‘Arme Yeti.’ ‘Jij bent de enige die ‘Arme Yeti’ zegt’, zei mijn man. Niet voor niets is Kuifje in Tibet zijn meest dramatische album. Het is, samen met De Blauwe Lotus mijn favoriete album. Elk prentje is een kunstwerk op zich, en het verhaal zit vol spanning, avontuur, humor.’

Fanny VlamYnck is de tweede vrouw van Hergé.

Tibet: ‘Hier ga je nooit succes mee hebben’

‘Op verzoek van Raymond Leblanc, uitgever van het weekblad Kuifje, maakte ik het eerste verhaal van Chick Bill. Leblanc wilde ermee doorgaan.Voor de goede orde moest ik mijn werk nog wel aan Hergé laten zien. ‘Formidabel!’, zei Hergé. ‘Schitterend werk. Zoiets zou ik op jouw leeftijd nooit klaargespeeld hebben. Maar we gaan dat niet in Kuifje zetten.’ Boem! De hemel viel op mijn hoofd. Hergé ging verder: ‘Hier ga je nooit succes mee hebben. Dergelijke verhalen met dieren, dat werkt niet.’ Hij gaf me vaderlijke raadgevingen. ‘Maak verhalen die geloofwaardig zijn, waarin de lezer kan geloven’, was zijn laatste advies. Het was een afgrijselijke ontnuchtering. Toen ik de personages in de volgende verhalen een menselijk gelaat gaf, kon Chick Bill uiteindelijk toch in Kuifje verschijnen. Hergé was streng, en ik geloof dat ik in zijn plaats precies hetzelfde zou hebben gedaan.’

Tibet is tekenaar van Rik Ringers en Chick Bill.

Raymond Leblanc: ‘Hergé zag Vandersteen niet zitten’

‘Toen ik Willy Vandersteen ontmoette, stelde ik hem voor om in ons blad te publiceren. ‘Maar’, zei ik hem meteen, ‘ik verwacht problemen met Hergé. De stijl waarin u Lambik en de anderen tekent, is niet elegant genoeg en oogt vrij populair.’ En inderdaad. Hergé zag dat niet zitten. Vandersteen wilde zó graag in Kuifje staan dat hij voorstelde een heel andere tekenstijl, een heel andere grafiek, aan te nemen. Denk het u eens in! Vandersteen heeft Suske en Wiske voor Kuifje een veel klassieker gelaat gegeven. Hij liet zelfs een van de hoofdpersonages, Tante Sidonia, vallen. Zij komt niet voor in de verhalen die hij voor Kuifje maakte. Hergé heeft geen onvertogen woord meer over Vandersteen gezegd, integendeel zelfs.’

Leblanc is stichter en uitgever van het weekblad Kuifje.

Ever Meulen: ‘Hij vreesde zijn imperium te verliezen’

‘Op de keper beschouwd zaten we tegenover een oude, rechtse bourgeois. Ons respect was groot, maar tegelijkertijd een beetje passé. Ik herinner mij dat het eclatante succes van de Asterixstrips hem verontrustte en verbaasde. Hij vreesde voor de toekomst van zijn imperium. Mocht hij nog leven, dan zou ik hem zeggen dat Kuifje veel beter was dan die dappere Galliër.’

Ever Meulen is illustrator.

Opgetekend door Toon Horsten

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content