Het project van An Schoonjans.

In de jury: een kopstuk uit elke partij. Jean-Luc Dehaene, Louis Tobback, Marc Verwilghen, Bert Anciaux, Mieke Vogels… Het te keuren materiaal: zo’n duizend verkiezingsaffiches van graffiti of ontworpen op de computer of gewoon met een creatieve pen getekend. Duizend, maar het mogen er ook meer zijn, want de zestienjarige studente An Schoonjans uit Wichelen stelt haar wedstrijd open voor alle jongeren tussen veertien en achttien jaar. De politici zijn nog niet aangesproken, maar dromen is toegestaan.

Het jongerenparlement van verzekeraar P&V en de Koning Boudewijnstichting bedacht het project Graffiti van Politici met 250.000 frank. Sindsdien verdiept An Schoonjans zich in de kostenberekening van folders en affiches, kwestie van straks ook reclame te kunnen maken voor haar initiatief. “Als mijn berekeningen kloppen, heb ik geld genoeg om alle duizend scholen en vierhonderd jeugdhuizen in het land folders te bezorgen.”

De graffiti houdt Schoonjans minder bezig dan de politici. “Ik ben redelijk rood, maar een lidkaart van jong-SP hoef ik niet, omdat de partij de laatste tijd niet zo positief in het nieuws komt. Ik ben ook een beetje groen. Als we nog een tijdje op aarde willen blijven wonen, moeten we dringend meer zorg dragen voor het milieu. Ook werkgelegenheid en het migratiebeleid vind ik belangrijk. Nog een thema: de uitgaansmogelijkheden voor jongeren: in de krant stonden berichten over mogelijk strengere fuifwetten, die het uitgaansleven van de jongeren serieus zouden beperken.”

Een politica in wording? Schoonjans heeft een abonnement op De Morgen, volgt het tv-journaal, neemt al eens een politieke folder in handen en wil volgend jaar Pol en Soc studeren aan de universiteit. Maar wat ze vooral wil, is leeftijdsgenoten sensibiliseren. Want: “Als ik om me heen kijk, zie ik weinig jongeren die interesse betonen in het politieke gebeuren. Iets meer betrokkenheid zou ervoor zorgen dat mensen bijvoorbeeld weten waar het Vlaams Blok voor staat. Nu stemmen velen voor het Blok zonder te weten waar ze mee bezig zijn. Op school is politiek ook geen gespreksonderwerp. Onze lerares geschiedenis heeft het er wel eens over, maar daar blijft het bij. Op school strekt het engagement van de leerlingen niet verder dan een actie voor Amnesty International, waar ik mee de leiding over heb. Maandelijks zijn er gemiddeld zo’n zestig leerlingen die zich voor de actie melden. De school telt 1500 leerlingen. Ik denk niet dat je dan kunt spreken van een groot succes.”

De vooroordelen over de politieke desinteresse van jongeren blijken dus te kloppen. “Ik vrees het wel, ja. Politieke uitsluiting komt vaak overeen met zelfuitsluiting. Ze bestaan wel, de geëngageerde jongeren, alleen: ik kom ze niet tegen. Nochtans: het parlement bepaalt de wetten, bepaalt met andere woorden hoe we leven. Wie tot dat besef komt, kan toch moeilijk onbewogen blijven. Het valt te hopen dat jongeren bijdraaien vanaf hun achttiende, wanneer ze moeten stemmen. Gebeurt dat niet, dan zitten we met een probleem. Ik vind: een voorwaarde voor een democratie is dat iedereen beseft voor wie of wat hij/zij stemt.”

Een oproep aan de jongeren, maar ook een aan de beleidsmakers. “Je moet al gestudeerd hebben om te snappen waar de politici het over hebben. Ik weet niet of dat de bedoeling kan zijn.”

Met haar wedstrijd hoopt ze een begin van betrokkenheid teweeg te brengen. En anders zijn er nog altijd de leuke prijzen die de jongeren aan het tekenen moeten krijgen. Een stereoketen, een computer, een PlayStation… Het verlanglijstje is uitgebreid. “Hoe meer sponsors ik vind, hoe meer reclame ik kan maken, hoe meer jongeren ik kan bereiken.” Dus ook een oproep aan de sponsors.

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content