De wereldeconomie is dit jaar ziek geworden. De Belgen schrokken vooral van de val van Lernout & Hauspie en van Sabena, twee symbolen van onze economie.

De voorspelde nieuwe groei wordt deze keer ook telkens opgeschoven omdat de economie tegenslag na tegenslag moet verwerken. Zo werd de beursgekte rond de fratsen van de nieuwe economie _ geen autoriteit heeft tijdig gewaarschuwd dat van lucht geen geld te maken is _ stevig afgestraft. En de terreuraanslagen op het World Trade Center en het Pentagon maakten de consumenten bang. Gezinnen sparen nu, waardoor de economische motor te weinig consumptiebrandstof krijgt. Dat zal nog een tijdje blijven duren, want de avonturen in Afghanistan scheppen geen vertrouwen. Bovendien knaagt de stijgende werkloosheid aan de koopkracht. Kortom, de hele westerse economie verkeert in een recessie.

Dat was even schrikken voor de paars-groene regering van premier Guy Verhofstadt (VLD). Twintig maanden lang was de economie haar sterkste bondgenoot, maar in de resterende achttien maanden zal het op rien ne va plus neerkomen. Het populaire beleid met nieuwe uitgaven en belastingverlagingen ruimt nu plaats voor begrotingscontroles en besparingsplannen. Daardoor begint paars-groen op het rooms-rode kabinet van Jean-Luc Dehaene te lijken. En als de economie de regering niet meezit, verschrompelt de politieke creativiteit. Zo wordt het discours over een betere combinatie van arbeid en gezin nu al ingeruild voor het aloude ‘herverdeling van de arbeid’.

Werkgelegenheid is opnieuw een prioriteit. Het regent immers faillissementen en ontslagen. Twee van die faillissementen schrijven geschiedenis: Lernout & Hauspie, Vlaanderens vlag in de nieuwe technologie, en Sabena, de nationale luchtvaartmaatschappij die het land op de wereldkaart zette.

SLACHTOFFERS VAN EEN ZEEPBEL

Jo Lernout en Pol Hauspie schreven het succesverhaal van Vlaanderen. Hun bedrijf zou vandaag ongetwijfeld een aardige spraaktechnoloog zijn geweest als zij zich in de woeste geldjaren negentig niet hadden laten opzwepen door de cultus van de nieuwe economie en door de beurs. Die zeepbeleconomie verblindde echter iederéén. Prinsen en ministers, bankiers, de media en een legertje bescheiden spaarders liepen achter de spraakmakende Jo en Pol aan.

De blitse groei van de Ieperse groep had argwaan moeten wekken. Het ene bedrijf groeit wel sneller dan het andere en een onderneming kan het twee of drie keer beter doen dan de concurrenten, maar geen tien keer of meer. Lernout & Hauspie werd een wereldveroveraar.

De ontgoocheling in Vlaanderen was dan ook groot toen bleek dat het rijk op zand was gebouwd. Onder meer door maffia-achtige praktijken in Korea belandden Jo, Pol en voormalig topman Gaston Bastiaens zelfs in de cel. Sommigen wilden dat allemaal niet geloven en bleven believers tot de laatste snik.

Nochtans bestaan er instellingen die erover moeten waken dat ondernemingen geen valse mooie praatjes verkopen. In de eerste plaats de bedrijfsrevisoren, die in naam van de aandeelhouders de rekeningen uitpluizen. KPMG liet de beleggers en het publiek echter in de steek: de revisor zwichtte voor het schone geld dat de gecontroleerde hem toeschoof.

De uitverkoop van het Ieperse wonder is nu rond. Van de voormalige wereldgroep resten nog slechts enkele stukken in Amerikaanse handen. Amper tweehonderd werknemers blijven in Vlaanderen aan de slag en Flanders Language Valley verkommert. Een eervolle nederlaag, meent Philippe Bodson. Die senator en manager streek in januari in Ieper neer om de groep een nieuwe start te geven. Maar er stond te veel grootspraak in de boeken van L&H en het werd een roemloos einde.

DE WET VAN MURPHY

Ondanks de ‘waterdichte contracten’ met Swissair en andere ‘hotelakkoorden’ ging Sabena dan toch failliet. Dat was meteen hét sociaal-economische dieptepunt van het jaar. De val van de nationale luchtvaartmaatschappij en de fall-out ervan bij de dochterondernemingen en de toeleveranciers veroorzaakten een ramp die vergelijkbaar is met de sluiting van de Kempense Steenkolenmijnen en de crisis in de Waalse staalsector _ al hadden die twee meer tijd nodig om in te storten. Maar daarmee is de kous voor de regering niet af, wat Verhofstadt ook mag beweren. Het verdwijnen van Sabena gaat ten koste van de economische groei en er gaat nog altijd belastinggeld naar de ‘vaderlandse’ doorgroeimaatschappij DAT.

De hoofdaandeelhouder, de regering dus, liet de maatschappij failliet gaan zoals geen privéwerkgever dat zou durven. Hoewel het faillissement gepland was, werden de leveranciers, de klanten en vooral de werknemers bedot. De luchtvaartmaatschappij joeg haar medewerkers gewoon weg, zonder informatie, begeleiding of enig excuus. Het sociaal plan voor de achtduizend werklozen is aan de wet van Murphy onderhevig: alles wat ermee kan mislopen, zal ook mislopen. Niemand voelt zich er verantwoordelijk voor, zeker minister van Overheidsbedrijven Rik Daems (VLD) niet. Hij mist het nodige inlevingsvermogen voor sociale zaken. De vakbonden beseffen ondertussen dat zij op Zaventem nog geen klein beetje hebben geblunderd.

Er wordt nu beweerd dat de overheid een slechte ondernemer en een luchtvaartmaatschappij dus niet op een succesvolle manier kan leiden. Die stelling klinkt tegenwoordig een beetje té luid. Verschillende Europese maatschappijen vliegen behoorlijk vlot mét overheidsaandeelhouders aan boord. De privémaatschappij Swissair ging daarentegen ten onder en er was overheidsgeld nodig om het bedrijf via Crossair een tweede leven te geven.

In 1995 had al duidelijk moeten zijn dat een grote Belgische luchtvaartmaatschappij geen toekomst had en dat een Benelux-groep met KLM een betere optie was. Maar het eerste zinde het Hof niet wegens het nationale prestige en het tweede mocht niet van de Waalse socialisten wegens te Nederlandstalig. Dus viel Sabena in handen van Swissair. Niemand had daar kritiek op, want de Zwitsers genoten prestige. En wat deden de Belgische leden van de raad van bestuur van Sabena? Zij waarschuwden niet dat de Zwitserse minderheidsaandeelhouder het financieel jaar na jaar slechter deed, ze maakten er geen opmerkingen over dat Zürich Sabena in een expansie dwong die haaks stond op de evolutie van de internationale markt en ze protesteerden er niet tegen dat via allerlei verfijnde constructies Belgisch geld naar de Zwitserse voogd wegvloeide. De Belgische overheid stelde die bestuurders echter niet verantwoordelijk.

Dat de economie in 2001 van goed naar slecht is geëvolueerd, is jammer voor de euro. De revolutionaire overstap van de oude nationale biljetten en munten naar het verse eenheidsgeld, had onder een gunstiger gesternte kunnen gebeuren. Wat bedoeld is om Europa grotere economische stabiliteit en welvaart te waarborgen, start nu met een crisissmaakje.

Guido Despiegelaere

Gezinnen sparen nu, waardoor de economische motor te weinig consumptiebrandstof krijgt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content