Te veel Hollywoodvoer is schadelijk voor uw gezondheid, zegt Lodge Kerrigan, regisseur van “Claire Dolan”.

Zijn bespottelijk goedkoop debuut “Clean, Shaven”, het onrustbarend portret van een schizofreen, was geen pretje om in ondergedompeld te worden, maar kondigde toch een belangrijke nieuwe filmmaker aan. Verwachtingen die de New Yorkse cineast Lodge Kerrigan (35) ten volle inlost met zijn tweede film.

Onder de staalharde oppervlakte is “Claire Dolan” (vanaf deze week in debioscoop) een gevoelige studie van het leven van een jonge Ierse callgirl ( Katrin Cartlidge) in New York. Alhoewel de elegante Claire het oudste beroep ter wereld lijkt uit te oefenen omdat ze een schuld moet aflossen en de ziekenhuiskosten van haar oude moeder moet betalen, is regisseur Lodge Kerrigan niet echt geïnteresseerd in haar beweegredenen. Wel toont hij hoe ze zich langzamerhand loswringt uit de greep van haar pooier ( Colm Meaney). “Claire Dolan” is het portret van een vrouw die haar leven probeert te veranderen. Geen enkele man kan haar daarbij helpen, ook niet de taxichauffeur ( Vincent D’Onofrio) die haar minnaar wordt en de vader van haar kind. Uiteindelijk zal ze het zelf moeten rooien en brengt het moederschap de verlossing waarnaar ze hunkert. (Kerrigan kreeg het idee voor deze film toen hij vanuit zijn kantoor aan Times Square zwangere prostituees zag en dit een schokkend contrast vond.)

Kerrigan toont de dagelijkse routine van zijn heldin in koele afstandelijke tableaus waarin de onpersoonlijke bedrijfsarchitectuur als gegoten past bij de afstandelijkheid waarmee de vrouw afspraken maakt en in anonieme hotelkamers haar klanten bevredigt. Het gevoel van vervreemding dat Kerrigan met zijn beelden en met de geluidsband oproept, gaat perfect samen met de emotieloze en mechanische manier waarop de vrouw haar job uitvoert. Deze ogenschijnlijk roerloze film is als een uitgepuurd geometrisch object dat er bedrieglijk helder uitziet maar dat zijn raadselachtigheid niet prijsgeeft. In een zeer subtiele vertolking hengelt de Engelse actrice Katrin Cartlidge (bekend uit twee films van Mike Leigh, “Naked” en “Career Girls”) nooit naar onze sympathie; haar intense identificatie met de rol geeft aan de hele film een dromerige kwaliteit.

Sommigen verwijten uw film een grote vaagheid, u legt niet veel uit.

Lodge Kerrigan: Er is die neiging in films om menselijke motivaties tot een of ander simpel voorval te reduceren, wat heel banaal en dom is. Ik heb er geen ander woord voor. In het echte leven gaat het er iets ingewikkelder toe. Wat we zijn, wat we doen, waar we staan, is het resultaat van de ervaringen van een heel leven. Zo weiger ik pertinent om te verklaren waarom Claire een prostituee werd. Het feit dat ze schulden moet afbetalen is op zichzelf geen verklaring voor haar beroepskeuze. Een andere vrouw had misschien zelfmoord gepleegd, of had een bank beroofd, of was weggelopen en had haar zieke moeder laten stikken. Ik wil het niet herleiden tot één voorval, dat zou ook getuigen van weinig respect voor het publiek. Om helemaal eerlijk te zijn: ik denk niet aan een publiek als ik een film maak.

Voor mij is “Claire Dolan” het verhaal van een vrouw die in een bepaalde situatie gevangenzit. Ze is financieel afhankelijk, door de samenleving gemarginaliseerd, maar ze vecht tegen die situatie en verandert uiteindelijk ingrijpend haar leven zonder de hulp van een andere man of vrouw, maar gewoon door haar eigen wilskracht en doorzettingsvermogen. Wat zeer bewonderenswaardig is. Het kwam nooit bij me op om te verklaren waarom ze een prostituee werd, waarom Cain haar pooier is. Het is veel interessanter de relatie te tonen tussen die twee, hoe mensen elkaar manipuleren.

De heimelijkste manier om iemand in je macht te hebben, is emotionele chantage. Cain betaalt de ziekenhuisrekeningen van Claires moeder en heeft haar op die manier in zijn macht. Hij doet alsof hij echt om haar geeft, maar dat is allemaal façade. Toch gelooft Claire in zijn oprechtheid.

Veel critici zijn al te betuttelend voor het publiek, geloven dat je alles met handen en voeten moet uitleggen. Een film kan helder zijn zonder daarom alles te verklaren. De toeschouwer moet gewoon goed uit zijn ogen kijken. Zelf heb ik een hekel aan films waarin alles me met de paplepel wordt ingegoten. Ik vind dat een cynische houding. Er zijn zoveel zaken die geen uitleg behoeven. Natuurlijk wil Claire uit dit leven stappen, dat zie je toch zo. Cain wil dat ze blijft, omdat ze zijn broodwinning is, wat moet je nog meer weten?

Veel filmmakers doen alles om zo’n groot mogelijk publiek te bereiken met als resultaat dat ze alleen maar appelleren aan de laagste gemene deler. Op die manier krijg je geen echte emoties op het doek, maar een formule, een karikatuur.

Ik was geschokt toen ik recensies las waarin me verweten werd dat de film gevoelloos is. Voor mij is “Claire Dolan” erg emotioneel, alleen ligt het er niet vingerdik op. Neem nu die scène waarin Claire, vlak nadat haar moeder gestorven is, in een bar een klant oppikt. Naderhand haat ze zichzelf en wil ze niets meer met die vent te maken hebben. Je merkt toch aan de vertolking van Katrin Cartlidge hoe aangedaan ze is, je hebt toch geen tekeningetje nodig. Soms heb ik toch de indruk dat sommigen naar een andere film hebben gekeken, of te veel domme Hollywoodfilms hebben gezien. Te veel Hollywoodvoer is schadelijk voor uw gezondheid.

Wat telt in een film is niet alleen wat er gebeurt, maar ook de subtext, daar moet je je tijd voor nemen, daar moet je als toeschouwer zelf aan werken.

In Katrin Cartlidge hebt u een geweldige actrice gevonden om dat allemaal te suggereren.

Kerrigan: Katrin heeft ook de kameleon-achtige kwaliteit die voor deze rol was vereist. Als ze Lucy is, projecteert ze een imago, als Claire is ze zichzelf. Ik maak films die drijven op de vertolkingen en ben daarmee tevreden. Een film als “Claire Dolan” staat of valt met Katrin Cartlidge. Ik ga heel voorzichtig te werk bij het casten en heb Katrin niet aangenomen omdat ze al zoiets had gespeeld – dat is achteruitkijken – wel omdat deze rol afwijkt van alles wat ze eerder heeft gemaakt. In het filmwereldje is er vaak te weinig vertrouwen in het bereik van acteurs. Ze worden steevast in een vakje gestopt: om de risico’s te beperken, moeten ze altijd maar hetzelfde herhalen. Je ziet dan geen personage meer maar een vertolking, je zit naar een beroemde ster te gapen.

Ik had het geluk om met acteurs te kunnen werken die veel meer ervaring hadden dan ik, van wie ik veel heb geleerd.

Kan u iets vertellen over de stijl van uw film, de wat afstandelijke, abstraherende kijk op New York? U toont geen enkel clichébeeld, het is meer een mentaal landschap.

Kerrigan: Ik woon in New York, heb de stad al op alle mogelijke manieren gefotografeerd gezien. Met mijn cameraman Teodoro Maniaci zocht ik naar een manier om de stad op een andere manier te tonen. Goeie fotografie is niet hetzelfde als mooie plaatjes schieten, maar een nieuw licht laten schijnen op wat ons oervertrouwd lijkt. De stijl van de fotografie moet natuurlijk ook de inhoud weerspiegelen. Waar ik woon in Manhattan is alles dermate volgebouwd dat als je uit het raam kijkt, je binnenkijkt in vijftien andere appartementen. Je zit met je neus op de buren, daardoor verlies je een stuk van je privacy. Architectuur oefent een grote invloed uit op hoe we ons voelen. Aangezien Claire zich gevangen voelt in de situatie waarin ze verkeert, roep ik via de architectuur ook een gevoel van claustrofobie op. Ook maak ik veelvuldig gebruik van weerkaatsingen: we leven nu eenmaal in een samenleving die mensen uitsluitend op hun uiterlijk beoordeelt, totaal imago-gedreven is, geobsedeerd door het beeld. Zoveel mensen puren hun zelfvertrouwen en identiteit uit hoe ze zich voordoen voor de buitenwereld en niet uit wie ze werkelijk zijn. Bij commerciële seks is er ook geen echte interactie tussen twee mensen, en zeker geen emotionele band. Er is alleen het contact tussen de klant en het beeld dat hij van de prostituee wil hebben, wat zeker niet door de werkelijkheid mag worden verstoord. Betaalde seks is daarom heel narcistisch, veredelde masturbatie bijna.

Soms dacht ik bij het zien van “Claire Dolan” aan de Godard van “Une femme mariée” (1964), een vroeg voorbeeld van een film die prostitutie in puur economische termen zag, in plaats van als melodrama of zedenles. Seks als koopwaar.

Kerrigan: Ik ben een groot bewonderaar van Godard, maar denk meer beïnvloed te zijn door Bresson. Misschien ben ik zelf niet de aangewezen persoon om die invloeden op te sporen. Ik probeer in ieder geval zoveel mogelijk invloeden in mij op te nemen. Maar tijdens het maken van de film vermijd ik directe invloeden, zo niet wordt het gauw derivatief.

Ik zie meer Antonioni dan Bresson, vooral in de beeldkaders, het niveau van abstrahering, het zoeken naar patronen, textuur, motieven. Het gebruik van ruimte op een abstracte manier.

Kerrigan: Ik voel me erg geflatteerd: Antonioni is een meester in zijn controle over het beeld. Ik denk niet dat ik zelfs maar aan zijn hielen kom.

Er zijn veel regisseurs die ik bewonder en van wie ik iets leer. Zelfs als ik helemaal niet van een film hou, probeer ik er nog iets uit te leren.

Geluid is heel belangrijk in uw films. U gebruikt het geluid om spanning en malaise te creëren. In uw eerste film was dit trouwens vrij angstaanjagend.

Kerrigan: In “Clean, Shaven” gebruikte ik het geluid om het publiek in dezelfde positie te dwingen als de protagonist, een schizofreen. De kijker deelt de enorme spanning in zijn bestaan. Bij een schizofreen is er een tegenspraak tussen de objectieve realiteit en zijn subjectieve interpretatie ervan. Ik probeerde dit vooral weer te geven met geluiden, omdat auditieve hallucinatie een van de eerste symptomen van schizofrenie is. In “Claire Dolan” is het allemaal minder extreem. Veel filmmakers geven absolute prioriteit aan het beeld, maar voor mij is het geluid evenwaardig aan het beeld. Voor mij kan geluid even dramatisch gebruikt worden. Via de geluidsband probeer je ook een environment te scheppen dat het personage verduidelijkt.

U draaide uw eerste film voor een schijntje. Had u er met meer middelen een andere film kunnen van maken?

Kerrigan: Ik zou mijn eerste film geen low budget noemen maar no-budget: 60.000 dollar, gedraaid in 16 mm, later opgeblazen naar 35. Ik heb er drie jaar over gedaan om de film te voltooien: de opnamen sleepten twee jaar aan, en nog eens een jaar om hem gemonteerd te krijgen omdat we slechts mondjesmaat over wat geld beschikten. Een geweldige ervaring die ik voor niets had willen missen. Mocht ik nu over hetzelfde onderwerp een film maken, dan zou die er natuurlijk helemaal anders uitzien, maar dat heeft minder te maken met budgettaire beperkingen dan met het feit dat elke film overeenstemt met je gemoedstoestand van het moment.

Voorts vind ik ook dat filmmakers verantwoordelijkheid moeten afleggen: cinema is nu eenmaal een business. Elke film moet winstgevend zijn. De onderwerpkeuze bepaalt het budget. Daarom mag je voor een radicale film als “Clean, Shaven” geen groot budget eisen. Die film was zo goedkoop dat hij uiteindelijk toch zijn geld heeft opgebracht.

Niet alleen zijn de hoofdrolspelers van “Claire Dolan” afkomstig uit Europa, de film werd ook met Frans geld gemaakt. De Franse producer Marin Karmitz gaat ook uw volgende film produceren. Vindt u geen geld in Amerika?

Kerrigan: Ik heb met het script van “Claire Dolan” geen Amerikaanse productiekantoren afgedweild. Ik ontmoette Marin Karmitz dankzij Jacques Audiard, een Franse regisseur met wie ik in een workshop zat. Onze samenwerking verliep prima. Veel discussies, maar altijd over de film, nooit over marketing, bezoekersaantallen, de verkoop van de soundtrack. Alles wat niets te maken had met de film zelf, kwam niet in aanmerking. Want als je daar allemaal aan toegeeft, eindig je met een film die niet werkt als film, maar eventueel succesrijk is om allerlei bijkomstige redenen. Ik was zo tevreden over onze samenwerking dat ik ook voor mijn volgend project bij Karmitz ging aankloppen.

De wereld wordt almaar commerciëler. Probeer je iets te maken dat tegen de conventies indruist, dan wordt dit meteen als negatief ervaren. De meeste mensen willen altijd maar hetzelfde in een iets andere verpakking. Dat interesseert me niet.

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content