‘Jongeren moeten meer inspraak krijgen’, zegt Dirk Broekaert, adviseur van minister van Jeugd Bert Anciaux, die zich vorige week afvroeg wie er ‘een stijlprobleem’ had: de leerlingen of de school?

Dirk Broekaert

“Of deze zaak overdreven veel aandacht heeft gekregen? En of. Dit hadden we nooit verwacht, het was ook niet de bedoeling. Ik hoop wel dat mede hierdoor de echte discussie op gang kan komen.

De algemene vraag is: hoe benadert men de jeugd? Kijk naar de media: er wordt voortdurend gepraat óver de jeugd en de problemen die zij veroorzaken. We moeten ons afvragen welke plaats jongeren hebben in deze samenleving en hoe we hun participatie kunnen verhogen. Laten we eens vaker vragen wat jongeren er zelf van denken, laten we eens mét jongeren praten. En niet alleen over schoolreglementen.

Het belangrijkste is dat dit probleem in alle sereniteit kan worden opgelost, dus het is niet de bedoeling om de discussie over te doen. De minister heeft zich ook niet uitgesproken tegen het bestaan van regels, integendeel. Maar regels moeten duidelijk zijn, ze moeten consequent worden toegepast en vooral het proportionaliteitsbeginsel mag niet uit het oog worden verloren: de straf moet in verhouding staan tot de feiten. Dat was hier niet het geval.

Wat is trouwens een piercing? Een van die leerlingen had er een in zijn tong: je had bijna een vergrootglas nodig om hem te zien. Moet zoiets nog wel in een schoolreglement? Zo wereldschokkend is een piercing toch niet meer? Dat zullen de meeste ouders ook wel vinden.

Ik heb net een klas op bezoek gehad: die leerlingen vertelden mij dat joggingbroeken bij hen niet toegelaten zijn. Mij is niet duidelijk waarom. Dat is dus een boeiende vraag om te stellen. Volwassenen moeten niet altijd denken: wat is goed voor de jeugd? Jongeren zijn perfect in staat om mee te praten over bepaalde regels.

En waarom kan een schoolreglement niet worden aangepast in de loop van het jaar? Als je met een slecht decreet zit, wacht je toch ook niet tot de volgende regeerperiode om daar iets aan te doen? Trouwens, leerlingen schorsen in de loop van het jaar kan dan weer wel? Dat begrijp ik niet goed.

Je hoort nog steeds praten over ‘de jeugd van tegenwoordig’. Maar de mentaliteit van de jeugd verandert constant. Net als de mentaliteit van de hele samenleving – kijk maar naar de opmars van extreem-rechts. En daarvoor zijn scholieren zeker niet verantwoordelijk, want die mogen niet gaan stemmen.”

Jef Van Eynde

‘Jongeren hebben grenzen nodig’, zegt Jef Van Eynde, directeur van Sint-Lambertus Technisch Instituut 2 in Westerlo, waar vorige week twee leerlingen met een piercing voorlopig werden geschorst.

“Ik moest ingrijpen. Het alternatief was geweest dat ik een regel uit het schoolreglement had moeten schrappen in de loop van het jaar, omdat twee leerlingen zich niet willen aanpassen. Dat wilde ik niet doen, het zou een precedent zijn geweest.

Het staat woordelijk in het reglement: ‘Wat betreft sieraden is het de school die de norm bepaalt en optreedt bij overdrijving.’ Een vrij algemene formulering die ons toelaat om niet te moeten ingaan op alle mogelijke nieuwe trends. Die regel bestaat meer dan vier jaar en is nooit ter discussie gesteld in de participatieraad – waarvan zowel bestuur als directie, leerkrachten, ouders en leerlingen deel uitmaken. De laatste twee jaar zijn piercings ook een aandachtspunt dat bij het begin van het schooljaar expliciet wordt besproken met de leerlingen: ‘Piercings, uitgezonderd oorringen, zijn niet toegelaten.’ Er zijn scholen waar ze wel toegelaten zijn, maar die hebben dan weer een ander reglement, dat zij ook belangrijk vinden – bij ons zijn gsm’s niet verboden, op sommige andere scholen wel.

Regels zijn altijd een beetje willekeurig. Ze houden op zich ook geen waardeoordeel in: iemand met een piercing is natuurlijk geen slecht mens. Het punt is: als we piercings toelaten, gaan de voortrekkers op zoek naar nieuwe uitdagingen: onderhuidse inplantingen, bijvoorbeeld – daar schijnt de avant-garde nu mee bezig te zijn.

De fundamentele vraag is: mag een school een reglement opstellen en er ook op toezien dat het wordt nageleefd? Dat minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten na gesprekken met ouders, jongeren en directie heeft besloten om zich achter het standpunt van de directie te scharen, is voor mij een steun in de rug. Met een van de leerlingen is het probleem al opgelost. Deze week praat ik met de andere leerlinge en haar ouders. Ik hoop dat we eruit komen. Ik zou willen dat de rust terugkeert.

Of ik niet te principieel heb gereageerd op een pietluttig detail? Dat is een vraag van iemand die ver van het onderwijs staat. Een opvoeder wordt dag in dag uit geconfronteerd met jongeren die grenzen willen verkennen. Die grens moet je elke dag opnieuw afdwingen. Als je dat niet doet, is het hek snel van de dam.”

Opgetekend door Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content