Na felomstreden verkiezingen eind oktober brak er op het Tanzaniaanse eiland Zanzibar geweld uit. Een kokosnotenparadijs veranderde in een slagveld waar gehelmde agenten het vuur openden op ongewapende betogers. Een zoveelste conflict tussen christenen en moslims, zeggen velen. Of is de clash tussen beschavingen slechts een dekmantel om aan vuile machtspolitiek te doen?

Zanzibar is een droom. Althans dat zeggen toch de vijftigduizend toeristen die er elk jaar komen genieten van de witte palmboomstranden. En en passant wat flarden van de magische geschiedenis meepikken. Want het was vanuit deze plek dat ontdekkingsreizigers als Dr. David Livingstone en Henry Morton Stanley hun tochten naar het Afrikaanse binnenland aanvatten. In het plaatselijke museum van Zanzibar-stad, een fascinerend rariteitenkabinet, ligt nog steeds het houten medicijnkistje dat Livingstone tijdens zijn reizen bij zich had. Livingstone was ook een van de eersten die zich druk maakten over de slavernij.

Zanzibar was eeuwenlang in handen van Arabische sultans die jaarlijks 16.000 slaven vanuit het huidige Kenia en Oost-Congo lieten aanvoeren om ze vervolgens aan handelaars uit Oman, Arabië en Perzië te verkopen. Maar de slavenhandel werd een kleine eeuw geleden afgeschaft. En sindsdien zijn er weinig plaatsen die aan deze dramatische periode herinneren. Wie de kelders wil zien waar de slaven destijds werden gevangengehouden, moet eerst op zoek naar de man met de sleutels van de toegangspoort. En het huis van Tippu Tip, de rijkste en meest beruchte slavenhandelaar uit de Afrikaanse geschiedenis, is nu opgedeeld in appartementsblokken waar verschillende families wonen. Wie anno 2000 door de steegjes van Zanzibar-stad wandelt, ziet vooral de mooie kanten van de sultanoverheersing: de in hout opgetrokken paleizen met hun deuren. En de dhows die met hun wit, driehoekig zeil als kunstwerken langs de kust varen. En dan is er nog de aangename, alomtegenwoordige geur van kruidnagel, het belangrijkste exportproduct van Zanzibar.

Sierlijke dhows die door het blauwe water van de Indische Oceaan klieven, dat was tot voor kort het beeld dat dit kleine eiland met z’n 900.000 inwoners het best typeerde. Tot voor kort. Want de jongste weken lieten de internationale media vooral geweldbeelden uit Zanzibar zien. Gehelmde agenten die deuren van winkels inbeuken en mensen naar buiten sleuren. Diezelfde oproerpolitie die met traangasgranaten en echte kogels op een groepje mannen schiet. Boze manifestanten die een voorbijrijdende politiewagen met stenen bekogelen. Hoeveel slachtoffers hierbij vielen, blijft voorlopig staatsgeheim.

VIER KEER STEMMEN

Aanleiding voor het geweld waren de verkiezingen van 29 oktober. Die dag mochten de Zanzibari hun eigen president en parlement kiezen. Hoewel het eiland deel uitmaakt van Tanzania, beschikt het over een semi-autonoom statuut met eigen instellingen. Volgens internationale waarnemers draaiden de verkiezingen uit op een belediging van de democratie.

De Chama Cha Mapinduzi (CCM) of ‘Partij van de Revolutie’ die sinds de onafhankelijkheid aan de macht is in Tanzania en op Zanzibar, gebruikte tal van kunstgrepen om de uitslag te beïnvloeden. Openlijk en schaamteloos. CCM-aanhangers werden in open vrachtwagens van het ene dorp naar het andere gereden waar ze voor de tweede, derde, vierde maal hun stem mochten uitbrengen. En niemand die hen durfde tegenhouden want ze werden beschermd door gewapende leden van de KMNK, de anti-smokkelbrigade.

In andere kiesdistricten – toevallig de oppositiebastions – gingen de stemlokalen drie tot vier uur te laat open. Omdat de stembrieven nog niet waren gearriveerd, omdat de sleutel van het lokaal was zoek geraakt of omdat de voorzitter van het stembureau zich had verslapen. Hierdoor moesten kiezers urenlang in de rij staan. ‘En het is hier heet’, zei een jonge vrouw. ‘Er zijn al veel mensen flauwgevallen. Vooral zieken en zwangere vrouwen. Ikzelf sta hier al sinds zes uur in de ochtend. Het is al middag en ik moet nog 200 meter aanschuiven. Ik vrees dat ik niet voor sluitingstijd tot bij het stemlokaal zal geraken. Spijtig, want ik wou absoluut stemmen, ik kijk al maanden uit naar deze dag.’

Op vele plaatsen werden verkiezingswaarnemers van de oppositie uit de kieslokalen gezet en met geweld gearresteerd. Er was ook sprake van intimidatie. In een dorp staken politiemannen drie huizen van oppositieaanhangers in brand. In de nacht na de verkiezingen waren verschillende stembussen urenlang ‘vermist’. Het was dan ook niet verwonderlijk dat er de dag na de verkiezingen geweld uitbrak op Zanzibar. De fraude was zo overduidelijk. En het was bovendien al de tweede maal dat de CCM de stembusgang vervalste. Want ook in 1995, na de eerste meerpartijenverkiezingen in Tanzania, bleek dat er systematisch was geknoeid. Toen al dreigde de situatie uit de hand te lopen. Maar de oppositie maande haar aanhangers aan tot kalmte en koos voor de tactiek van de burgerlijke ongehoorzaamheid. Er kwam een boycot van de parlementaire werkzaamheden waardoor het politieke leven op Zanzibar zo goed als stilviel. Ook de internationale gemeenschap vond de verkiezingsfraude al te gortig en besloot haar ontwikkelingshulp aan Zanzibar te bevriezen. Met als gevolg dat de economie een deuk kreeg en tal van gezondheidsprogramma’s in gevaar kwamen.

Maar de CCM-leiding was niet onder de indruk van de sancties. Integendeel, er kwam een repressiecampagne waarbij volgens Amnesty International oppositieleiders werden opgepakt, gevangengezet en gefolterd. Ook na de jongste verkiezingen blijft de machtspartij immuun voor internationale druk.

ANDERE MIDDELEN

De CCM riep zich vorige week uit tot de grote verkiezingsoverwinnaar, partijaanhangers vierden feest in de straten van Zanzibar-stad. Tot grote irritatie van de Europese Unie, de Verenigde Staten en de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid die zich afvragen of Tanzania de titel ‘meerpartijendemocratie’ wel verdient. De kans dat het geweld nog zal toenemen, is groot. Oppositieleiders gaven al te verstaan dat ze hun politiek van geweldloosheid niet tot in het oneindige kunnen voortzetten. ‘Blijkbaar mogen wij de verkiezingen niet winnen. Als we de wil van het volk willen doen zegevieren, zullen we naar andere middelen moeten grijpen.’

De oppositie mocht de verkiezingen op Zanzibar niet winnen. Met die uitspraak zijn ook de internationale verkiezingswaarnemers het eens. Die eraan toevoegen dat de CCM met vuur speelt. Want door zich kost wat kost aan de macht vast te klampen, dreigen de internationale reputatie en de jarenlange stabiliteit van Tanzania in gevaar te komen. Twee factoren die verklaren waarom het land de laatste jaren uitgroeide tot de lieveling van internationale donoren en investeerders. Geen oorlog en een goed mensenrechtenrapport. Twee pluimen die de Tanzaniaanse president Benjamin Mkapa de jongste jaren op zijn hoed kon steken en waarmee hij graag pronkt op internationale fora.

Waarom gooit Mkapa dat allemaal te grabbel? ‘Veel heeft te maken met het feit dat het Civic United front (CUF), eens aan de macht op Zanzibar, meer autonomie voor het eiland zal eisen’, zegt het hoofd van een Afrikaans ngo-netwerk (dat liever anoniem blijft). ‘En dat is voor Mkapa en zijn CCM onaanvaardbaar, want in strijd met de filosofie van Julius Nyerere: de vader des vaderlands die in 1964 van Zanzibar en het toenmalige Tanganyika één land maakte. Eenheid werd een heilig principe in dit land. Nyerere had trouwens nog een tweede basisbeginsel: namelijk dat Tanzania een seculiere staat moest zijn waarbij religie zich afzijdig houdt van de macht.

En ook dat heilig huisje, zo denken de apparatsjiks van de CCM, komt in gevaar. Want volgens hen is het CUF een islamitische partij met voornamelijk moslim-stemmers. De gedachte van een autonoom Zanzibar doet hen huiveren, maar ze hebben nog meer schrik van een autonoom en islamitisch Zanzibar.’

Waardoor de politieke strijd tussen CCM en oppositie meteen verandert in een religieus conflict tussen christenen en moslims. Want terwijl de bevolking op het vasteland ongeveer gelijk verdeeld is tussen moslims, christenen en animisten, is de bevolking op Zanzibar voor 97 procent moslim. En het klopt ook dat het CUF erg populair is bij moslims en af en toe geholpen wordt door invloedrijke imams die tijdens het gebed oproepen om CUF te stemmen. Verder valt in Zanzibar op hoezeer de bevolking naar de Arabische golfstaten is gericht. Zij die zich een satelliettelevisie kunnen veroorloven, zappen voor het nieuws niet enkel naar BBC en CNN, maar ook naar de Saudi-Arabische staatszender die vooral vertraagde beelden van de intifada in Palestina uitzendt met heroïsche muziek op de achtergrond.

En in de talrijke cybercafés op Zanzibar zitten naast toeristen ook veel gesluierde vrouwen… te surfen op Arabische websites. Nog een opvallend detail: in de straten van Zanzibar-stad hangen al enkele maanden posters met twee afbeeldingen van vrouwen: links een vrouw met een korte jurk en het onderschrift ‘als je aids wil krijgen, moet je dit doen’; en rechts een gesluierde vrouw met als onderschrift ‘als je geen aids wil krijgen, moet je dit doen’.

SHARIA-WETTEN

‘Het zijn fundamentalisten’, zegt CCM-secretaris-generaal voor Zanzibar Seif A. Iddi. ‘Ze willen de vrouwen onderdrukken en de strenge sharia-wetten invoeren.’ Volgens Seif A. Iddi wil het CUF de revolutie van Nyerere ongedaan maken en het land weer naar prekoloniale tijden brengen. ‘Ze willen de afscheiding van Zanzibar zodat ze het land terug kunnen geven aan de sultans.’ Vragen over arrestaties en folteringen van CUF-aanhangers wil de CCM-secretaris-generaal niet beantwoorden. ‘Allemaal verzinsels. De mensen van het CUF zijn uitstekende leugenaars. Ze gebruiken hun website om over de hele wereld te liegen. En jullie geloven dat allemaal zomaar. Het probleem is dat die partij hier opnieuw een soort slavernij wil invoeren. Met de steun van machtige oliestaten als Oman en Saudi-Arabië. Beangstigend.’

Mohammed Ali Yusuf, directeur mensenrechten van het CUF, wuift de bewering als zou zijn partij fundamentalistisch zijn weg. ‘Natuurlijk wil het CUF moslimkiezers aantrekken. De overgrote meerderheid van de Zanzibari is moslim. Dit is geen strijd tussen moslims en christenen, maar tussen jong en oud. Onze partij is jong, de CCM is de partij van de corrupte diehards.’

De banden met de Golfstaten worden niet ontkend. ‘Die banden zijn er altijd geweest. De Arabieren uit Zanzibar komen oorspronkelijk uit Oman. Er zijn familiale en economische relaties. Maar dat wil nog niet zeggen dat wij de Sharia gaan invoeren, of de sultan opnieuw willen installeren. Nog een ander fabeltje is dat wij ons willen afscheuren van Tanzania. Wat we wel willen, is meer autonomie. Want de bureaucratische regering op het vasteland verwaarloost ons. De dollars van de toeristen en de kruidnagel vloeien naar het vasteland, maar wij krijgen niets terug.’

Maar niet alle moslims op Zanzibar zien de strijd tussen CCM en oppositie als een puur politieke, areligieuze strijd. Khatib M. Rajab, een historicus die op Zanzibar woont, zegt dat de huidige politieke onderdrukking van het CUF wrange herinneringen oproept aan de revolutie van 1964, waarbij de laatste sultan van Oman werd afgezet en naar schatting 10.000 Arabieren en Aziaten om het leven kwamen: ‘Ook dat was een strijd tussen moslims en christenen. De devoot katholieke Nyerere kon niet aanvaarden dat Zanzibar in handen was van moslims. Hij zag daarin een bedreiging van het christendom. Daarom stuurde hij in 1964 militieleider John Okello, een diepchristelijke Ugandees, naar Zanzibar om komaf te maken met de moslims. Okello zou later in zijn memoires schrijven dat God hem had aangeduid om op Zanzibar een revolutie te beginnen, in naam van het christendom.

En Nyerere zelf, die heeft ook na de revolutie meermaals blijk gegeven van zijn pathologische obsessie om moslims te onderdrukken. Zo verklaarde hij in 1973 dat enkel volwassen moslims de pelgrimstocht naar Mekka mochten ondernemen. En slechts één keer in hun leven. En in 1989 zei hij in een speech dat hij repressief zou optreden tegen moslimdissidenten. Daarmee doelde hij op het toen nog ondergrondse CUF dat strijd voerde voor het meerpartijenstelsel. Wat er de jongste weken op Zanzibar gebeurt, verbaast me niet. Het zijn de vriendjes van Nyerere die opnieuw blijk geven van hun haat jegens de moslims.’

AMPUTATIEMACHINES

Is op Zanzibar een zoveelste religieuze oorlog uitgebroken? Een botsing tussen de christelijke en de moslim-beschaving? Net als in Sudan waar de moslimregering van Khartoem een eindeloze oorlog met christelijke rebellen uitvecht. Of zoals in Kenia waar het bij de verkiezingen van 1997 tot bloedige rellen kwam met religieuze inslag. Ook met Nigeria lijkt een aardige parallel te trekken. In de noordelijke staten van dat land vielen dit jaar al meer dan duizend doden bij gevechten tussen christenen en moslims omdat die laatsten de sharia-wetten opnieuw willen invoeren.

Volgens de Nigeriaanse krant The Guardian staan in Noord-Nigeria de amputatiemachines al klaar om de straffen van de sharia-rechtbanken uit te voeren. Maar in diezelfde krant bekampt een moslimleider de stelling dat religie de echte oorzaak is van de rellen in Nigeria: ‘Religie is niet de diepste wortel van het conflict. Dit is een sociaal probleem. Afrikanen zijn extreem gefrustreerd: door armoede, corruptie, aids en de uitzichtloosheid van dit alles. Zo gefrustreerd dat ze bij de minste provocatie ontploffen. Een perfecte situatie voor politieke en religieuze opportunisten die, in ruil voor enkele loze beloften, de bevolking naar hun hand kunnen zetten.’

Moet voor de recente crisis op Zanzibar soortgelijke nuance worden aangebracht? Is er ook daar iets meer aan de hand dan een religieuze clash?

‘Natuurlijk’, zegt Mohammed Saeed, historicus en actief lid van de Organisatie voor Moslim-schrijvers in Dar es Salaam. ‘De religieuze breuklijn is te eenvoudig, te grof als verklaringsmodel. Het klopt dat er in Tanzania en vooral op Zanzibar spanningen zijn tussen christenen en moslims. Maar dat heeft eerder met machtspolitiek dan met religie te maken. Het begon met de Britse kolonisatoren die met hun verdeel-en-heersstrategie beide gemeenschappen tegen elkaar opzetten. Vooral het onderwijs was daarbij een belangrijk wapen. Christenen hadden toegang tot de scholen, moslims niet.

En toen de Britse koloniale gouverneur in 1958 de eerste verkiezingen organiseerde, zorgde hij ervoor dat de moslims werden uitgesloten. Om te kiezen of zich verkiesbaar te stellen, moest je minimum 200 pond verdienen, lagere school hebben afgewerkt en een job van een zeker niveau hebben. De Britten en de missionarissen hadden de moslims eerst jarenlang onderwijs ontzegd en in 1958 ontnamen ze moslims de kans om deel te nemen aan de toekomst van hun eigen land. Daar is het fout gelopen: want je moet weten dat moslims en christenen samen hadden gevochten voor de onafhankelijkheid.

En zelfs na ’58, toen de christenen het overheidsapparaat in handen kregen, riepen de moslimleiders hun achterban op om vertrouwen te hebben in de nieuwe machthebbers. Maar toen president Nyerere en zijn ministers, net als de Britten, de moslimbevolking onderwijs en politieke rechten ontzegden, kwam de verbittering. Blijkbaar genoten Nyerere en Co. in die mate van de macht, dat ze die met zo weinig mogelijk mensen wilden delen.

Teleurgesteld keerde de moslimgemeenschap zich af van de staat en ging op zoek naar alternatieven. Moslimleiders maakten plannen om een parallel onderwijssysteem op te zetten. Met een eigen universiteit op Zanzibar. Voor de financiering wendden ze zich tot andere moslimlanden: Egypte, Jordanië, Koeweit, Irak en Libanon. Nyerere was woedend en kelderde het project. Weliswaar zonder voor een alternatief te zorgen, want de staatsscholen bleven moeilijk toegankelijk voor moslims. En zo kwam dit land in een vicieuze cirkel van frustratie en staatsrepressie terecht. Met als enige effect dat zelfs de meest liberale moslims zich radicaliseerden.’

Het hoofd van het ngo-netwerk: ‘Moslimfundamentalisme is zo’n dooddoener. Het is niet omdat wij naar de moskee gaan dat we fundamentalisten zijn. Het feit dat de vrouwen op Zanzibar gesluierd rondlopen, maakt van hen nog geen extremisten. Velen van hen trekken elke vrijdagavond hun lang gewaad uit om in westerse kleren te gaan dansen in de plaatselijke discotheek. Fundamentalistisch? Kom, kom: al dat gedoe over fundamentalisme is een strategie van de regering om aan de macht te blijven. Want dat is het enige wat ze willen. De macht. Niet om het eiland te besturen, maar om hun eigen zaakjes te regelen. Wist je dat de CCM-top de volledige drugstrafiek op Zanzibar controleert? Hoe denk je anders dat al die toeristen hier aan hun spul geraken. Ik zou je urenlang kunnen onderhouden met verhalen over corruptie binnen de CCM. Na veertig jaar alleenheerschappij vind je binnen die partij nog maar weinig oprechte politici. Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut, je kent dat gezegde wel. Ik zal je straks de privé-woning van president Amour laten zien. Het grootste huis op het eiland. Groter dan zijn ambtswoning. Aan de macht zijn, heeft zo zijn voordelen.’

Koen Vidal

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content