CVP en SP kijken uit naar een nieuwe voorzitter. Voor beide partijen is het een cruciale operatie.

Voor de SP lijkt de opvolging van de aimabele Fred Erdman op een gordiaanse knoop. Al enkele weken circuleren in de inner circle drie namen van kandidaten; alledrie vrouwen uit de kringen van de verjongingsbeweging Rosa. De bekendste van het trio komt uit Sint-Truiden: Caroline Gennez, nationaal voorzitter van de Jong-socialisten. Kathleen Van Brempt (Antwerpen) werkt op het SP-hoofdkwartier als politiek secretaris. De West-Vlaamse Siska Germonpré runt de Maatschappelijke Jongeren Actie (MJA) en geniet buitenshuis enige bekendheid als columniste op de website van de partij.

In het najaar houdt de SP in Nieuwpoort zogenaamde fractiedagen. Maar als daar witte rook uit de schouw komt, zal het niet voor één van de drie zijn. De drie gezellinnen komen uit een blik jeugdig en schoon volk dat Steve Stevaert voor zijn partij opentrok, maar ze zijn net als die andere hemelbestormers in de coulissen te jong en te onervaren om de SP te leiden. Ook al omdat er gemeenteraadsverkiezingen voor de deur staan. Die zijn van belang voor het voortbestaan van de partij én van de avontuurlijke regeringscoalitie waar de Vlaamse socialisten zijn ingestapt. Leeftijdsgenoten van Stevaert hebben het nu bij de SP voor het zeggen en herinneren zich maar al te goed een vorig, kwalijk avontuur met een te jonge god. Die heette Frank Vandenbroucke. Vandaar dat slechts enkelingen iets zien in bijvoorbeeld Van Brempt als voorzitter.

DE BATS KOOS VOOR VASTIGHEID

De gemeenteraadsverkiezingen vormen niet het enige probleem van de toekomstige voorzitter. Hij of zij krijgt bitter weinig financiële armslag ( zie kader), moet de partij een frisser imago aanmeten en de wankele Vlaamse sociaal-democraten weer naar twintig procent van de kiezers loodsen. Dat betekent veel werk voor één man of vrouw en op veel hulp vanuit de regeringen zal Erdmans opvolger niet hoeven te rekenen. Alleen Stevaert en Johan Vande Lanotte zijn echt in staat om het product SP beter uit de verf te doen komen. Zeker geen Luc Van den Bossche, professor Vandenbroucke of Renaat Landuyt.

Een van de SP-toppers vat het samen als: “De partij zoekt na een grijze duif naar een witte raaf.” Waarmee wellicht Erdman enig onrecht is aangedaan. Bij de zoektocht naar die slimme en lepe voorzitter die het allemaal zelf moet kunnen, blijkt de partij ook niet te beroerd om af en toe complete outsiders tegen het licht te houden, of die nu uit het reclamemilieu of uit de academische wereld komen. Binnenshuis blijkt de spoeling dun.

Wie mag er zoal geschrapt worden van het lijstje gedoodverfde kandidaat-voorzitters? Kathy Lindekens bijvoorbeeld. Alleen een handvol Antwerpse heethoofden geloofde dat haar coöptatie slechts een prelude vormde. Lindekens deed het goed bij de verkiezingen en is daarvoor nu zeer ruim beloond, want van haar parlementaire staat van dienst over de afgelopen vier jaar is geen mens binnen de SP onder de indruk. Freddy Willockx dan? Te zeer oude politieke cultuur. Norbert De Batselier? Voor velen de geknipte man, maar De Bats koos heel snel voor het voorzitterschap van het Vlaams parlement omdat politici ook niet ongevoelig zijn voor wat vastigheid.

Indien de zowat 80.000 SP-leden mochten beslissen, kozen zij ongetwijfeld voor Stevaert. Hij liep bij zijn Rosa-operatie de jongste jaren het land af, kent de tooghangers van de Volkshuizen en lanceert spectaculaire ideeën waarmee hij glansrijk nu eens de VLD rechts, dan weer Agalev links passeert. Als Stevaert zou opstappen, heet de volgende vice-minister-president zeker niet Landuyt. Zijn postje in de Vlaamse regering dankt hij ironisch genoeg alleen aan overloper en stadsgenoot Pierre Chevalier (VLD). Toen de SP vernam dat Chevalier zeer ministeriabel was, vreesde de partijtop dat Landuyt bij een volgende verkiezing in de Brugse afdeling het licht wel eens zou mogen uitdoen. Tenzij hij net als de gewezen SP’er in een regering kwam. En aldus geschiedde…

Niet Landuyt, wie dan wel? Het vervolg van het scenario biedt alleen voor Stevaert nog een aantrekkelijk kantje: het voorzitterschap is immers cumuleerbaar met het burgemeesterschap van Hasselt. Voor het overige blijft het een kwalijke operatie. Zo zouden slechts Vande Lanotte of Vandenbroucke hem als tweede man in de Vlaamse regering kunnen aflossen. Maar dan moeten die weer vervangen worden in de federale regering. Nog zonder te spreken van de kiezer, die geen vreugdevuur zal aansteken voor een dergelijke stoelendans enkele maanden na het aantreden van de nieuwe ploeg.

Stevaert zelf laat zich niet uit over welk scenario dan ook. “De partij heeft mij gevraagd om hier te komen zitten, als die partij straks vraagt om voorzitter te worden, wat kan ik dan doen? Ik vind het wel zeer spijtig dat er nu een beloftevolle, jonge generatie bij ons klaarstaat, maar voor hen is het nog vijf jaar te vroeg.”

Wie zich geroepen voelt om straks de erfenis van Erdman in ontvangst te nemen, mag zich dus nog altijd melden. Wel er even rekening mee houden dat kandidaten de steun moeten genieten van tien SP-afdelingen uit minstens twee provincies. Kwestie van dilettanten als Marcel Colla van te voren de pas af te snijden. Krijgen we straks dan toch Stevaert, omdat de zoektocht naar de witte raaf niets heeft opgeleverd? Zucht de betrokkene: “Ik heb nooit de ambitie gekoesterd een Louis Tobback te worden: én parlementslid, én voorzitter én burgemeester.”

MARC VAN PEEL EN ZIJN OPVOLGER

Net als bij de SP vinden ze bij de CVP de keuze van een nieuwe voorzitter te belangrijk om aan de basis over te laten. Zoiets moet worden geleid, liefst door een stevige hand. Want een ongeluk is zo gebeurd.

Officieel heet het dat de opvolging van CVP-voorzitter Marc Van Peel pas in december aan de orde is. Maar in de coulissen valt te vernemen dat de voorzitter de opvolgingsprocedure sneller wil inzetten, nog voor de traditionele fractiedagen vlak voor de parlementaire rentree, en als het even kan nog vroeger.

Aanvankelijk leek het erop dat Van Peel als CVP-voorzitter aan zijn campagne voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen wilde beginnen. Maar nu blijkt hij, net als premier Jean-Luc Dehaene en de gewezen CVP-excellenties, te veel met de electorale nederlaag en met het beleid van de vorige regering geassocieerd te worden. Wat hem ook hindert om een doeltreffende oppositie tegen paars-groen te voeren. Een coalitie die, vooral sociaal en economisch, grotendeels voortbouwt op het beleid van de vorige ploeg.

“Wie Van Peel kent, weet dat hij zich niet vastklampt aan z’n voorzittersstoel”, zegt europarlementslid Marianne Thyssen die een werkgroep voorzit die de voorbije verkiezingsperikelen moet analyseren. “Het is trouwens geen kwestie van wie weg moet en wie mag blijven. Het gaat om efficiëntie.”

Wie Van Peel als CVP-minister moet opvolgen, lijkt een uitgemaakte zaak. Iedereen is het erover eens dat alleen Stefaan de Clerck die rol kan overnemen. Zijn aanwijzing als fractieleider in de Kamer was een eerste stap.

“De Clerck behaalde een schitterende verkiezingsuitslag en manifesteerde zich terstond als de leider van de kamerfractie”, oordeelt Thyssen. “Dat hij Van Peel kan opvolgen, ligt voor de hand.”

“Bovendien kan De Clerck, door zijn ontslag als minister van Justitie na de boswandeling van Dutroux en na een ontluizingsperiode van meer dan een jaar, nauwelijks nog met het beleid van de afgestrafte coalitie worden geassocieerd”, vindt kamerlid Pieter de Crem. “De taak van de oppositie is oppositie te voeren. Vraag is: wie vindt de juiste toon, het juiste timbre. De Clerck, gesteund door de CVP-kiezers, lijkt die man te zijn.”

ALLEEN MAAR VAN HOREN ZEGGEN

Hoewel, de CVP-kamerleden waren niet meteen gecharmeerd van De Clercks eerste optreden als fractieleider tijdens het debat over het programma van de nieuwe regering. De Kortrijkenaar maakte een aarzelende indruk, strompelde soms door z’n betoog en verzuimde, ondanks de afspraak met de overige kamerleden, afstand te nemen van het Vlaams Blok. Zijn optreden stond in scherp contrast met dat van zijn evenknie in de Vlaamse raad, Eric Van Rompuy, duidelijk beter in z’n sas als oppositieleider dan als minister.

De christen-democraten geven het grif toe: niemand in de CVP heeft ervaring met het oppositiewerk. Enkelen, zoals Mark Eyskens, hebben het alleen ” van horen zeggen“, van hun vader.

“En bij de vrienden van het Nederlandse CDA moeten we zeker niet te rade”, weet Thyssen die in Straatsburg en Brussel contact houdt met de Europese christen-democraten. “Het CDA heeft moeite om een zinvolle oppositie op te bouwen. De Duitse christen-democraten daarentegen spelen het ongemeen hard. Die schieten op elke sociaal-democraat die durft te bewegen. Onze Duitse collega’s hebben dan ook een heus vijandbeeld: de socialistische SPD. Maar ik geloof nooit dat de Belgische kiezer die brutale vorm van oppositie nog waardeert.”

Er moet, hoe dan ook, snel uitsluitsel komen over de opvolging van Van Peel. Want er zijn nu al geruchten over mogelijke kandidaturen, zoals die van gewezen Vlaams minister Luc Martens.

“Als we niet opletten, worden we opnieuw met een stoet van kandidaat-voorzitters geconfronteerd”, waarschuwt Thyssen, die ondanks haar felle protest eveneens als mogelijke kandidate wordt vermeld. Volgens Thyssen moet de opvolging snel worden afgehandeld, zodat meteen een begin kan worden gemaakt met de voorbereiding van de komende gemeenteraadsverkiezingen, de eerste grote test voor de paars-groene bewindsploeg.

“Vroeger werd ons voorgehouden dat dertig procent het sociologisch minimum was voor de CVP”, herinnert De Crem zich. “Ik zei altijd: het sociologisch minimum van een partij is nul procent. Als we ook nog de gemeenteraadsverkiezingen verliezen, dan zit de CVP echt in de problemen. We kijken nu al aan tegen een merknaam, CVP, die wordt vereenzelvigd met alles wat oud, oubollig, slecht en conservatief is. Tegen de gemeenteraadsverkiezingen moeten we een voorzitter hebben die de oude structuren opengooit en die een actueel christen-democratisch gedachtengoed voorlegt. Een naamsverandering is geen doel op zich, net zo min als een nieuwe voorzitter. We zijn niet toe aan een therapie maar aan een totale vernieuwing. Slagen we daar niet in, dan is er in de 21ste eeuw geen plaats meer voor de christen-democratie.”

EN WAT MET DE STANDEN?

Marianne Thyssen is voorzichtiger. “We kunnen ons in deze periode geen aanslepende vernieuwingsoperatie veroorloven, want dan zijn we weer een jaar lang met onszelf bezig, terwijl de anderen campagne voeren. We moeten ons snel organiseren: de voormalige ministers rechtstreeks betrekken bij het partijbureau en bij de campagne, en de standpunten van de fracties in de Vlaamse raad, het federaal parlement en in het Europees parlement op elkaar afstemmen. En we moeten ons aan die gezamenlijke standpunten houden. Verwarring, zoals die over het stemrecht voor Europeanen, over communautaire kwesties, heeft ons in het verleden parten gespeeld. Nu we in de oppositie werden gedrongen, hoeven we niet langer het partijbelang ondergeschikt te maken aan dat van de regering.”

Als hij tot CVP-voorzitter wordt gekozen, moet Stefaan de Clerck de komende campagne volledig schragen. Daarom wordt gedacht aan een voorzitterschap met vooral een representatieve inhoud. Het echte politieke oppositiewerk wordt vanuit de fracties georganiseerd en gestuurd door de fractievoorzitter.

De vraag wie dat fractievoorzitterschap in de Kamer moet invullen, kan de komende maanden voor commotie zorgen binnen de CVP. De uitslag van 13 juni toonde aan dat de CVP meer dan 90.000 kiezers is kwijtgespeeld aan de VLD en dat de partij een verlengde wordt van het ACW, dat ook de meeste mandatarissen levert. Niettemin worden alle functies, zoals het fractieleiderschap in de Vlaamse raad en, als het voor De Clerck meezit, straks ook het voorzitterschap uitgeoefend door mandatarissen van centrum-rechtse signatuur. Het laat zich aanzien dat het ACW voor het fractieleiderschap in de federale Kamer op zijn strepen zal staan.

“Maar dan moet van te voren het een en ander worden uitgeklaard”, zegt De Crem. “Een aantal uitspraken van leiders van de standen tijdens de campagne zijn door de CVP’ers niet in dank afgenomen. Er was de uitval van het ACW naar Herman Van Rompuy in verband met de vermogensbelasting, de uitspraken van NCMV-baas Chris Peeters en van de Boerenbond over Jean-Luc Dehaene en de regering die onvoldoende presteerden in de dioxinecrisis. De mandatarissen tillen daar zwaar aan. Zij willen zich beraden over de opstelling van de standen tijdens de campagne. Want dat ze de CVP geen diensten bewezen, is nu wel duidelijk.”

Jos Grobben Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content