Een activist met visie: portret van Jean Monnet.

Omdat de Europese integratie in de beginfase een mannenzaak was, kent Europa alleen vaders. De meest gerespecteerde is ongetwijfeld Jean Monnet, die tussen 1945 en 1955 een zeldzaam belangrijke rol speelde in het eenwordingsproces. Meer dan tien jaar lang was hij de centrale figuur van een internationaal netwerk, waar zowat alle Europese initiatieven en projecten werden bedacht en gestimuleerd. Monnet vormde een inlichtingendienst op zijn eentje; meestal was hij vlugger en beter geïnformeerd dan tal van regeringsleiders. Hoewel hij nooit minister werd, gingen voor hem alle deuren open. Monnet gold als iemand “hors catégorie”.

Niets wees er nochtans op dat Monnet, die in 1888 werd geboren, ooit in het zenuwcentrum van de internationale politiek zou belanden. Hij begon zijn professionele carrière op zijn zeventiende, zonder diploma, als commis voyageur. Hij handelde in de cognac van het ouderlijk huis, en met een valies vol sterke drank belandde hij eerst in Brussel, vervolgens in Londen, de Verenigde Staten en Canada.

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, keerde hij halsoverkop naar Frankrijk terug en werd er ingeschakeld bij de ravitailleringsdienst van het leger. Daar raakte hij overtuigd van het penser interallié en vlug kreeg hij belangrijke opdrachten in de Allied Executive Councils.

Op voorstel van de Britten werd hij aangesteld tot adjunct-secretaris-generaal van de Volkenbond. Omdat het slabakkende familiebedrijf in slechte papieren zat, stapte hij na twee jaar op. Althans dat was de officiële reden, want toen al had Monnet veel bedenkingen bij de Volkenbond. De machteloosheid, een direct gevolg van de unanimiteitsregel, stoorde hem mateloos. In zijn “Mémoires” formuleert hij het als volgt: “Het veto is tegelijkertijd de fundamentele oorzaak en het symbool van de onmacht om het nationale egoïsme te overstijgen.”

DE MAN DIE DE OORLOG INKORTTE

In geen tijd was het familiebedrijf terug op het goede spoor en kon Monnet weer op avontuur trekken. Hij werkte voor diverse Amerikaanse banken, onder meer Blair and Co. en Morgan. In 1933 toefde hij in China, waar hij aan de uitbouw van het spoorwegnet werkte en vervolgens met de hulp van Lazard Frères Amerikaans kapitaal aanzoog. Een jaar later trouwde de Franse bankier uit China in het communistische Moskou met een gescheiden Italiaanse schilderes. Tijdens de oorlog verbleef hij slechts heel even in Londen aan de zijde van generaal Charles de Gaulle. Op vraag van de Britten verhuisde hij naar de VS, waar hij zich ontpopte tot een van de bezielers van het Victory Program. “Dank zij hem”, verklaarde George Marshall, de bedenker van het gelijknamige plan, “hebben we de oorlog één jaar kunnen inkorten.”

In 1943 vroeg de Amerikaanse president Franklin Roosevelt om te bemiddelen tussen generaal Henri Giraud en De Gaulle. Monnet reisde af naar Algiers en slaagde erin, mede dank zij de financiële steun van de Amerikanen, om een pacificatie tussen de twee eigengereide ego’s te bewerkstelligen. In Algiers raamde hij plannen voor de Franse heropbouw na de bevrijding. Voortdurend hamerde hij op de noodzaak om de economie te moderniseren en de eminente rol die de overheid daarin moest spelen. Mede op zijn voorstel werd het commissariaat-generaal voor het plan opgericht. Monnet kreeg er de leiding van. Vijf jaar later vertrok hij er om de EGKS – nog een idee van hem – op te starten. In 1955 nam hij er ontslag, zodat hij de handen vrij had voor zijn “Actiecomité voor de Verenigde Staten van Europa” dat hij tot 1975 – hij was dan 87 jaar – bleef leiden.

Monnet was een activist met veel ideeën, visie en een zeldzame overtuigingskracht. Het allerbeste wat de politiek te bieden heeft.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content