Als de gekkekoeienziekte ook bij schapen voorkomt, is de ramp niet te overzien.

Emmanuel Vanopdenbosch van het CODA is voorzitter van een Europese werkgroep die het risico onderzoekt dat schapen de gekkekoeienziekte (BSE) kunnen krijgen. Schapen hebben een eigen sponsziekte, scrapie, maar die is niet besmettelijk voor de mens. Probleem is dat scrapie de aanwezigheid van BSE zou kunnen maskeren, zodat het risico moeilijk in te schatten is. Experts gaan ervan uit dat maximaal 1 tot 3 procent van de sponsziekten bij schapen BSE zou kunnen zijn.

Vanopdenbosch werd voorzitter, omdat hij in 1998 als eerste wees op de mogelijkheid dat BSE ook bij schapen en andere kleine herkauwers voorkomt. ‘We weten dat 10 tot 15 procent van het besmette dierenmeel dat tot BSE bij koeien heeft geleid, aan kleine herkauwers is gevoederd’, legt hij uit. ‘We weten ondertussen uit experimenten dat schapen met BSE besmet kunnen worden. We denken nu dat BSE zich bij schapen kan gedragen als scrapie.’

Dat zou verregaande gevolgen hebben. Want scrapie bij schapen is veel besmettelijker dan BSE bij koeien. Scrapie wordt overgedragen via bijvoorbeeld de nageboorte, die andere schapen opeten, of via hooimijten in de grond. ‘Als BSE zich bij schapen gedraagt als scrapie, zou de besmetting als het ware vereeuwigd worden’, stelt Vanopdenbosch onomwonden.

Daarenboven kan BSE in schapen het hele lichaam infecteren, met uitzondering van de wol en de hoeven. Ook eten van gewoon vlees, en niet alleen van hersen- en zenuwweefsel zoals in het geval van koeien, zou een risico inhouden. Het is zelfs niet zeker dat de melk gevrijwaard blijft (bij koeien komt de ziekte nooit in de melk terecht). In Frankrijk bevat 65 procent van de kazen melk van schapen of geiten.

Verontrustend is ook dat de nieuwe variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJZ) zich bij de mens gedraagt als BSE bij schapen, en niet als BSE bij runderen. Want zij tast niet alleen hersenen en ruggenmerg, maar ook andere weefsels aan. De klassieke vorm van CJZ komt alleen in het zenuwstelsel voor, net als BSE bij runderen. De prionen die sponsziekten veroorzaken, maken het graag moeilijk.

Er wordt koortsachtig gezocht naar een snelle test om de aanwezigheid van BSE in het bloed van schapen (en mensen) op te sporen. Nu duurt het twee tot vier jaar om in muizentests het onderscheid te maken tussen BSE en scrapie bij schapen. Daarom worden sinds begin dit jaar op verzoek van de Europese Commissie in alle lidstaten routinetests naar sponsziekten bij kleine herkauwers uitgevoerd.

In België zijn in dat kader tot dusver vijf besmettingen opgespoord: sinds 1992 zijn op negentien bedrijven in totaal 41 schapen met een sponsziekte gevonden. De 360 tot dusver in Europa onderzochte sponsziekten bij schapen betroffen allemaal scrapie, maar het aantal is te klein om te kunnen uitsluiten dat BSE in natuurlijke omstandigheden bij schapen of geiten voorkomt.

Als dat het geval zou zijn, is de ramp niet te overzien. ‘In het slechtste geval, als we besmetting van een aantal bedrijven niet kunnen uitsluiten, zouden we niet anders kunnen dan de hele schapenstapel vernietigen’, meent Vanopdenbosch. ‘In oktober 2001 stonden we op het punt om dat in Groot-Brittannië te doen, omdat wetenschappers ervan overtuigd waren dat ze BSE in schapenhersenen hadden ontdekt. Gelukkig merkten ze in extremis dat ze verkeerdelijk koeienhersenen hadden onderzocht. Er lag al een plan klaar om veertig miljoen schapen te vernietigen.’

De Britten exporteerden nogal wat schapen en dierenmeel naar islamlanden. Men kan zich voorstellen hoe die, in de naweeën van 11 september, op zo’n dramatisch bericht gereageerd zouden hebben. Ook de eerste gekke koe die in België ontdekt werd, raakte vermalen in dierenmeel dat onder meer naar Egypte is uitgevoerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content