‘Politici hoeven zich geen zorgen meer te maken: iedereen vindt abortus een recht’

© Illustratie ZAZA

Voor de meerderheid van de Belgen mag abortus uit de strafwet, blijkt uit een peiling van vrijzinnige organisaties. Gynaecologe Anne Verougstraete, een van de pioniers onder de Belgische abortusartsen, is opgetogen. ‘En nu moeten we eindelijk uitzoeken: wie kiest voor abortus, en waarom?’

In de Belgische strafwet geldt abortus nog altijd als ‘een wanbedrijf tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid’. Maar sinds de wet van 1990 is het onder bepaalde voorwaarden legaal. Voorvechters willen dat abortus helemáál uit de strafrechtelijke hoek wordt gehaald en als een gewone medische handeling wordt gezien. Om hun strijd kracht bij te zetten, peilden de Vlaamse en Franstalige vrijzinnige organisaties deMens.nu en Centre d’Action Laïque in samenwerking met de UHasselt en de ULB voor het eerst naar de mening van de Belgen over deze kwestie. En die blijken grotendeels geen bezwaar te maken tegen het schrappen van abortus uit het strafwetboek.

‘Oorspronkelijk was dat ook de eis van iedereen die op straat kwam: abortus moest gewoon uit het strafrecht. Uiteindelijk is er een compromis uit de bus gekomen. Het belangrijkste toen was dat we überhaupt een wet kregen’, vertelt gynaecologe Anne Verougstraete, verbonden aan Sjerp Dilemma, het centrum voor hulp bij ongeplande zwangerschap en abortus van de Vrije Universiteit Brussel, en aan het Erasmus Ziekenhuis van de Université Libre de Bruxelles.

Verougstraete studeerde haar eerste jaar gynaecologie bij dokter Willy Peers, de bekende abortusactivist die in 1973 werd gearresteerd omdat hij een abortus had uitgevoerd bij een 27-jarige mentaal gehandicapte vrouw die was verkracht. ‘Door Peers besliste ik dat ik als gynaecologe altijd een deel van mijn tijd als abortusarts actief zou zijn’, vertelt ze.

In tegenstelling tot Peers werd Verougstraete nooit vervolgd, hoewel ze evengoed illegale abortussen uitvoerde – tot de wet van 1990 er kwam. ‘Vóór de abortuswet had je, in het ziekenhuis waar Willy Peers werkzaam was, de situatie dat de helft van het personeel dossiers bijhield om ze aan de politie door te spelen, en de andere helft van het personeel dossiers verstopte’, zegt ze.

Het lijkt vandaag moeilijk voor te stellen hoe controversieel abortus destijds was, en niet alleen omdat koning Boudewijn de wet wegens gewetensproblemen weigerde te ondertekenen. ‘België had twintig jaar vroeger een abortuswet kunnen hebben als het aan de Franstaligen had gelegen’, zegt Verougstraete. ‘Maar het katholieke Vlaanderen was fel tegen.’

Dan moeten de resultaten van deze enquête u blij stemmen?

Anne Verougstraete: Ik ben er ontzettend blij mee. Driekwart van de Vlamingen en de Franstaligen vindt dat abortus uit het strafrecht mag. Zelfs onder katholieken is 70 procent van de ondervraagden het daarmee eens, zo blijkt uit de resultaten. Dat is formidabel. Over alle lagen van de bevolking, over alle taalgroepen en over alle levensbeschouwingen heen: iedereen vindt abortus een recht. Dat komt wellicht ook omdat in België het recht op zelfbeschikking als heel fundamenteel wordt ervaren. Je ziet dat ook in onze euthanasiewetgeving.

Als een grote meerderheid van de Belgen voorstander blijkt van het schrappen van abortus uit de strafwet, hoe komt het dan dat er in het parlement niet makkelijk een meerderheid voor gevonden kan worden?

Verougstraete: Parlementsleden zijn terughoudend om het debat over abortus weer te openen. Ze zijn bang een deel van hun kies-publiek tegen de haren in te strijken. Net daarom is deze enquête zo belangrijk: de resultaten laten zien dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. De afgelopen twee jaar zijn er naar aanleiding van de 25e verjaardag van de abortuswet interessante wetsvoorstellen ingediend in de Kamercommissie Justitie. Ze werden nooit besproken. Wij zijn onze zaak gaan bepleiten bij verschillende politieke partijen, want je merkt dat er weinig kennis is over abortus.

Dat komt mede omdat de Evaluatiecommissie Zwangerschapsafbreking, die toeziet op de correcte toepassing van de wet, weinig kan ondernemen met het beperkte cijfermateriaal dat wordt bijgehouden. Daarop kun je geen nieuwe maatschappelijke inzichten baseren. Hoe komt dat? Als arts moeten wij voor elke abortus een formulier invullen, dat moet worden overgemaakt aan de Evaluatiecommissie. De vragen die we moeten beantwoorden, werden 28 jaar geleden bij het opstellen van de wet vastgelegd, en daar is sindsdien niets meer aan toegevoegd of veranderd. Bovendien worden de leden van die Evaluatiecommissie – juristen en artsen – niet gekozen vanwege hun wetenschappelijke kennis over bijvoorbeeld statistiek, epidemiologie of sociologie, maar gewoon vanwege hun standpunt over abortus. De commissie moet namelijk uit voor- en tegenstanders van abortus bestaan.

Wat moet de commissie volgens u nader onderzoeken?

Verougstraete: Het zou goed zijn dat de huidige evaluatiecommissie zou worden omgevormd tot een wetenschappelijke onderzoekscommissie die diepgaand sociologisch onderzoek kan doen. En dat we niet alleen het aantal abortussen zouden registreren, maar ook zaken zoals de afkomst en de achtergrond van de vrouwen, en de zwangerschapsduur op het moment van de abortus. Al die dingen worden vandaag niet nationaal bijgehouden en onderzocht, waardoor er heel wat misvattingen blijven bestaan.

Ik zie in het abortuscentrum bijvoorbeeld dat vrouwen steeds vroeger komen. Dankzij de nieuwste zwangerschapstests, waarbij een heel klein beetje zwangerschapshormoon volstaat voor een positieve test, staan vrouwen soms al bij ons op een moment dat wij de zwangerschap nog niet eens kunnen zien. Als we zulke observaties met harde cijfers kunnen onderbouwen, kunnen we tegenstanders van het optrekken van de maximale zwangerschapsduur voor abortus een belangrijk argument uit handen nemen. Vrouwen komen namelijk níét almaar later aankloppen voor een abortus, integendeel. Het is ook belangrijk om te weten of er in bepaalde bevolkingsgroepen meer zwangerschapsafbrekingen zijn, zodat je doelgericht aan preventie kunt doen. Een courante misvatting is bijvoorbeeld dat het vooral om heel jonge meisjes gaat. Dat klopt niet. Gemiddeld gaat het om seksueel actieve, volwassen vrouwen, voor wie een kind op dat moment in hun leven niet de juiste keuze is.

'Politici hoeven zich geen zorgen meer te maken: iedereen vindt abortus een recht'
© Illustratie ZAZA

Hoopt u met deze resultaten politieke partijen die afkerig zijn van een nieuwe abortuswet te kunnen overtuigen?

Verougstraete: Ja. Ik denk dat partijen zich gesteund zullen voelen als ze merken dat de geesten zijn opgeschoven, en dat de meeste mensen het een basisrecht vinden om te beslissen of je een kind wilt of aankunt, en dat vrouwen zelf kiezen wat ze met hun leven willen doen.

Ook de voorwaarde dat een vrouw volgens de wet moet aangeven dat ze zich in een noodsituatie bevindt om een abortus te krijgen, is niet meer van deze tijd. Sommige vrouwen zijn helemaal niet in nood. Soms past een kind gewoon niet in het leven van die vrouw. Een vrouw dan bijna dwingen om komedie te spelen, alsof ze in hoge nood verkeert, is echt niet nodig. Abortus is gewoon een recht waarvoor je als vrouw geen extra legitimatie hoeft te geven. Sommige vrouwen zijn echt ongerust als ze aankomen in het abortuscentrum. En opgelucht als ze merken dat ze gewoon hun verhaal kunnen vertellen en niets extra hoeven aan te dikken.

Zijn het in de huidige federale meerderheid vooral de N-VA en de CD&V die de poot stijf houden?

Verougstraete: Er zijn in elk geval meer Franstalige dan Vlaamse partijen die bereid zijn om de abortuswet te wijzigen.

Ons land heeft de reputatie ethisch vooruitstrevend te zijn. Maar op abortus rust nog altijd een taboe?

Verougstraete: Zonder meer. Mensen durven te zeggen dat ze stomdronken naar huis zijn gereden, terwijl ze daarmee het leven van anderen in gevaar brengen. Maar je hoort heel zelden iemand vertellen: ‘Ik heb een abortus gehad.’ Het zou veel beter zijn dat vrouwen daar gewoon open over kunnen praten, en beseffen dat andere vrouwen hetzelfde hebben meegemaakt. Want nu denkt een vrouw vaak dat ze de enige is, en dan is het moeilijker om een abortus te verwerken.

Is abortus voor de meeste vrouwen iets ingrijpends?

Verougstraete: We weten dat vooral vrouwen die vooraf al zware psychologische problemen hadden er achteraf ook last van kunnen hebben. Maar de meeste vrouwen kiezen wat goed is voor hun leven. Natuurlijk vindt niemand het leuk om een abortus mee te maken, maar de meeste vrouwen houden er geen trauma aan over. Het loopt veel vaker fout met vrouwen die ongewenst zwanger blijven dan met vrouwen die er bewust voor kiezen om de zwangerschap af te breken.

Waarom is het zo belangrijk dat abortus helemaal uit de strafwet verdwijnt? Er worden vandaag toch geen artsen of vrouwen meer vervolgd?

Verougstraete: Er zijn inderdaad nog maar weinig vervolgingen. Maar door die wettelijke voorwaarden verloopt een abortus wel volgens een heel stroef stramien. Mensen worden vaak door hun huisarts eerst naar een gynaecoloog doorverwezen. Die weigert soms, want wettelijk gezien hoeft een arts geen abortus uit te voeren. Pas nadien vinden die vrouwen de weg naar het abortuscentrum. Daar krijgen ze dan te horen dat ze nog eens zes dagen – de wettelijk verplichte bedenktijd – moeten wachten. Terwijl die vrouwen al drie weken weten wat ze willen.

Op zich lijkt zes dagen bedenktijd toch niet lang?

Verougstraete: Voor de meeste mensen is dat inderdaad geen probleem. Maar waarom geldt in de hele geneeskunde alleen voor abortus een verplichte wachttijd? Zelfs voor sterilisatie, een veel meer verregaande ingreep dan abortus, hoef je geen wettelijke wachttijd in acht te nemen. Je baarmoeder laten weghalen, je borsten laten verkleinen of vergroten, een facelift ondergaan: het kan allemaal zonder wachttijd. Maar voor abortus moet het opeens wel. Natuurlijk, in de praktijk zullen dokters bij een abortus of een andere ingreep altijd samen met de vrouw een redelijke timing afspreken. Maar dat hoeft toch niet in een wet? Die wachttijd is betuttelend. Net daarom hebben ze hem in Frankrijk afgeschaft. Als je verkracht bent, heb je heus geen bedenktijd nodig om te weten dat je die zwangerschap niet wilt. Zelfs Luxemburg heeft tegenwoordig een progressievere wet dan België.

Veroorzaakt de wachttijd in de praktijk weleens problemen?

Verougstraete: Zeker. Sommige vrouwen komen pas laat bij ons terecht, omdat hun dokter zich heeft vergist, omdat ze niet hebben gemerkt dat ze zwanger zijn, of omdat ze niet weten waar ze terecht kunnen. Dan wordt het een race tegen de klok en doen die zes dagen er echt wel toe. Abortus kan in België maar tot twaalf weken na de bevruchting. Nadien kunnen wij vrouwen alleen nog naar Nederland doorverwijzen, waar ze alles zelf moeten betalen. Maar vrouwen die pas laat doorhebben dat ze zwanger zijn, zijn vaak ook degenen bij wie de situatie psychisch en sociaal het meest problematisch is. Dan scháám ik me dat ik ze naar Nederland moet sturen. Waarom moet Nederland dat oplossen? En bovendien: als die vrouwen zwanger zouden blijven, zou dat de samenleving veel meer geld kosten. Het zijn vaak erg kwetsbare vrouwen die de zorg voor een kind of een extra kind niet aankunnen.

Neemt het aantal abortussen eigenlijk toe of af?

Verougstraete: Het blijft vrij constant. Frans sociologisch onderzoek heeft aangetoond dat er in Frankrijk al twintig jaar evenveel abortussen zijn, ongeveer 200.000 per jaar, maar dat de redenen voor abortus wel veranderen. Aan de ene kant wordt er meer anticonceptie gebruikt, maar aan de andere kant zijn koppels minder stabiel dan vroeger, en eisen vrouwen betere omstandigheden om een kind in groot te brengen. Daardoor blijft het aantal abortussen uiteindelijk stabiel.

Maar er zitten dus interessante sociologische verschuivingen achter een op het eerste gezicht ongewijzigd abortuscijfer. Daarom pleit ik ook voor sociologen in onze Evaluatiecommissie: wie kiest in België voor abortus en waarom? Dat weten we dus niet.

Hoeveel abortussen worden in België per jaar uitgevoerd?

Verougstraete: Rond de 20.000. Op wereldvlak is dat een laag cijfer. Belgische vrouwen gebruiken over het algemeen goed anticonceptie. De laatste officiële cijfers dateren wel van 2011. Sindsdien is de Evaluatiecommissie niet meer samengekomen, omdat men niet genoeg mensen vindt om ze te bemannen. Volgens die laatste cijfers bleef het aantal abortussen bij jongeren stabiel, maar was er een stijging bij jongvolwassenen. Dat is vaak omdat ze na een aantal jaren de pil niet meer willen nemen. Natuurlijk zijn dat ook gewoon seksueel actieve jonge vrouwen, die dus ook het meest kans hebben om zwanger te worden. Maar je ziet toch een groeiende afkeer van hormonale anticonceptie, omdat de bijwerkingen steeds meer vrouwen tegenstaan. Nogal wat vrouwen grijpen naar anticonceptie-apps, maar die zijn vaak volstrekt onbetrouwbaar.

Wat is er mis met zulke apps?

Verougstraete: Nogal wat van die apps werken met verkeerde gegevens. Zo beperken sommige apps de vruchtbare dagen tot drie dagen voor en drie dagen na de ovulatie. Dat is niet correct, want zaadcellen kunnen veel langer leven. Ik vraag altijd aan de vrouw in mijn spreekkamer: ‘Laat me die app eens zien.’ En dan zie ik soms de raarste dingen. Er is een Zweedse anticonceptie-app, Natural Cycles, die vrij goed is. Maar als je op zoek bent naar een hormoonvrije voorbehoedsmethode, kies dan voor een spiraaltje. Dat is een veilig alternatief voor de pil.

De enquête van het onderzoeksbureau Kantar TNS gebeurde telefonisch bij 1000 volwassen Belgen in december 2017. De resultaten werden door weging representatief gemaakt voor de Belgische bevolking op het vlak van geslacht, leeftijd, provincie, opleidingsniveau en professioneel statuut. Maximale foutenmarge: 3,1 %.

‘Andere prioriteiten’

Behalve bij Open VLD is er bij de meerderheidspartijen CD&V en N-VA geen animo om abortus uit de strafwet te halen.

Er staat hierover ook niets in het federale regeerakkoord. Volgens N-VA-Kamerlid Valerie Van Peel zijn er sowieso ‘andere prioriteiten’ in de ethische debatten, ‘dan het uit de strafwet weghalen van abortus’. Van Peel denkt daarbij aan een wettelijke regeling rondom discreet bevallen, als alternatief of ‘extra optie’ voor ongewenst zwangere vrouwen, die nu soms hun toevlucht nemen tot het vondelingenluik om hun baby af te staan. ‘Ik ben niet vierkant tegen het schrappen van abortus uit de strafwet, maar ik zie het probleem niet. Bovendien weet je met ethische debatten wel waar je begint maar nooit waar je eindigt.’

Ze vreest dat voorstanders het schrappen van abortus uit de strafwet zullen aangrijpen om te komen tot een versoepeling van de voorwaarden voor abortus. ‘Denk aan het optrekken van de maximale zwangerschapsduur. En dat is voor mijn partij zeker een punt van bezorgdheid. Daar zetten we grote vraagtekens bij.’

CD&V-Kamerlid Sonja Becq zegt dat haar partij een genuanceerd standpunt inneemt in de discussie over een eventuele aanpassing van de abortuswet, maar dat voor CD&V abortus wel in de strafwet hoort te blijven. ‘Wij vinden dat het ongeboren leven moet worden beschermd. De CD&V heeft er wel alle begrip voor dat abortus vaak een traumatische gebeurtenis is. Maar het debat terugvoeren tot het al of niet schrappen van abortus uit de strafwet zal sowieso geen oplossing bieden voor de pijn van die vrouwen.’

Daarom wil Becq het debat over abortus ‘in een ruimer kader’ voeren. ‘Daarin moet zeker plaats zijn voor de preventie, en eventueel ook een meer doorgedreven begeleiding van deze vaak kwetsbare vrouwen.’ Ook vindt Becq dat de Evaluatiecommissie voor Zwangerschapsonderbreking, die sinds 2011 niet meer functioneert, opnieuw op de sporen moet worden gezet, zodat we met cijfers in de hand over het abortusvraagstuk in België kunnen praten. Becq: ‘Die commissie opnieuw doen werken is de verantwoordelijkheid van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD).’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content