De ooit bloeiende handelswijk Kuregem, jarenlang verwaarloosd door de overheid, lijkt nu grotendeels in de greep van de informele economie.

Tientallen groepen, veelal van buiten Brussel, heeft hij het voorbije jaar rondgeleid in Kuregem, een troosteloze arbeiderswijk waar vooral allochtonen en migranten wonen. Omer Mommaerts, een boomlange zeventiger, is een veteraan van de Brusselse ACV-werking en nog steeds actief in tal van sociale organisaties. Voor Wereldsolidariteit organiseert hij wandelingen in Kuregem, de Anderlechtse probleemwijk in de Brusselse kanaalzone. ‘Wij willen het publiek bewust maken van de informele arbeid die hier welig tiert en de daarmee gepaard gaande uitbuiting’, zegt Omer Mommaerts. ‘De strijd voor waardig werk is niet alleen in ontwikkelingslanden maar ook hier nog brandend actueel.’

Zijn stadswandelingen zijn een bescheiden bijdrage aan de internationale campagne die ngo’s wereldwijd voeren voor het recht op ‘waardig werk’ – een campagne die loopt tot oktober 2010. Gids Mommaerts wil zijn groepen gevoelig maken voor de precaire arbeidsomstandigheden in het informele arbeidscircuit door hen er in eigen land mee te confronteren. ‘Wie door Kuregem loopt, gelooft haast niet dat dit België is’, zegt Mommaerts. ‘De derde wereld bestaat ook hier.’

Het parcours van Omer Mommaerts vertrekt bij het Baraplein, in de schaduw van het Zuidstation. Eerst komt de zogenaamde textieldriehoek van Kuregem aan bod, de omgeving van Crickxstraat, de Otletstraat de Limanderstraat en de Brogniezstraat. ‘Hier zijn heel wat textielzaken gevestigd, vooral groothandel’, vertelt Mommaerts. ‘Wat je ziet, oogt misschien fraai, maar achter die blinkende façades gaat ook een circuit van illegale, clandestiene ateliers schuil.’ In die moeilijk op te sporen werkplaatsen, vaak gewoon een zitkamer of een garage, vervaardigen kleine groepjes handwerkers in onderaanbesteding textielproducten. De arbeiders worden betaald per stuk, de afgewerkte waar is meestal voor de export bedoeld. ‘De vakbond krijgt hier onmogelijk een poot tussen de deur’, zegt Mommaerts. ‘De arbeiders, niet zelden mensen zonder papieren, zijn niet verzekerd, bouwen geen pensioen op en hebben geen sociale rechten.’

Af en toe wordt een clandestiene werkplaats door de sociale inspectie opgerold, maar het gaat meestal om toevalstreffers. ‘Als er bijvoorbeeld veel kartonnen dozen op straat staan, weet je dat er binnen iets aan de gang is’, vertelt onze gids. ‘Zo zijn een aantal illegale textielateliers ontdekt, waar mensen in lamentabele omstandigheden aan het werk werden gezet.’

De wijk leent zich ook uitstekend tot kleinschalige industriële productie. ‘Typisch voor Anderlecht en Kuregem zijn de vele huizen met garages,’ aldus Mommaerts ‘en met poorten waardoor auto’s in en uit kunnen rijden. Vroeger waren die garages de ateliers van de hier talrijk gevestigde kmo’s, in de bloeiperiode van de textiel- en de vleesindustrie en van de metaalnijverheid. Nu hebben ze vaak een nieuwe bestemming gekregen in de illegale economie.’

We steken de Bergensesteenweg over, het kloppende hart van Kuregem. ‘De armoede is hier groot’, zegt Mommaerts. ‘En daar ligt het Lemmensplein, het epicentrum van de moeilijkheden, waar de politie zich niet meer durft te vertonen.’

We lopen verder richting het Kanaal en komen in de beruchte Heyvaertstraat, op de grens van Anderlecht en Molenbeek. Dit is een internationale draaischijf voor de handel in tweedehandswagens, met bijna 200 kleine en grote autohandelaren en exportbedrijven die de heilige koeien vervolgens via de haven van Antwerpen naar vooral West-Afrika verschepen. Volgens kenners is dit ‘het Monaco van de tweedehandsauto’.

Op straat staan groepjes zwarte mannen futloos om zich heen te kijken. ‘Ze wachten op werk,’ zegt Mommaerts. ‘bij het laden en lossen, bij het demonteren van auto’s, bij het dichtlassen van auto’s, noem maar op. Sommigen lopen hier enige weken rond, tikken enkele auto’s op de kop en gaan terug naar Afrika. Ni vu, ni connu. Het enige wat ze nodig hebben, zijn documenten om de auto’s het land uit te krijgen.’

Grote opleggers met Oost-Europese nummerborden rijden af en aan in de Heyvaertstraat. Sinds de val van de Muur hebben de Oost-Europeanen de handel voor een stuk naar zich toe getrokken. ‘De betere auto’s nemen ze mee terug naar Oost-Europa, de slechtere exemplaren proberen ze hier te slijten voor de export naar Afrika.’

Het Japanse merk Toyota is tegenwoordig kennelijk erg in trek bij de Afrikanen, zo blijkt na bezoek van een paar tot garages omgedoopte fabriekshallen. ‘Afrikanen willen alleen nog Japanners en het liefst Toyota’ bevestigt Houssein, garagehouder en de enige in zijn zaak die een mondje Frans spreekt. Hij verbaast zich over onze aanwezigheid. ‘Doorgaans zien wij hier nooit blanken, toch geen blanke Belgen.’

Een collega van hem specialiseert zich in ambulances – van Toyota, dat spreekt. Voor een paar duizend euro, prijs te onderhandelen, word je de nieuwe eigenaar van een retromodel met Zwitsers nummerbord. Een esthetisch juweeltje uit de jaren tachtig, maar of het gevaarte ook rijdt, valt nog te bezien.

De herkomst van de auto’s is vaak duister. De tweedehandsauto’s worden in het circuit immers ettelijke keren na elkaar doorverkocht. Ze wisselen legaal of illegaal van eigenaar in een lange keten waarin alleen de laatste schakel btw betaalt – als hij dat al doet. De echte vrijbuiters zetten gewoon een handeltje op straat op, wat voor ernstige overlast zorgt in de buurt.

‘Per dag worden hier zeker 1500 auto’s verhandeld’, vertelt Mommaerts. ‘Maar je kunt hier ook allerlei andere zaken kopen, van sigaretten tot ijskasten.’

Maar de economische crisis heeft ook de markt van de tweedehandsauto getroffen. ‘Het is veel te rustig’, zegt garagehouder Houssein. Dat maakt het leven in de wijk alleen maar moeilijker. Ook de zwarte werkgelegenheid staat nu immers op de helling.

YouTube

Tot in de jaren zeventig was Kuregem een bruisende buurt. De wijk, gunstig gelegen aan het kanaal Brussel-Charleroi, nam economisch een hoge vlucht in de tweede helft van de 19e eeuw. Het krioelde er van de metaalfabriekjes, de kledingateliers en de voedingsbedrijfjes. Het in die tijd geopende slachthuis van Anderlecht zorgde nog voor heel wat extra economische activiteit. Ook toen was Kuregem een gemengde buurt. Eerst kwamen de Italianen en de Spanjaarden, later de Turken en de Marokkanen. Kuregem heeft ook een belangrijke Joodse gemeenschap. De klad kwam erin begin jaren tachtig. De fabrieken sloten of verkasten, met hoge werkloosheid en verpaupering tot gevolg.

Vandaag telt Kuregem circa 20.000 inwoners, merendeels immigranten en genaturaliseerde Belgen. Jongeren zijn oververtegenwoordigd in de wijk en veelal laag- of ongeschoold. De werkloosheidsgraad bedraagt er 50 procent. Qua gemiddeld inkomen per capita is Kuregem een van de armste wijken van Brussel. De huizen zijn er verloederd, de groene ruimtes schaars en de straten bij het Kanaal open vuilnisbelten. Kleine en grote criminaliteit floreert in dit gebied tussen spoorweg en kanaal, waar jongerenbendes een soms gewelddadige territoriumstrijd uitvechten met de politie.

De straatrellen in 1997 schudden de gewestelijke en gemeentelijke overheid eindelijk wakker, na jaren van desinteresse. Gaandeweg had Kuregem zich immers aan iedere overheidsbemoeienis onttrokken. Het voorbije decennium is via wijkcontracten en andere kanalen heel wat geld gevloeid naar Kuregem. Er werd geïnvesteerd in wijkvernieuwing, gevelrenovatie, sportinfrastructuur, opleidingsprojecten en een bedrijvencentrum. Maar die middelen zijn niet altijd oordeelkundig besteed. ‘Het zijn ook niet meer dan pleisters op een houten been’, aldus Omer Mommaerts, ‘als het gaat om het bestrijden van de armoede en de werkloosheid hier.’ Nieuwe woonprojecten voor de middenklasse in Brussel-stad, Molenbeek en Sint-Gillis hebben de armste bevolking van Brussel bovendien steeds meer richting Anderlecht en het Kanaal geduwd.

Professor en criminoloog Brice De Ruyver (Universiteit Gent) kent Kuregem goed. Zijn ouders zaten in de vleeshandel en zo bezocht hij geregeld de buurt van het slachthuis. ‘Kuregem is in korte tijd van een dynamische buurt afgegleden naar totale verloedering’, zegt De Ruyver. ‘Er heerst al dertig jaar een gedoogbeleid voor de illegale economie. Onze sociale inspectiediensten zie je daar overigens niet – die gaan niet controleren in sectoren waar ze een pistool tegen de slaap riskeren. Met het bekende mechanisme tot gevolg dat de illegale economie, waarvan de handel in tweedehandsauto’s de spil vormt, de legale economie verdrongen heeft. Een groot percentage van die autohandelaars beschikt niet over de nodige vergunningen. Er zitten ook heel wat gestolen auto’s bij, blijkt uit politiedossiers. Via de illegale economie worden vervolgens middelen afgeleid naar andere criminele activiteiten, van drugshandel tot terrorisme’, aldus De Ruyver.

‘Kuregem vormt ook de ideale rekruteringsreserve voor criminelen’, vervolgt hij. ‘Plaatselijke jongeren raken via de illegale economie op jonge leeftijd gewend aan quick wins. Wie daarvan eenmaal heeft geproefd, haal je niet meer terug met goedbedoelde integratieprojecten. De jongeren worden bovendien opgejut door de organisatoren van de illegale economie om de boel op stelten te zetten en no-gozones te creëren.’ De veiligheid in de wijk laten terugkeren doe je dan ook op de eerste plaats door de illegale economie aan te pakken, meent De Ruyver.

Na berichten over wangedrag van politieagenten van de zone Brussel-Zuid in de gevangenis van Vorst, staken boze jongeren eind november met een paar goedgemikte molotovcocktails het politiecommissariaat van Kuregem in brand. Het aanpalende, statige gemeentehuis van Anderlecht, een verre herinnering aan de economische bloeiperiode van de wijk, bleef gelukkig gespaard. ‘Is er nog een duidelijker bewijs nodig dat de politie in die buurt niets te zoeken heeft?’ vraagt professor De Ruyver zich af. Het beangstigende wapenfeit van de Kuregemse jongeren is door henzelf gefilmd en nog altijd te bewonderen op YouTube.

Intimidatie

Plaatselijk CD&V-politicus en ondervoorzitter van het Brussels parlement Walter Vandenbossche sloeg eind vorig jaar alarm in De Standaard. De veiligheid van de burger is in Anderlecht bijna constant in gevaar, schreef hij. Vier moorden in nauwelijks twee maanden tijd. Overvallen en intimidatie zijn schering en inslag. De angst regeert: ‘Een normaal leven leiden is in Anderlecht onmogelijk geworden’, aldus Vandenbossche.

‘Ik wil niet langer de problemen verzwijgen’, zegt hij enkele weken later bij een kop koffie. ‘Ik heb daar zelf ook veel te lang aan meegedaan.’

Het beeld dat Vandenbossche van de wijk schetst, is niet opbeurend. ‘De sociologische samenstelling van Kuregem is in tien jaar tijd drastisch gewijzigd. De wijk is verpauperd. Jongeren zijn hier structureel tot de werkloosheid veroordeeld. Ze beschikken noch over de nodige kennis, noch over de nodige maatschappelijke vaardigheden om in deze samenleving mee te kunnen. Ze hebben vanuit hun opvoeding ook niet de juiste waarden meegekregen. Dat alles leidt tot ontreddering en tot het afwijzen van onze samenleving.’

De overheid bepaalt hier niet langer de regels, zegt Vandenbossche, die vanuit verschillende hoeken te horen kreeg dat hij te hard van stapel loopt maar ook veel bijval oogstte met zijn noodkreet.

Hij somt een paar incidenten op van de laatste weken, waarvan sommigen niet eens de krant haalden, wat tekenend is voor de gewenning die is ontstaan met betrekking tot geweld in Kuregem. ‘Iets te vrijgevochten moslima’s, gewoon leuke meiden, hebben voor de schoolpoort van het Institut de Notre Dame van een groep jongens een pak slaag gekregen. Dat is al de derde keer dit jaar dat we dat meemaken. Een groep Belgische bezoekers aan een plaatselijke moskee is begroet met brandende autobanden. Het gezondheidscentrum van Kuregem is de laatste negen maanden zes keer overvallen. Gepensioneerden die hun huis te koop zetten worden onder druk gezet om onder de prijs en aan bepaalde personen in de wijk te verkopen. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.’

Vandenbossche neemt ons mee naar de zogenaamde dievenroute. Wie bestolen wordt op het Albertplein, een infaam car- en sackjackingkruispunt, kan op braakliggend terrein achter de sociale woningblokken op zoek naar de restanten van zijn persoonlijke bezittingen. De dievenroute is welbekend bij politie en gemeentelijke overheid, maar een camera of straatlantaarn valt er niet te bespeuren.

Vandenbossche heeft de hoop voor Kuregem niet opgegeven. ‘Er zijn een heleboel sterke plaatselijke initiatieven. Maar door het permanente gevoel van onveiligheid sluipt de twijfel in de hoofden van al die initiatiefnemers.’

Vandenbossche betreurt het dat men hem nu ‘in de rechtse hoek’ probeert te stoppen. ‘Ik heb tal van projecten voor allochtonen mee uit de grond gestampt’, zegt hij. ‘Maar ik ben in de groep van de twijfelaars beland. Veiligheid komt eerst. Daarzonder lukt het volgens mij echt niet.’

Maar om iets te kunnen ondernemen, moet eerst het institutionele kluwen genaamd Brussel sterk vereenvoudigd worden. ‘In Kuregem alleen al zijn er elf beleidsniveaus actief’, zegt hij. ‘Zo kun je geen ernstig beleid voeren.’

Dat kan onze geëngageerde stadsgids Omer Mommaerts alleen maar beamen. ‘De communautaire tweedeling van Brussel staat bovendien goed beleid in de weg. We zitten nog vast aan oude politieke structuren. Maar kijk eens goed om je heen in Kuregem: hoeveel gemeenschappen wonen hier?’

Mommaerts toont ook begrip voor arme stakkers die via illegale handeltjes of zwartwerk in hun levensonderhoud proberen te voorzien. ‘Als de overheid aan haar verplichtingen verzaakt en niet zorgt voor een menswaardig bestaan, dan moeten deze mensen zich wel behelpen.’ Veel van wat je in Kuregem ziet, is tevens courante praktijk in de arme landen in het Zuiden, meent Mommaerts. ‘Iets kopen op straat en meteen weer vérkopen met een kleine winst – dat is typisch voor een overlevingseconomie.’

DOOR HAN RENARD/foto’s franky verdict

‘De jongeren worden opgejut door de organisatoren van de illegale economie om de boel op stelten te zetten en no-gozones te creëren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content