Over net één week start dé Conventie. Eind vorig jaar in het leven geroepen door de Europese regeringsleiders in Laken, moet zij ons de contouren opleveren van het Europa van de toekomst. Ze wordt, niet helemaal ten onrechte, door sommigen vergeleken met de Amerikaanse Conventie van 1787 in Philadelphia, waar een grondwet werd uitgetekend die een stel onafhankelijke staten aan de oostkust van Noord-Amerika omsmeedde tot een politieke unie, de Verenigde Staten. Maar Europa is Amerika niet en het is zeer de vraag of wat ginder lukte, ook hier kan slagen.

De oude, eerbiedwaardige Panoramix vond ooit een toverdrank uit waardoor een klein Gallisch dorpje met succes de Romeinse overweldiger het hoofd kon bieden. Om Europa even onoverwinnelijk te maken als het dorp van Asterix, bestaat er misschien ook wel een geheim recept. De ingrediënten ervan lijken voor het oprapen te liggen, net zoals de maretak van Panoramix – maar het zit hem ook hier in de juiste combinatie. De Conventie is geslaagd als zij ons een Europees project oplevert waar we, één: ons trots over kunnen voelen; twee: wat aan hebben; en drie: aan de toog van ons stamcafé over kunnen kletsen en kiften.

Trots kunnen we alleen worden als Europa een positief streefdoel vertolkt dat tot de verbeelding spreekt en tegelijk ook concreet en realistisch genoeg oogt. Voor de eerste generatie Europeanen was dat de historische verzoening tussen de aartsvijanden Frankrijk en Duitsland. Voor de huidige generatie Europeanen is dat de bijsturing van de mondialisering en een wereld die niet overgeleverd wordt aan de willekeur van een Bully Bush-Amerika.

Laten we het even bij de kern houden: macht en welvaart zijn vandaag zeer onrechtvaardig verdeeld over de wereld en te veel mensen zijn veroordeeld tot een leven in extreme armoede. Bij velen – buiten Washington – begint het te dagen dat na twee decennia mondialisering aangedreven door de grillen van min of meer autonome financiële en technologische krachten, de tijd rijp is voor nieuwe vormen van mondiale regulering en beheer. Als de Europese Unie dat uitdraagt, zal zij in de armen worden gesloten door haar eigen jonge generatie die precies op zoek is naar een andere mondialisering.

Een architectuur voor een multilaterale wereldorde met oog voor de belangen van rijk én arm, is meteen ook het alternatief voor de Amerikaanse fantasiewereld van een mondiale Far West waar de regering-Bush als een zelfgekozen sheriff de schurken achternazit. Als Europa daarvoor gaat, dan schaart de halve wereld zich meteen achter de Europese Unie en tegen de Verenigde Staten, van de gematigden in Iran tot de verschoppelingen in de Palestijnse kampen, van de would be-grootmachten als Rusland en China tot de armsten in Afrika. Voelde het niet een klein beetje warm aan toen de Europese Unie vorige week haar nieuwe Midden-Oosten-strategie bekendmaakte en daarmee eindelijk zonder omwegen inging tegen het beleid van de Amerikaanse Republikeinse rechterzijde? Of toen het Belgische EU-voorzitterschap helemaal in zijn eentje de racismeconferentie in Zuid-Afrika redde, nadat de Amerikaanse delegatie als een verwend kind was opgestapt.

Een Europa waar we iets aan hebben, het tweede ingrediënt van onze Europese toverdrank. Een Europa dat de lidstaten bijstaat in de verbetering van ons dagelijks leven, daar hebben de kleine landen doorgaans geen probleem mee. De Belgen hebben al een halve eeuw geleden begrepen dat economische groei zonder Europa ondenkbaar was geworden. Maar daar stopt het niet meer bij. Sociale zekerheid, migratie en asiel, gekke koeien en leefmilieu, een meer rechtvaardige fiscaliteit door strijd tegen belastingparadijzen, internationale drughandel en misdaadkartels met vertakkingen tot in mijn buurt, een sociale dialoog tussen ondernemers en vakbonden: hoe wil je dat allemaal nog binnen de grenzen van één land aanpakken? Om Europa met zijn inwoners te verzoenen, zouden politieke leiders er het best aan doen de dagelijkse voordelen van Europa wat extra in de verf te zetten en ermee op te houden het als een betweterige en anonieme boeman af te schilderen

Een Europa dat de moeite waard is om ruzie over te maken aan de toog, derde grondstof van een geslaagde Conventie. Waarover zaten don Camillo en Peppone elkaar voortdurend in de haren? Over ideologie – wat hen niet belette hun onenigheid even terzijde te schuiven als puntje bij paaltje kwam. Weinigen hebben het toen opgemerkt, maar de centrum-linkse regeringen van de jaren ’90 hebben Europa gebruikt in hun strijd tegen het neoliberalisme. In hun ogen diende de Europese Unie, samen met de lidstaten, niet alleen de gebreken van de markt te compenseren, maar ook minimumstandaarden op te leggen inzake leefmilieu, sociale normen en milieubescherming. De notie ‘voltooiing van de eenheidsmarkt’ kreeg aldus meer dan een louter economische en monetaire inhoud. Het werd ook ideologisch ingekleurd, met name de bescherming van het Rijnlandmodel – dat unieke Europese mengsel van persoonlijke vrijheid en sociale solidariteit – tegen het Thatcheriaanse importproduct.

Binnenkort, zo voorspellen sommigen, zal de meerderheid van de Europese regeringen van centrum-rechtse signatuur zijn. Laat honderd bloemen bloeien en de gemoederen zullen verhitten. Lieve lezer, doe eens de moeite om de Europa-berichtgeving wat van naderbij te volgen en u zult merken dat de ruzie zal gaan over de conclusies van de Raad van Lissabon (2000). Daar was een soort evenwicht bereikt tussen de vereisten van de nieuwe economie en de noodzaak om de sociale ongelijkheid in te dijken. Het laat zich vandaag reeds gevoelen onder het Spaanse voorzitterschap: de een benadrukt verdere flexibilisering en verhoogde competitiviteit, de ander wil een sociale politiek en voluntaristisch tewerkstellingsbeleid. Het klinkt taai, maar het gaat om een goeie ouwe, maar tevens legitieme en heel actuele ideologische discussie waarmee we bij de tapkraan met elkaar in de clinch kunnen gaan.

Onze Europese toverdrank is dus geen remedie tegen onderlinge ruzies en dat hoeft ook niet: Asterix en Obelix hebben het ook vaak met elkaar aan de stok. Maar op het einde van de dag zijn onze Galliërs het onder elkaar wel voldoende eens over de belangrijke dingen des levens om samen everzwijnen op te smullen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content