Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Men kan veel kritiek geven op mensen uit de politiek, de sport, de cultuur, het bedrijfsleven, kortom uit allerlei maatschappelijke domeinen, maar het aantal stoethaspels dat in de pers rondloopt, overtreft al de anderen samen. Uw dienaar niet uitgezonderd, dat zeggen we er meteen bij. Wat wij al allemaal hebben geschreven dat van geen kanten klopte of totaal naast de kwestie was, dat doen ons weinigen na. Wij hadden al lang schoffel en spa ter hand genomen, ware het niet dat het spreekwoord wel vrij precies beschrijft wat er gebeurt met wie een kuil graaft voor een ander, maar in alle talen zwijgt over wat gebeurt met wie dat doet voor zichzelf.

Neem nu Paul Goossens. Van mei ’68, De Morgen, de Christen-Democratische Omroep, Toscane en zo veel meer. Zelfs Knack. Wij kunnen het niet laten terug te komen op de cynische aanhef van zijn column de dato 7 april in De Standaard: ‘Dankzij het zelfverklaarde militaire genie dat naar de naam Donald Rumsfeld luistert, zal de oorlog in Irak nog maanden aanmodderen. Zoveel is zeker: tot 18 mei wordt Irak het dominante thema in de media.’

Eerlijk zeggen: wie van u zou nog durven buiten komen als hij zo een dwaasheid op papier heeft gezet? In een kwaliteitskrant nota bene. Niemand toch? Paul wel. Beschuldigt gewoon de volgende van onkunde en gebrek aan verstand. Luister goed: er zal pas weer hoop zijn voor de pers de dag dat journalisten een fikse boete moeten betalen voor elke stommiteit die ze hebben verkondigd. Pas dan zal dat rapaille een beetje opletten en zullen de overlijdensberichten niet langer de enige betrouwbare rubriek in de krant zijn, zoals Mark Eyskens graag opmerkt.

Paul Goossens is op De Standaard niet de enige die betreurt dat het in Irak zo snel is afgelopen. Voor Mia Doornaert is het verloop van de gevechten, zo men al van gevechten kan spreken, een van de grootste teleurstellingen uit haar leven. Erger dan de tactiek van Paris Saint-Germain onder Luis Fernandez, toen Mia correspondente was in Parijs en de licht ontvlambare trainer haar gedacht eens ging zeggen over de finale tegen Rapid Wenen. Hoeveel doden zijn er in Irak gevallen? Vijfduizend? Tienduizend? We zullen het nooit zeker weten, maar meer dan dertigduizend zullen er niet geweest zijn. Is dat een oorlog?

Er zijn geen echte mannen meer, dat was de conclusie van Mia die met weemoed verwees naar De Bello Gallico. Wie kan het niet uit het blote hoofd afdreunen? ‘Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur. Horum omnium fortissimi sunt Belgae.’

Horum omnium fortissimi sunt Belgae… Mia schreef het met sarcasme neer in een van bloed en lijkengeur doortrokken schampschrift, toen bleek dat de tweede Golfoorlog al voorbij was nog voor hij was begonnen, en dat het Belgisch leger de hele tijd bibberend achter de kast was blijven zitten. ‘Mocht Julius Caesar nu in onze contreien rondwaren, hij zou zijn ogen niet geloven’, sneerde Mia. ‘De dappersten zijn wij Belgen al lang niet meer. Ons leger ligt aan het infuus. Pleiten voor een Europese defensie en tegelijk een minister van Landsverdediging hebben die het al goed vindt als zijn militairen zandzakjes leggen en voor de rest rustig bijklussen, het werkt hallucinerend.’

Al even hallucinerend was de ochtend waarop Mia de redactie van De Standaard liet aantreden voor een fysieke schouwing. Dit met het oog op het vormen van een eigen Oostfrontersbrigade. Daar stonden op een rijtje, in hun onderbroek en met ontbloot bovenlijf: Boudewijn Vanpeteghem, Bart Sturtewagen, Peter Vandermeersch, Guy Tegenbos, Anja Otte, Marc Eeckhaut, Gilbert Roox(!)… Mia sloeg in afschuw de handen voor het gelaat: ‘Maar bezie dat nu toch. Stekkebenen en poitrines creuses, ga daarmee naar de oorlog. Ik zal het wel alleen doen. Ingerukt allemaal.’

Hoe ze Bagdad veroverde, hebben wij al beschreven. Mia is een eenmansleger, gedreven door een onwrikbaar geloof in de Atlantische suprematie, en door de soms wat bizarre afwijkingen die eigen zijn aan militairen. Zo schreef ze onlangs in haar rubriek ‘Doorgeprikt staat netjes’: ‘Frankrijk heeft in de persoon van zijn beeldschone minister van Buitenlandse Zaken Dominique de Villepin het voortouw genomen van het anti-Amerikaanse…’

En tatati en tatata, de rest kunt u raden: een colonne tanks en een fors uit de kluiten gewassen bommentapijt, daarmee moet wie niet horen wil maar voelen. Van die stelling kijkt niemand op. Maar het is dat epitheton ‘beeldschoon’, dat in bovenstaande passage de aandacht trekt. Dat Mia haar oordeel laat beïnvloeden door haar hormonenspiegel juichen wij toe. Te vaak schrijven mannelijke redacteurs over, wij zeggen maar wat, de adembenemende Condoleezza Rice (onze chef-Wetstraat), de mysterieuze Véronique Ancia (onze chef-Wetstraat), of de betoverende Joëlle Milquet (andermaal onze chef-Wetstraat). Dat vrouwelijke redacteurs hetzelfde denigrerende taalgebruik hanteren, is uitstekend, al is het in wezen even erg.

Maar die de Villepin zeg. Een nicht van de nuffigste soort. Draagt thuis satijnen muiltjes en nipt aan sherry. Typische etter uit de Ecole Nationale de l’Administration. Een Parijse aansteller van ereklasseniveau. ‘Een major league asshole’, zou de meer rudimentair geschoolde George W. Bush zeggen, desnoods hardop voor een gehoor van vierduizend Parijzenaars. Als de Villepin aan sport doet, kan het hooguit callanetics zijn. Stop hem vooral geen AK-47 in zijn handen, of hij schiet een gat door zijn eigen zijden sokken. En aan dat mietje wil Mia zich te buiten gaan? Dat kan alleen ironisch bedoeld zijn.

Waar Mia echt van droomt, zijn de ruige desperado’s van het Vreemdelingenlegioen. Kerels zonder geweten en met spieren als staalkabeltrossen. In haar ogen was de laatste Fransman van enig niveau Karel Martel (689-741). Vooral de manier waarop hij Plectrudis, de vrouw van Pepijn van Herstal, te pakken nam, windt Mia nu nog op.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content