Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Even leek de implosie van het asielbeleid nabij. België is een van de weinige landen die in 25 jaar immigratiestop nooit een regularisatiecampagne voerden.

De voorbije dagen leek het er wel op alsof we de implosie of spontane verdamping van het “efficiënte” asielbeleid voor onze ogen zagen gebeuren. Eerst leek het opvangbeleid het te begeven: door de stijging van vooral Kosovaarse vluchtelingen raakten de centra overvol. Dat leidde tot enkele maatregelen die op knip- en plakwerk waren gebaseerd en die al even snel werden bijgestuurd als ze waren uitgevaardigd. Vorige week klapte het uitwijzingsbeleid in elkaar en moest het repatriëren van vreemdelingen gestaakt worden. En tenslotte leek ook het detentiebeleid ineen te storten toen Binnenlandse Zaken abrupt besloot om het gesloten centrum in Steenokkerzeel open te zetten en de mensen, kinderen incluis, zonder hulp op straat te dumpen. Ze kregen nu wél papieren mee – om het land in vijf dagen te verlaten.

Terwijl vrijdag de politieke stoelendans alle media naar zich toezoog, was er maar weinig aandacht voor een persconferentie van een kersverse “nationale beweging” die voor een regularisatiecampagne van illegalen opkomt. Enkele tientallen verenigingen hebben zich de voorbije maanden in die koepelorganisatie verenigd. Hun uitgangspunt is dat er, na een kwarteeuw immigratiestop, vele tienduizenden mensen zonder papieren in onze maatschappij leven en dat het, ondanks alle oorlogsretoriek tegen illegalen, onmogelijk blijkt om hen effectief het land uit te zetten. Een eenmalige regularisatiecampagne zou de kloof tussen beleid en realiteit verkleinen en de druk op het systeem verminderen. Veel Europese landen hebben de invoering van een restrictief beleid met dergelijke “opkuisoperatie” begeleid.

KOUDWATERVREES IN BELGIE

Meestal vonden die campagnes plaats op het moment dat een nieuwe minister of een nieuwe regering aantrad. De vraag is of dat ook zal kunnen in België, waar de koudwatervrees voor regularisaties bijzonder groot is. Het klassieke tegenargument van Binnenlandse Zaken luidt dat “een algemene regularisatie een duidelijk aanzuigeffect heeft”. Uit de praktijk in andere landen blijkt echter dat een regularisatie altijd veel minder kandidaten aantrekt dan bij voorhand gedacht was. Het fameuze aanzuigeffect is vrij gemakkelijk te vermijden door een peildatum in te voeren die op zijn minst enkele maanden vòòr het begin van de campagne ligt.

België is een van de weinige landen in Europa waar in 25 jaar immigratiestop geen enkele regularisatiecampagne mogelijk is geweest, zelfs niet om “schoon schip” te maken bij de invoer van nieuwe restricties. Op het moment dat de immigratiestop in 1974 afgekondigd werd, was dat wél nog een laatste keer gebeurd. Nadat België jarenlang gastarbeiders had aangetrokken, kwam het illegalenvraagstuk aan de orde toen een aantal vreemdelingen zonder papieren in Brussel in hongerstaking gingen. Zij werden door de rijkswacht onverbiddelijk het land uitgezet. Na de storm van verontwaardiging over dit optreden besloot de regering tot een regularisatiecampagne, waar ongeveer negenduizend mensen van genoten.

Ondanks de afgrendeling van Fort Europa werden de voorbije jaren grote regularisatiecampagnes gevoerd in Frankrijk, Italië, Spanje, Griekenland, Portugal, en kleinere campagnes in Nederland, Zweden en andere landen. De Franse regering van Lionel Jospin besloot vorig jaar, enkele dagen na haar aantreden, tot een regularisatie, waarvoor 170.000 mensen zich kandidaat stelden. Volgens opiniepeilingen stond een meerderheid van de Fransen er achter. De grootste regularisatiecampagne ooit was in 1986 in de Verenigde Staten (circa drie miljoen aanvragen).

HET GEVAAR VAN WILLEKEUR

De nu gevormde “nationale beweging” vraagt een regularisatie voor illegalen die kunnen bewijzen dat ze al vijf jaar op ons grondgebied verblijven. Ook mensen die al drie jaar in een procedure voor een verblijfsvergunning zitten, zouden papieren moeten krijgen. Een onafhankelijke regularisatiecommissie zou over de aanvragen moeten beslissen. Bovendien wordt gevraagd om een tijdelijk beschermingsstatuut (“B-status”) in te voeren voor mensen die om veiligheidsredenen niet terug kunnen, zoals oorlogsvluchtelingen. En tenslotte moeten er eindelijk correcte en objectieve procedures komen voor wie op humanitaire gronden een beroep wil doen op een individuele regularisatie.

Die laatste mogelijkheid bestaat nu al (het omstreden artikel 9, lid 3 van de vreemdelingenwet), waardoor mensen in “buitengewone omstandigheden” een aanvraag voor een vergunning mogen indienen. De moeilijkheid is dat de echte probleemcategorieën (uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale immigranten) daar nauwelijks een kans maken. Al jaren wordt aangeklaagd dat Binnenlandse Zaken geen of onduidelijke cijfers vrijgeeft en geen objectieve criteria wil opstellen, zodat zelfs de Senaat al waarschuwde voor “het gevaar van willekeur”. Binnenlandse Zaken is nu wél bezig om de dossiers van Bosniërs met een ontheemdenstatuut en van oude asielzoekers (die al vier of vijf jaar wachten) ambtshalve voor een verblijfsvergunning te onderzoeken, maar dat heeft niets met illegalen te maken.

Voor de illegalen zelf zijn aan een regularisatiecampagne trouwens ook risico’s verbonden: velen worden dan door hun werkgevers ontslagen – omdat ze als “legalen” te duur worden – en anderen zijn bang om opgepakt en uitgewezen te worden als ze zich laten registreren. Een regularisatiecampagne zou het fenomeen van de illegaliteit uiteraard ook niet uit de wereld helpen, maar het zou wel wat lucht en ademruimte in deze nijpende problematiek brengen. En zoals het Steunpunt voor Uitgeprocedeerden stelt: het zou alleszins een ontlasting zijn voor het falende terugkeerbeleid.

Illustratie: GAL

CHRIS DE STOOP

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content