Met De Wolkammerij heeft Antwerpen sinds kort een sociaal startcentrum. Een duur woord voor een organisatie die zwakkere werkzoekenden aan een baan moet helpen.

De wetgeving dateert niet van gisteren. De Vlaamse overheid koestert al een tijd invoegbedrijven en invoegafdelingen in bedrijven. Nieuwe ondernemingen of nieuwe afdelingen in bedrijven die kansengroepen – een moderne naam voor de risicogroepen op de arbeidsmarkt – inzetten, krijgen gedurende drie, vier jaar een belangrijke loonsubsidie. Bij de start zelfs 80 procent

Niettemin blijft zo’n initiatief risicovol. Idealistische invoegondernemers lopen mekaar niet voor de voeten. En als het niet vanzelf gaat, is enige hulp vandoen. Vlaams minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt (SP) vond daartoe inspiratie bij de vertrouwde bedrijvencentra. Sociale incubatiecentra – intussen ook al moderner ‘sociale startcentra’ genoemd – moeten ervoor zorgen dat invoegbedrijven en -afdelingen worden opgericht en begeleid. Meteen krijgt de lokale samenleving een werkgelegenheidsverantwoordelijkheid opgelegd voor moeilijk in te schakelen werkzoekenden.

Steven De Schepper loopt trots door De Wolkammerij op het immense bedrijventerrein van de Union Minière in Hoboken. De voormalige kantoordirecteur van KBC Bank is nu zaakvoerder van het sociaal bedrijvencentrum De Wolkammerij. Twee jaar voorbereiding kostte de oprichting, nu wordt het serieus. Hij en zijn ontwikkelaars, Tim Ielegems en Anne Op ’t Roodt, dweilen Antwerpen af op zoek naar ondernemers en bedrijven die zich in de invoegsector willen riskeren.

In september gaat het eerste product van het incubatiecentrum van start, de Car Cleaning Service, een mobiele autowasserij. Enkele werknemers trekken met een volledig ingerichte bestelwagen naar ondernemingen om er ter plaatse auto’s te poetsen. Transportbedrijven, verkopers van tweedehandswagens, ondernemingen met een groot wagenpark… De markt moet groot zijn. Het bestaande Car Beauty Center in Wilrijk gelooft erin en neemt, na een investering, de mobiele autowasserij onder zijn vleugels.

Zo raken enkele kansarmen op de arbeidsmarkt. Steven De Schepper: ‘Het is de bedoeling mensen die zwak staan op de arbeidsmarkt aan een baan te helpen en zo in het arbeidsleven te integreren. Werkzoekenden boven de employability-lijn gaan zelf solliciteren of vinden via de VDAB en interimsector een baan. Onderaan zitten de mensen die echte subsidiëring nodig hebben, in kringloopcentra, sociale werkplaatsen en beschutte werkplaatsen. Wij werken met de groep daartussen. Het gaat om mensen die dankzij een loonsubsidie en met aangepaste begeleiding op een termijn van vier jaar normaal renderen. Onze doelgroep bevat twintigduizend mensen. De Wolkammerij ligt middenin een probleemgebied, Hoboken-Kiel, met veel migranten en laaggeschoolden en met een hoge werkloosheidsgraad.’

DE PRIVÉ OVER DE BRUG

Ruim twee jaar geleden beslisten Moria, een succesvol invoegbedrijf, en Vitamine W, het populaire werkgelegenheidsbedrijf, samen een bedrijvencentrum op te bouwen. Daar is wat geld voor nodig: een kapitaal van 45 miljoen frank (1,12 miljoen euro) voor een gebouw, organiserende mankracht, logistiek. De samenleving neemt haar verantwoordelijkheid op. Ondernemingen als Etap, Vanhout, Groep van Breda, Union Minière, Janssen Pharmaceutica, LCB, SD Worx en KBC komen over de brug. Ook de regering, Antwerpen, de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij, de provincie, Hefboom en de Koning Boudewijn Stichting springen bij. En de sociale partners doen mee.

De Wolkammerij ligt er nog wat verlept bij. Union Minière gebruikt de gebouwen al een tijd niet meer en geeft ze nu in erfpacht aan het sociaal bedrijvencentrum als een inbreng in natura in het kapitaal. Dat hebben de broers Christian en Thomas Leysen onder elkaar bedisseld nadat een eerste poging tot huisvesting bij de Katoennatie van Fernand Hutse mislukte, wegens de hoge huur. Zaakvoerder De Schepper droomt al van het eindresultaat, want de architect is klaar met de plannen en de opfrissingswerken gaan van start.

Het ruime gebouw biedt toekomstige invoegbedrijfjes huisvesting. Het invoegbedrijf Moria vindt er straks (deels) zijn stek. Moria heeft twee activiteiten in de sociale economie. Het eerste gaat om het opkalefateren van industriële gasflessen, in onderaanneming voor een chemiebedrijf. De tweede activiteit is Eco PC, waarbij ze oude computers opkopen, opfrissen en verkopen aan scholen en non-profitverenigingen – 140 miljoen frank (3,47 miljoen euro) omzet, 14.000 computers verkocht, twintig vaste werknemers uit de doelgroep en een dozijn interimarissen in piekperiodes.

‘Invoegactiviteit is duidelijk een economische activiteit’, aldus De Schepper. ‘Het moet om rendabele bedrijven gaan, die op de gewone markt werken, in duurzame economie: sociaal, ethisch en ecologisch verantwoord, met mensen die hun plaats op de arbeidsmarkt opnemen. Zij krijgen het normale loon uitbetaald. Een aantal mensen stroomt door. Zij die blijven, stellen geen probleem, want ze werken na enkele jaren subsidieloos. Daarom juist is de combinatie met de privé-sector zo belangrijk voor een sociaal bedrijvencentrum.’

‘Incubatiecentrum’ mag wel lelijk klinken, het zegt duidelijk waarover het gaat. De Schepper en de zijnen doen puur ontwikkelings- en opstartwerk en managementbegeleiding. De Wolkammerij investeert niet in nieuwe bedrijfjes. Het centrum fungeert als handelsvertegenwoordiger van een idee. Ielegems en Op ’t Roodt pogen bijvoorbeeld industriëlen warm te maken voor jobontdubbeling. Invoegwerknemers kunnen gespecialiseerde arbeiders bijstaan in de minder ingewikkelde deeltaken van hun werk, afvalsortering bijvoorbeeld, of herverpakking van grote verpakkingen of onderhoud van de stellingen van geschoolde stellingbouwers. Het helpt de spanning rond knelpuntberoepen te verzachten.

Tegen het eind van het jaar kan De Wolkammerij nog niet van activiteit gonzen. Maar de zaakvoerder maakt zich sterk op termijn een dertigtal bedrijven met gemiddeld tien werknemers in De Wolkammerij te vestigen. Driehonderd arbeidsplaatsen voor zwakkeren op de arbeidsmarkt. Een frustrerend bescheiden aantal? ‘Niet frustrerend, als je vergelijkt met wat je bereikt als je niets doet.’

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content