Het weekblad Bonanza is geen blijvertje gebleken. ‘Maar spijt is er niet’.

Hij wilde er geen doekjes om winden. ‘Als ik aan het hoofd stond van Bonanza en dat was mijn enige project, zou ik gek zijn om te stoppen’ zei gedelegeerd bestuurder Wouter Vandenhaute van Woestijnvis vorige week op een inderhaast bijeengeroepen persontmoeting. Maar het was dus niet zijn enige project. En daarom houdt Bonanza op te bestaan.

De voorgeschiedenis van het Nieuw Fijn Weekblad waarmee Woestijnvis in januari op de markt kwam, is op zijn minst turbulent te noemen. Nog voor de start was er al langdurig onderhandeld over een mogelijke samenwerking tussen Woestijnvis en Mediaxis, de uitgever van Humo, maar wel met het mes op tafel. Wouter Vandenhaute en zijn voormalige vriend Guy Mortier sneden elkaar net niet de oren af. Woestijnvis wou dringend differentiëren; de VRT zat in verbeten onderhandelingen met de overheid over het nieuwe beheerscontract en die verliepen niet bepaald vlot. Vandenhaute: ‘De toekomst van de VRT zag er ongunstig uit, plus er waren signalen dat de vernieuwing zou worden teruggedraaid. In die context is besloten om te differentiëren, wat ons de kans zou geven om keuzes te maken.’

Uiteindelijk werd de VUM (uitgever van onder meer De Standaard) de nieuwe partner met een minderheidsparticipatie van 20 procent in De Vijver, de holding van alle Woestijnvisactiviteiten. Enkele maanden geleden was het beheerscontract van de VRT echter rond en midden juni werd het exclusief contract met Woestijnvis hernieuwd tot midden 2005. ‘Dat gaf ons de vrijheid en de keuze om alles te herevalueren.’ Anderen hadden de bui al eerder zien hangen. Twee van de zogenaamde ‘kernjournalisten’ (het blad werkte aanvankelijk zonder echte hoofdredacteur) keerden al na een paar weken terug naar Humo, waar ze door Vandenhaute waren weggekocht.

BONANZA ALS PASMUNT

Het opdoeken van Bonanza was een inhoudelijke keuze, houdt Vandenhaute vol: ‘Voor ons gaat het erom of we vanuit Woestijnvis het engagement met de VRT kunnen waarmaken en terzelfdertijd van Bonanza een succes maken. Het risico dat we dat niet gaan kunnen is te groot met Humo op de achtergrond.’ Volgens de Woestijnvis-baas waren er geen financiële problemen en was er ‘hoop voor het blad’. Bonanza mikte op een verkochte oplage van 80.000 exemplaren en haalde, volgens eigen onderzoek, een gemiddelde van 75.000: erewoord van Vandenhaute!

Voor september werd een herlancering aangekondigd en de marketingmensen waren daar volop mee bezig. Volgens de prognoses was het verlies amper 20 tot 35 miljoen frank hoger dan ingeschat, niet echt slecht voor een nieuw magazine. Waarom niet gewoon doorgaan of de boel verkopen? Vandenhaute: ‘We kiezen veel liever voor samenwerking met de groep waar we informeel heel goed mee samengewerkt hebben dan het blad te verkopen aan derden. De investering was een berekend risico en spijt is er niet.’ Wat die langetermijnsamenwerking inhoudt, is voer voor speculaties. Beide partijen willen een afkoelingsperiode inlassen om de bittere woorden die vorig jaar gevallen zijn, te vergeten. Pas daarna zal de ‘samenwerking’ concreet worden ingevuld.

Eén ding is, ondanks alle window dressing, duidelijk: Bonanza heeft in het akkoord tusen Woestijnvis en Mediaxis als pasmunt gediend. Iemand die er met zijn neus bovenop heeft gestaan zegt: ‘De langetermijnovereenkomst zal in ieder geval heel goed zijn als dit offer wordt gebracht. En ze had eigenlijk evengoed vorig jaar gesloten kunnen worden als een aantal mensen niet zo overmoedig en arrogant in een of ander restaurant de deal had opgeblazen, want toen waren de onderhandelingen zo goed als rond.’

Voor Humo is dit in ieder geval goed nieuws. Het tv-blad verloor het eerste kwartaal van 2001 wekelijks zo’n 15.000 exemplaren. Sanoma, de Finse uitgeversgroep die in juli Mediaxis kocht, boekte het eerste halfjaar de helft minder winst. Het uit de markt nemen van een directe concurrent van Humo zal ook daar worden geapprecieerd.

Hoe zou Terry Verbiest zich intussen voelen, die pas enkele maanden geleden door Bonanza was aangetrokken als hoofdredacteur? Verbiest was vooruitziend genoeg om voor zichzelf te zorgen: hij zal in het najaar Spraakmakers presenteren op Canvas. Voor de andere redacteuren (zo’n 25) wil Vandenhaute individuele oplossingen zoeken. De VUM, die het project bijzonder genegen was, zal zijn doorbraak op de tijdschriftenmarkt intussen nog even moeten uitstellen. Een tegenvaller, nu de sociale onrust in eigen kringen net was bedwongen.

Tine Vandendriessche

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content