Wat je moet weten over tradities en gebruiken als je zaken wilt doen in China.

Voor een zakenman is een gedegen kennis van een nieuwe markt die hij wil aanboren een conditio sine qua non. Tradities zijn wat dat betreft een mijnenveld en in een oeroude cultuur als de Chinese, die al tot bloei was gekomen toen bij ons de eerste plaggenhutten werden gebouwd, is het risico nog veel groter. Een paar vuistregeltjes kunnen de westerse bezoeker echter door de eerste hindernissen loodsen.

Wat de aanspreking betreft, is het in China de gewoonte om de familienaam voor de voornaam te noemen, een gewoonte waar ook 80 procent van de Vlamingen hardnekkig aan vasthoudt. Er zijn ongeveer 400 namen, maar 90 procent van de Chinezen draagt er een van de 100 meest gangbare. Leeftijd speelt een belangrijke rol in het hoffelijkheidsritueel. Een oudere man wordt ‘Xiao’genoemd, een jonge man ‘Lao’en de man van middelbare leeftijd ‘Da’. In tegenstelling tot de Japanners, buigen de Chinezen niet voor een begroeting. Ze zijn wel dol op handen schudden. Als de persoon aan de andere kant van uw hand zijn hand met zijn linkerhand bedekt, wil dat zeggen dat hij erg blij is om u te zien. Knuffelen of kussen in het openbaar is niet gebruikelijk in China. Uit respect kijken de Chinezen naar beneden wanneer ze iemand begroeten. Ze vinden het ook niet netjes om een aangeboden cadeau meteen te aanvaarden. Zowel cadeaus als visitekaartjes worden met beide handen aangeboden. Maar dan hebt u ze wel eerst moeten inpakken.

Opgepast met de kleurenkeuze: rood is in China gelijk aan geluk, roze betekent voorspoed, geel voldoening. Wit, grijs en zwart zijn rouwkleuren. Geef vooral geen witte of gele bloemen en zeker geen chrysanten. Net zoals bij ons zijn dat begrafenisbloemen. Geef nooit iemand een peer, want het Chinese woord daarvoor is een homoniem van het woord voor ‘echtscheiding’ en wordt dan ook als een slecht voorteken aangezien. Idem met een horloge: het woord klinkt hetzelfde als het woord voor ‘dood’. Schrijf ook nooit iets op een kaartje in het rood, want dat wil zeggen dat de relatie voorbij is. Aan tafel legt u uw eetstokje altijd op de rand van uw rijstkom. Als u het rechtop in de kom laat steken, wil dat zeggen dat u uw disgenoten dood wenst. Erg onbeleefd is het om iemand aan te wijzen met de steel van een theelepeltje. En, ten slotte, roffel nooit met uw stokjes op de kom. Alleen bedelaars doen dat en gasten in een restaurant die vinden dat het te traag gaat. Als u dat doet tijdens een privé-maaltijd, dan komt dat over als een belediging voor de kok.

Samengesteld door Marcel Schoeters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content