Over Gerard Reve heeft ook op de redactie van Knack een felle discussie gewoed, zij het dat ze tamelijk snel werd beslecht. …

De initiële vraag was wat ons standpunt moest zijn over het niet uitreiken door koning Albert van de Prijs der Nederlandse Letteren, en of wij in onze kolommen de gekwetste auteur een hart onder de riem moesten steken. Wie ideeën in die richting zou hebben gehad, kon ze meteen weer opbergen, want onze chef-Wetstraat vervolgde: ‘En als ik zeg: die viespeuk, dan bedoel ik Reve zelf. Over Matroos Vosch wensch ik niet eens te spreken. Ik vraag me af waar Marc Verwilghen nu blijft met zijn positief injunctierecht. Een eerzaam man als Michel Nihoul met Kerstmis in de bak steken kan hij. Maar deze pervert, die van de progressieve pers open en bloot over zijn wandaden mag opsnijden, laat hij ongemoeid. Maar nog verwerpelijker dan de Matroos, is wie zich met hem bezondigt aan tegennatuurlijke gedragingen. Wij hebben in het Pajottenland ooit een kerel gehad die het deed met zijn geit, maar die werd niet onderscheiden door de koning. En op de jaarmarkt van Lombeek werd zijn geit discreet afgevoerd. Tot slot wil ik onderstrepen dat indien Reve keurig getrouwd zou zijn en vader van twee kinderen, zoals ik, hij nóg niet in mijn blad kwam. Totaal overroepen auteur. Kan geen plot bedenken, schrijft kromme zinnen met armtierig woordgebruik en een ondermaatse spelling, en het eerste interessante personage dat via zijn pen tot leven komt, moet nog geboren worden. Zijn broer, Karel Van het Reve, had meer potentie. Zij het dat het er ook bij hem niet is uitgekomen. Niemand kan mij verdenken van sympathie voor Bert Anciaux, maar in deze heeft hij mijn steun.’

Hierna ging onze chef-Wetstraat zitten, schonk zich een dubbele whisky in, en schakelde naadloos over naar de orde van de dag: de recentste ontwikkelingen in de Volksunie. De discussie op Knack was daarmee wel gesloten, maar niet iedereen was ervan overtuigd dat onze hoofdredacteur het weer eens bij het rechte eind had. Tot ’s avonds, het was natuurlijk onvermijdelijk, ook Kristien Hemmerechts zich weer met de zaak bemoeide en ons laatste voorbehoud wegviel.

Op de nationale omroep evenwel hebben ze minder last van goede manieren. Daar kreeg Bert Anciaux voor het eerst, en uitgerekend nu het niet hoefde, de wind van voren. Het was in TerZake en Bert probeerde Phara mild te stemmen door haar tussen neus en lippen met de voornaam aan te spreken. Dat suggereert een familiariteit die de meeste omroepjournalisten doet glimmen van trots, maar Phara niet. ‘Drie vragen voor u’, gunde ze Anciaux geen glimlach. ‘Eén: hebt gij vóór uw beslissing contact opgenomen met het Hof en zo nee, waarom liegt ge erover? Twee: waarom hebt gij al niet drie dagen geleden ontslag genomen toen Paul Koeck het vroeg? Drie: wat voor een preuts bekrompen manneke zijt gij, of hebt ge weer gehandeld op bevel van uw Damienne, of hoe heet dat spook?’

Filet américain, dat bleef over van Anciaux. Het gedrag van Reve en zijn Matroos is misschien schokkend voor Bert en u en ons, maar niet voor Phara. Die begin deze maand TerZake als volgt afkondigde: ‘Dit was TerZake, tot befs.’

Dat zei ze, echt. Tot befs! Opgezocht in van Dale en daar zaken gevonden waarvan wij dachten dat ze enkel bij Brusselmans voorkwamen. Of in de Vlaamse toptien. Wij herinneren ons een voetbalwedstrijd op Sint-Truiden, waar vóór aanvang een zang- en danstrio het veld rondwalste met, als wij ons niet vergissen, een Vlaamse versie van In the Navy van de Village People. Dat werd, voor een enthousiast meezingend stadion: ‘Effe beffen.’ En daarbij maakten de danseressen bewegingen die voor de meest extreme interpretaties vatbaar waren. Even later deden de verdedigers van Sint-Truiden overigens hetzelfde en werd het 1-4.

Wij zaten die match, en vooral het voorafgaandelijke spektakel, te bekijken naast onze RTBf-collega die wenste te weten wat er gezongen werd. ‘Waarde vriend,’ hebben wij geantwoord op een plechtige toon die in gelijkaardige omstandigheden ook Mark Eyskens zou aanslaan, ‘cher ami, des choses pareilles ne se traduisent pas en français. Je vais te l’expliquer en latin.’

De schaars geklede juffrouwen die tegenwoordig op Sint-Truiden de aftrap geven… daar staat je hart bij stil. Terwijl zowat alle andere organen in overdrive gaan. Het mag niemand verbazen dat de eerste officieel getrouwde pastoor in dit land uit Sint-Truiden komt. Niemand daar die zich eraan stoort. Wij hebben het genoegen geregeld voetbalwedstrijden op Staaien te mogen bijwonen, en wij hebben niet de indruk dat wie een Truienaar nodig heeft, eerst in de kerk zal gaan zoeken. De burgemeester gaat er persoonlijk een Guide Michelin van bordelen aanleggen. Liet zich door De Morgen fotograferen in een vitrine langs de Luikersteenweg! En had binnen de vijf minuten twee opgewonden klanten aan zijn broek: Reve en Matroos Vosch.

Tot befs dus, dat zei Phara. Toen wij haar op deze bladzijde ooit een hete schoorsteenpijp hebben genoemd, dachten velen dat het om te lachen was. Inmiddels weet men beter. Niet voor niets heeft Renaat Landuyt, ook een heet standje, in Humo toegegeven dat indien hem de kans zou worden geboden met de vrouw van zijn keuze in de koffer te duiken, het met la Aguirre zou zijn. Gelukkig wordt die kans hem niet geboden. Andere kansen trouwens ook niet. Wij mogen er niet aan denken dat Renaat, onder een ongetwijfeld dominante Phara liggend, het rapport van de commissie-Dutroux zou beginnen voor te lezen. Veel tot befs zou er niet meer bij zijn.

Gelukkig zijn er nog decente mensen. In De Morgen omschreef Walter Pauli Matroos Vosch als een abjecte psychopaat. En u weet wie de houdster van Walters pen is. Opgelet voor de spatie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content