Vrijdag ontruimde het Israëlische leger het grootste deel van Hebron. Zondag al kwam Yasser Arafat er in volle triomf aan.

Met zestigduizend man, min of meer, zijn zondagochtend de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever Yasser Arafat gaan welkom heten in Hebron, de laatste Palestijnse stad die nog teruggegeven moest worden door de Israëlische bezettingsmacht. De laatste en de moeilijkste voor iedereen. Voor de Israëli’s de lastigste vanwege, natuurlijk, het graf van de Patriarchen daar in het oude centrum, een heilige plaats voor joden én moslims, die daar bijna samen bidden. De ongelukkige dokter Baruch Goldstein die daar een paar jaar geleden 29 biddende moslims doodschoot alvorens overmeesterd te worden, heeft zijn graf op een heuvel in de kolonie Kiryat Arba, een paar kilometers van de oude stad. Het kijkt uit over oud Hebron, men brandt er kaarsjes op. Wie ? Kiryat Arba heeft al jarenlang de reputatie een bastion van oorlogszuchtig uiterst rechts te zijn, bewoond veelal door joden die uit New York en omstreken naar Israël kwamen.

Maar ook de vierhonderd settlers in het centrum van Hebron zelf zijn geen doetjes, met hun schooltjes en hun kindertuintjes en hun religieuze scholen, en hun ideaal om hier, op de plek zelf, de joodse gemeenschap weer op te bouwen die in 1929, zonder duidelijke redenen, door de Arabieren uitgemoord werd. Ze zijn tot de tanden gewapend, kunnen rekenen op Kiryat Arba en op een groot deel van de soldaten die hier gelegerd waren, en gelegerd zullen zijn. En ze zijn bereid niet alleen zichzelf, maar ook hun vrouwen en kinderen, en wellicht heel hun volk, als gijzelaars te gebruiken om hun plannen doorgang te doen vinden.

Men kan hen warhoofden noemen, fundamentalisten of misdadigers, maar ze zijn er wel in geslaagd de hergroepering van het Israëlische leger in Hebron bijna een jaar te doen uitstellen, en daarmee ook de hervatting van het vredesproces voor het hele Midden-Oosten. Ze zijn de speerpunt van een in Israël tot in de Israëlische regering zelf machtige beweging. Ze zitten in de regering bij monde van de Nationale Religieuze Partij, maar ook van de hele rechtervleugel van de Likoed-partij. Minister Benny Begin, zoon van de voormalige premier Menachem Begin die met de Egyptenaar Anwar el-Sadat de Camp David-akkoorden sloot , nam ontslag uit ?een regering die Hebron aan zijn lot overliet?. Andere ministers stemden tegen. Maar geen meerderheid, en premier Benyamin Netanyahu had het schrikbeeld niet nodig dat hij altijd nog een ?grote coalitie? met Labour kon maken om het proces voortgang te doen vinden. In de Knesset had hij dan verder niets te vrezen. Labour en de gematigde Likoed-vleugel stemden daar samen voor het Hebron-akkoord, dat met 87 tegen 17 stemmen aangenomen werd.

Dat was donderdag, 17 januari.

Vrijdag verliet het Israëlische leger zijn oude stellingen in Hebron om zich te ?hergroeperen? in het deel dat Netanyahu voor de kolonisten kon behouden. Dat deel is het oude centrum met het Patriarchengraf erin, en dan de oostelijke boord van de stad, naar Kiryat Arba op.

Wegen en toegangen ; gemengde en niet gemengde patrouilles van Israëli’s en Palestijnen samen of niet en op welke baantjes ; tot en met het aantal pistolen en geweren dat die Palestijnse politie in totaal en afzonderlijk mag hebben ofwel meedragen. Het is een hinderlijk, hopeloos ingewikkeld en voor de Palestijnse autoriteit vernederend akkoord geworden. Aanvankelijk wou Bibi Netanyahu Hebron immers helemaal niet ontruimen. Pas later heeft hij ingezien dat de oude strateeg Arafat bijna alles wel wou ondertekenen, omdat die zijn oog al op de volgende fase gericht had. De fase waar Bibi Netanyahu nog niet eens aan dàcht.

NAAR DE STAAT

Want toen de Israëlische premier, na lang pramen door de Amerikanen en zijn buren, eindelijk met een ogenschijnlijk toonbaar akkoord voor de hergroepering in Hebron op tafel kwam, wou Arafat niet meer tekenen. Zijn redenering was dan dat de Israëli, die Hebron als een eindpunt beschouwde en zeker niet aan het nieuwe beginpunt van de terugtrekking uit de rurale gebieden van de Westelijke Jordaanoever zou beginnen die nochtans in Oslo II voorzien waren , als hij daar niet toe gedwongen werd. En op zichzelf, wist Arafat, zou de Palestijnse autoriteit de Israëli’s niet tot iets kunnen dwingen. Dus liet hij, terwijl de Amerikanen en de internationale gemeenschap voor hem aan de kar trokken, een door de Israëli ondertekende kalender voor die terugtrekking bij aan het Hebron-akkoord nieten.

Die nieuwe hergroepering moet in drie fasen verlopen. Ze had oorspronkelijk een jaar na de teruggave van Hebron een feit moeten zijn, maar het nieuwe akkoord bepaalt dat de derde fase in de plaats van in september van dit jaar, slechts in juli-augustus 1998 afgelopen moet zijn. Dat geeft de Palestijnen meteen wat meer tijd om hun instellingen op poten te zetten. Na die terugtrekking van het Israëlische leger zouden ze immers, in de plaats van vijf procent, minstens 85 procent van de Bezette Gebieden moeten controleren het geeft dan niet dat sommige Israëli’s het nu al hebben over slechts vijftig tot zestig procent : dat wordt de volgende onderhandelingsslag. Vijf procent van de Westbank plus het rampgebied Gaza : dat is een explosief bantoestan. 85 procent van de bezette gebieden is nog steeds niet gróót, maar het is genoeg om er een Palestijnse staat op te vestigen. De overblijvende procenten grondgebied, de laatste Israëlische troepen in hun stellingen, moeten dan volgens de Oslo-akkoorden zo blijven tot de onderhandelingen van de derde fase rond zijn en uitgevoerd worden. Die gaan over de hete hangijzers en het definitieve statuut van Palestina.

Al bij al hadden de Palestijnen reden om tevreden te zijn dus, daar in Hebron. Door premier Netanyahu over de streep te trekken, weer het vredesproces in wat hij niet wou , en dit tegen een toch belangrijke minderheid van zijn eigen partij in, en de nieuwe golf terugtrekkingen aan het Hebron-akkoord te verbinden, heeft Yasser Arafat waarschijnlijk zijn grootste slag geslagen van de afgelopen paar jaar. Dat succes, uitgerekend in de moeilijke stad Hebron (de gewelddadigste tijdens de Intifada, de sterkst anti-Arafat-gestemde sinds de Oslo-akkoorden, bolwerk van de islamisten), zal de politieke vleugel van de Palestijnen, en dus de groep van Arafat, bij zijn bevolking wellicht weer de populariteit geven die de afgelopen maanden zo sterk aan het afkalven was.

Natuurlijk zullen de extremistische settlers in Hebron en Kiryat Arba zich zomaar niet laten kisten, en blijven er voor de Palestijnen moeilijk verteerbare aspecten aan het akkoord zitten. Daar staat tegenover, zoals de Israëlische schrijver Amos Oz het stelde, dat voor veel gematigde joden het verlies van Hebron ook een pijnlijke zaak is. Arafat verklaarde zondag tot drie maal toe dat hij vrede wilde in Hebron en in Palestina, ook met de settlers. Oz stelt voor de extremisten van Hebron langzamerhand te vervangen door goedwillende, gematigde en vredelievende vrome joden, die ook hun part vrede konden meebrengen.

Het belangrijke van het gebeuren om Hebron is dus niet die hergroepering zelf. Het belangrijke is dat Bibi Netanyahu een akkoord heeft gesloten met een man die hij enkele maanden geleden nog als een misdadiger beschouwde. Dat de Israëlische regering is teruggekeerd naar het principe ?land in ruil voor vrede?, waar het vredesproces op scharniert en dat ze na de verkiezingsoverwinning van Netanyahu verlaten had, zodat de discussie niet meer gaat over óf men land wil teruggeven, maar over hoevéél land men wil teruggeven. En dat de Palestijnse Autoriteit eindelijk weer iets van een resultaat kan laten zien aan een bevolking die daar al veel te lang wanhopig op zit te wachten en vaak eigenlijk al niet meer.

Reden om al te erg te juichen is er nochtans niet. Benyamin Netanyahu heeft zijn rechtervleugel nodig, en zal dus proberen die terug te winnen. Nu al heeft hij de terugtrekking, die hij beloofde voor het komende jaar, afhankelijk gemaakt van het ?goede gedrag? van de Palestijnen, in zijn termen dan de ?wederzijdsheid? waarmee Yasser Arafat de overeenkomsten in de praktijk brengt. Dat geldt dan vooral veiligheidsmaatregelen, strijd tegen islamistische terroristen en zo meer. Die wederzijdsheid lijkt ook vooral van de Palestijnen te moeten komen, want over een opheffing van de ?sluiting? van de Palestijnse gebieden door Israël hoort men de laatste tijd niets meer. Land teruggeven dus ? Wellicht wel, maar over elke vierkante meter zal gevochten en gewrongen worden.

Sus van Elzen

Hebron heet Yasser Arafat welkom : opstoot van populariteit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content