Met de sluiting van Opel Antwerpen en geplande ont-slagen bij ABInBev werd er opnieuw gediscussieerd over de te hoge loonkosten en exuberante bonussen. Terecht?

Vorige week werd officieel bekend dat Opel Antwerpen de deuren moet sluiten. De werkgevers en hun spreekbuizen wezen meteen de voornaamste reden aan: onze loonkosten zijn te hoog. Is dat wel zo? Autoanalist Vic Heylen heeft er in Knack (16 mei 2007) al op gewezen dat de loonkosten geen belangrijke rol spelen in een autofabriek: het percentage van de loonkosten ligt rond de 6 procent van de assemblagekosten. Als je die loonkosten met 10 procent vermindert, dalen de assemblagekosten met 0,6 procent. ‘Loonkosten zijn nooit een bepalende factor bij het toewijzen van nieuwe assemblagecontracten’, schreef Heylen enkele dagen geleden op zijn blog (www.f-car.be).

Eregouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse heeft zich ook al in Knack (13 februari 2008) gebogen over de vraag: ‘Zijn onze loonkosten echt een probleem?’ Hij concludeerde: ‘De loonkosten zijn echt niet het grootste probleem in de strijd om onze concurrentiekracht te behouden’, en hij zei ook nog: ‘Als je de lonen naar voren schuift als dé oplossing om onze concurrentiekracht te herstellen, lieg je de publieke opinie eigenlijk voor.’ Economieprofessor Paul De Grauwe is het daarmee eens en hij weet waarom werkgevers dat toch blijven roepen: als de loonkosten dalen, stijgt de winst, ‘en patroons zijn er om winst te maken. Wat minder netjes is, is dat ze doen alsof ze begaan zijn met de tewerkstelling’, aldus de Grauwe in zijn boek Waar gaat het naartoe met onze economie?

Vakbondsvertegenwoordigers verklaarden dan weer dat Opel Antwerpen vorig jaar 3,4 miljoen euro winst boekte en dat dit bewijst dat de sluiting van Antwerpen een verkeerde beslissing is. Jammer genoeg zegt dat winstcijfer niets. Opnieuw Heylen: ‘De autofabrieken in ons land zijn assembleurs: ze bouwen een auto met onderdelen die worden toegeleverd, en krijgen daarvoor een vaste vergoeding van het moederbedrijf.’ Opel Antwerpen maakt dus winst als GM een hoge vergoeding per auto betaalt. Als het GM beter zou uitkomen dat Opel Antwerpen verlies maakt, dan zal het die vergoeding gewoon verminderen.

Los daarvan: mag een winstgevend bedrijf sluiten of mensen ontslaan? Die discussie laaide ook hoog op toen de ontslagen in ons land bij ABInBev bekend werden. De vakbonden vinden dat schandalig. Begrijpelijk, zoals de bazen er zijn om winst te maken, zo zijn de vakbonden er om te vechten voor elke job. De top van ABInBev wil de kosten drukken om de winstgevendheid nog te verhogen. Als hij daarin slaagt, krijgt de top veertig van het bedrijf in totaal 700 miljoen euro aan bonussen. Dat mag je rustig graaicultuur noemen. We moeten echter beseffen dat ABInBev, ondanks de schijn die daarover wordt opgehouden, al lang geen Belgisch bedrijf meer is. Het wordt geleid door Amerikaanse Brazi-lianen vanuit New York. Daar gelden anderen normen over bonussen, of we dat nu graag hebben of niet.

Zowel Opel Antwerpen als ABInBev heeft een fundamenteler probleem dan de loonkosten of bonussen. Hun business gaat achteruit: er worden in Europa te veel auto’s gemaakt en er wordt steeds minder bier gedronken. Dat er dan gevolgen zijn voor autofabrikanten en bierbrouwers is onvermijdelijk. Het is de harde maar eenvoudige waarheid: onze economie verandert en dat doet veel pijn. Van cruciaal belang voor het behoud van onze welvaart zijn innovatie, onderzoek en ontwikkeling, opleiding, zin voor initiatief enzovoorts. Het zou goed zijn als vakbonden en werkgevers zich daarop zouden concentreren.

BLOG! Reageer op blogs.knack.be/economie

door Ewald Pironet

Onze economie verandert en dat doet veel pijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content