Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de eerste WK-week: de Brazilianen, de verrassende verkiezing van Sepp Blatter, de staking bij Air France, de bedrogen consument.

Ooit met duizend zatte Schotten in een overvol metrostel onder Parijs doorgereden? Bon, tot zo ver het aspect sfeer op deze wereldbeker. Wij hebben, om ook eens de populaire Jan uit te hangen en te doen alsof het allemaal sympa en chouette is, zelfs met een van die biertonnen gepraat! Was van fucking Aberdeen, kwam voor drie fucking weken naar fucking France, had voor geen enkele match een ticket, had geen hotelkamer, was ook niet van plan er een te zoeken, en was hooglijk verbaasd dat iemand dat abnormaal scheen te vinden. “And where are you from, mate?” From Belgium. “Oh, I see.”

Twee vaststellingen bij de openingsmatch. De eerste, gemaakt buiten op het grote plein rond het gigantische Stade de France: misschien zijn de Belgen niet aan tickets voor de matchen van hun ploeg geraakt, maar de Schotten en de Brazilianen in elk geval wel. Een Fransman was er rond het stadion niet te zien, tenzij in blauw uniform en met een wapenstok op de heup.

Tweede vaststelling, gemaakt binnen op de tribune een uurtje of twee later: de eerste vaststelling was totaal verkeerd. En de vrees, maanden van tevoren geopperd, voor een stadion gevuld met neutrale toeschouwers was terecht. De hele horde Schotten die in Parijs dagen lang het straatbeeld domineerden, was gereduceerd tot hooguit een tiende van de arena. Samengezet in één hoek van de tribunes achter het doel. Aan de overkant, in één hoek achter het andere doel, zaten de echte Braziliaanse supporters. En al de anderen waren inderdaad neutrale Fransen, of mensen die tegen God mag weten welke prijs een ticket van een Fransman hadden overgekocht. Velen van hen getooid met het gele Braziliaanse shirt, maar vocaal namen zij niet aan de wedstrijd deel.

De televisie verdoezelt dat. De beelden van de echte supportersclans worden close genomen, wat de indruk geeft dat er meer zijn dan er zijn. En het lawaai wordt gekanaliseerd langs zorgvuldig opgestelde ambiancemicrofoons. Dat is, hoewel toch een beetje manipulatie van de feiten, niet erg. Maar op het veld zelf is het een belangrijk element. Want de enige ploeg die door een volledig stadion wordt opgezweept, is de Franse. In het Stade Vélodrome van Marseille was dat al een niet te onderschatten voordeel, wie een vol Stade de France in de rug heeft zitten, speelt met dertien. De akoestiek onder dat ronde dak is fantastisch.

Als Frankrijk de finale haalt, zal het vier van zijn zeven matchen in het Stade de France hebben mogen spelen. En de andere drie in Marseille, in het al even vurige Felix Bollaert van Lens, en in het Stade Gerland van Lyon. Voor elke tegenstander zijn die omstandigheden een serieuze benadeling. En het toeval heeft daarbij geen rol gespeeld, want Frankrijk is bij de loting in Marseille aan de kop van groep C geplaatst, niet geloot.

HEEFT BRAZILIE OOK EEN PLOEG?

Of de Brazilianen van Mario Zagallo als winnaars uit deze wereldbeker gaan komen, is een open vraag. De openingsmatch van de grote favoriet, tegen de Schotten, viel enigszins tegen. Met de 2-1 winst en de daaraan verbonden drie punten, haalde Brazilië de belangrijkste buit binnen. Zo nu en dan lieten Ronaldo, Rivaldo, Roberto Carlos, en invaller Denilson klasseflitsen zien, die geen enkel ander land kan serveren. En een generaal op het middenveld als Dunga, heeft ook niet iedereen. Maar ondanks dat alles, waren de rudimentaire Schotten, met hun drie verdedigers en hun onvermoeibare aanvalsduo Durie-Gallacher, minstens drie kwartier de betere ploeg.

De Schotten hebben hun tenten opgeslagen in Saint-Rémy-de-Provence. Bij elke training in het kleine stadionnetje van de plaatselijke club, staat de helft van het dorp “Allez l’Ecosse” te krijsen, terwijl de andere helft de brouwer helpt bij het afladen van zijn vrachtwagen, annex aanhangwagen die hij voor dit noodgeval in allerijl heeft bijgekocht. Wat een doorsnee Schot in een halve dag tijd naar binnen giet, is niet meer in hectoliters uit te drukken. Dat dit volk ook het golf heeft uitgevonden, is een hinderlijk besef voor wie houdt van de rust en de beschaving op de groene course.

Op een zonovergoten terras in Saint-Rémy, gezeten voor een emmer bier waarvoor niet eens genoeg plaats is in het binnenste van een olifant, vertelde bondscoach Craig Brown al dagen vóór de openingsmatch dat de Brazilianen ongetwijfeld een goed elftal hadden, maar dat ze te pakken waren. De prestatie van zijn eigen team bewees later dat hij gelijk kan hebben met de volgende redenering: “Sinds de gouden ploeg van 1970, hebben de Brazilianen nu bijna dertig jaar lang elke keer uitgepakt met een voortreffelijk elftal. Met meer individuele talenten dan wie ook. En toch zijn ze ondanks die weelde maar één keer wereldkampioen geworden. Dat was vier jaar geleden, toen Carlos Alberto Parreira al die individuele klasse ook in een ploeg heeft gegoten. We zullen zien of Mario Zagallo daar ook in slaagt, maar de turbulente oefencampagne van Brazilië doet mij hopen van niet.”

Die oefencampagne was Zagallo bijna fataal geworden. Brazilië verloor tijdens de Gold Cup van de Verenigde Staten, en had later het in eigen Maracana geen kans tegen aartsrivaal Argentinië, ook al werd het slechts 0-1. Zagallo oogt met zijn 68 jaar oud en vermoeid. Hij werd als voetballer wereldkampioen in ’58 en ’62, en hij mocht als coach al in 1970 de wereldbeker omhoog steken.

Vier jaar geleden was hij assistent van Parreira, die zelf inmiddels voor de derde keer een Arabisch team leidt. Zagallo werd dagelijks met de grond gelijk gemaakt door de Braziliaanse pers, die een enorme druk op de nationale ploeg legt, waarbij ook nog de regionale strijd tussen Rio en Sao Paulo speelt. In die atmosfeer werken, is geen pretje. Zelfs als Zagallo hier in Frankrijk de wereldbeker wint, zal het niet zijn dankzij hem, maar ondanks hem.

JOHANSSON IS DE GROTE VERLIEZER

Of de Braziliaanse ploeg de titel pakt, valt dus af te wachten. Maar één Braziliaan pakte alvast wel de titel, nog vóór de bal één keer had gerold: Joao Havelange. Dat de scheidende Fifavoorzitter erin geslaagd is om zijn secretaris-generaal Sepp Blatter tot zijn opvolger te doen verkiezen, is een krachttoer waarbij de mooiste acties van Ronaldo verbleken.

Lennart Johansson, de Zweedse Uefavoorzitter die zich tot voor een paar maanden zeker wist van voldoende steun om Havelange op te volgen (lees: van zijn troon te wippen), zat er als een zombie bij toen de resultaten van de eerste stemronde werden meegedeeld: slechts 80 voor hem, 111 voor Blatter.

Bij de voorzittersverkiezing in de Fifa is in de eerste stemronde een tweederde meerderheid vereist. Is die er niet, dan volgt een tweede stemronde tussen de beste twee kandidaten, waarin een gewone meerderheid volstaat. Als er maar twee kandidaten zijn, is die tweede ronde uiteraard zinloos. Johansson gooide de handdoek, en wankelde ontgoocheld de zaal uit naar de persconferentie. Met cynische blik nagestaard door Havelange.

Het is in de sport niet anders dan in de politiek: Europeanen leven nog altijd in de vorige eeuw, en begrijpen niet dat de machtsverhoudingen in de wereld ondertussen heel anders liggen. Blatter is uiteraard ook een Europeaan, maar in dit geval was hij de handpop waarmee Havelange het spel won. Of dat goed is voor het voetbal, zal moeten blijken, maar de manier waarop de oude Fifabaas dit kunstje heeft geflikt, is hoe dan ook indrukwekkend.

Pas dit voorjaar, dicht naar de uiterste datum toe, stelde Blatter officieel zijn tegenkandidatuur tegen Johansson. Die had zijn lobbyronde op dat moment al achter de rug, wat de Uefakas meer dan twintig miljoen frank lichter maakte, en wist zich verzekerd van om en bij de 110 stemmen. Het feit dat Blatter met veel plezier de twijfel over zijn kandidatuur liet bestaan, ging Johansson zozeer op de zenuwen werken, dat het tijdens de vergadering van het Uitvoerend Comité van de Fifa, tot een zware uitbarsting kwam, waarbij voorzitter Havelange woedend de zaal verliet.

Het span Blatter-Havelange zette daarna de tegenaanval in, en begon met veel plezier te knabbelen aan het Johansson-front. Zelfs in diens eigen, zogenaamd eensgezinde, Europese fort wist het duivelse duo meer dan één bres te slaan. En de Afrikanen, die bij monde van hun voorzitter Issa Hayatou ook hun unanieme steun aan Johansson hadden beloofd, werden nu op professionele manier bewerkt. Een vage belofte voor de organisatie van de wereldbeker 2006 was voldoende om een aantal Afrikanen van kamp te doen wisselen. De gok van Johansson, om die organisatie bij voorbaat aan Duitsland toe te kennen, is hem fataal geworden. Het bezorgde hem vijanden in zijn eigen Europa, waar Engeland ook kandidaat is, en het bezorgde hem vijanden in Afrika, dat precies zijn kant had gekozen omdat het zich door Havelange tekortgedaan voelde.

Blatter legde het heel wat handiger aan boord. Hij zag wel vier Afrikaanse kandidaten voor die organisatie: Zuid-Afrika, Egypte, Marokko dat al twee keer kandidaat was, en Nigeria. Dat Nigeria gezien de politieke situatie, zowel voor als na het overlijden van president Sani Abacha, zo goed als uitgesloten is, dat de recente aanslagen op toeristen ook Egypte uitschakelen, en dat Marokko met vele en opvallende organisatorische tekortkomingen in het Hassan II-toernooi bewees niet klaar te zijn voor het grote werk, wist Blatter ook wel, maar dat zei hij wijselijk niet. Zodat alleen Zuid-Afrika overblijft. En aangezien Nelson Mandela het eeuwige leven niet heeft, zou de nu al wankele stabiliteit in dat land, binnen afzienbare tijd wel eens in het gedrang kunnen komen. Bestel voor 2006 maar alvast een zitje op de Eurostar.

EEN NIEUWE JOB VOOR PLATINI

De ommezwaai van de Engelse federatie, die een paar maanden geleden nog op zijn hand was, was een van de scherpste doornen in het oog van Johansson. Hij onderstreepte hoe hij zijn best had gedaan om de Engelse clubs weer toe te laten tot de Europese bekers, na hun verbanning ten gevolge van het Heizeldrama. De Zweed had ook op dit punt beter moeten weten. Tijdens het afgelopen Uefacongres in Dublin werd de nieuwe Engelse voorzitter Keith Wiseman niet verkozen als Uefa-afgevaardigde in het Uitvoerend Comité van de Fifa. Dat zat hem niet erg lekker. En de Engelsen konden moeilijk hun steun geven aan de grote pleitbezorger voor Duitsland 2006. Dat zijn zo van die inschattingsfouten die in de diplomatie dodelijk zijn, en die iemand als Havelange zelden zal maken.

Onmiddellijk na de verkiezing van Blatter werd in de Zweedse pers gesproken over omkoping. Altijd een heikel thema bij verkiezingen in internationale sportbonden, en bij de toewijzing van grote evenementen als wereldbeker en Olympische Spelen. Volgens Zweedse bronnen zou niemand minder dan de emir van Qatar een miljoen dollar hebben verdeeld onder twintig Afrikaanse federaties, op voorwaarde dat ze voor Blatter zouden stemmen, en niet op Johansson zoals beloofd was.

Johansson zelf ging Blatter verzekeren dat hij niet de oorsprong was van deze zware beschuldiging, en Blatter kondigde gerechtelijke stappen aan tegen wie nog laster over hem zou verspreiden. Al gaf hij wel toe dat hij tijdens zijn kiescampagne meer steun aan de nationale federaties had beloofd. Dus ook aan de Afrikaanse.

Havelange zelf trok zich van al het gekakel weinig aan. Hij had zijn slag gewonnen, de nazorg was voor zijn opvolger. Met Havelange was ook toernooidirecteur Michel Platini de grote winnaar. Hij vormde nadrukkelijk een tandem met Blatter, en wordt na het WK technisch directeur van de Fifa. Een nieuwe job, een soort minister van Buitenlandse Zaken. Platini moet in elke Fifalidstaat gaan kijken hoe een algemeen programma voor steun bij de ontwikkeling van het voetbal en de opleiding van de jeugd, aan de behoeften van elk land afzonderlijk kan worden aangepast.

Dat programma vormt de kern van het toekomstig beleid van Blatter. Die heeft er samen met Havelange voor gezorgd dat er zo’n vier miljard dollar op de Fifarekening staat. Van dat geld kan nu met gulle hand worden uitgedeeld, waardoor de steun aan Blatter binnen de Fifa alleen maar zal vergroten. En met een paar malcontente Europeanen in het Uitvoerend Comité, is dat niet onbelangrijk. Do ut des, wisten de oude Romeinen al.

GEKNOEI MET TICKETS EN STAKINGEN

De wereldbeker is ondertussen goed van start gegaan. In een prettige sfeer, en met een paar erg aardige wedstrijden. Maar die positieve factoren werden door een paar minpunten overschaduwd. Het overlijden van Fernand Sastre, ex-voorzitter van de Franse bond en samen met Platini voorzitter van het organisatiecomité, dompelde de wereldbeker in rouw.

Dat waren, om heel andere redenen, ook de vele duizenden buitenlanders, alom in de wereld, die door malafide ticketverkopers zijn bedrogen. Een rechtstreeks en voorspeld gevolg van de manier waarop de Fifa en het Comité Français d’Organisation (CFO) de kaartenverkoop hebben georganiseerd.

Het CFO en de Fifa hebben die gebrekkige procedure lange tijd geminimaliseerd, maar zijn nu eindelijk toch opgeschrikt door de vrees voor mogelijke juridische gevolgen, in de vorm van massale eisen tot schadevergoeding. Een leger van achtduizend Japanners, die in Frankrijk neerstreken om daar vast te stellen dat ze konden fluiten naar hun bestelde en betaalde tickets, bracht de wereldwijde omvang van het probleem nog eens extra onder de aandacht.

Eén week vóór het WK wees het Tribunal de Grande Instance in Parijs nog een klacht van een groep europarlementairen af, maar als tienduizenden rechtstreeks gedupeerden zich tot de rechtbank wenden, is de afloop van een geding heel wat minder voorspelbaar. Het CFO zal elk misbruik waarvan het weet heeft, doorspelen aan het Franse gerecht. De zeventien officiële “Touroperators”, en de nationale voetbalfederaties, die samen vooraf 26 procent van de twee en een half miljoen tickets in handen kregen, zullen zich voor mogelijke zwartemarkt- of fraudepraktijken moeten verantwoorden. Ze riskeren ook op te draaien voor het in het gedrang brengen van de scheiding van de supporters. De eerste federatie die onder vuur kwam, was de Fecafoot van Kameroen. Voorzitter Vincent Onana werd in eigen land al voor ondervraging opgepakt. En de Colombiaanse federatie zou geen Colombiaanse federatie zijn, als ook zij niet werd verdacht van malversaties. Voorzitter Alvaro Fina heeft al met klem ontkend.

Voor het CFO hing er nog een andere schaduwvlek over de eerste toernooiweek: de aanslepende staking bij Air France, waardoor een van de hoofdsponsors van La Coupe du Monde niet in staat was om de beloofde diensten te leveren. De inzet van de staking was de weigering van de piloten om hun salarissen te laten bevriezen, hun riante extrapremies af te bouwen, en een salarisvermindering te aanvaarden in ruil voor aandelen.

Air France is voorlopig voor negentig procent in handen van de staat, in het najaar wordt twintig procent van het kapitaal op de beurs gebracht. Dat de piloten kennelijk geen vertrouwen hebben in de rentabiliteit van hun eigen bedrijf, is een belangrijke hint voor de beleggers. De directie wilde met een besparing van een half miljard Franse frank op de loonkost van de piloten, een investeringsprogramma voor de komende vijf jaar betalen. De tien dagen staking hebben het dubbbele van dat bedrag gekost. Ook dat feit is geen enkele belegger ontgaan.

De piloten kregen met hun actie de hele publieke opinie tegen. Hun salarissen zijn bij de hoogste in de hele ambtenarij. De loonkost van een piloot ligt bij Air France veertig procent hoger dan bij Lufthansa, en achttien procent hoger dan bij British Airways. Maar vooral de organisatoren van de wereldbeker waren des duivels over deze staking. Air France kon nog net genoeg kaderleden en werkwilligen vinden om de voetbalteams te transporteren, zo’n honderd en tien extra vluchten voor het hele toernooi. Om de honderdduizend extra zitjes voor WK-toeristen te leveren, was dat personeel er niet meer.

Te twaalfder ure, de ochtend van de openingswedstrijd, werd dan toch een moeizaam akkoord bereikt, wat het luchttransport van de supporters voor de rest van de WK-periode veilig stelde. Maar de imagoschade van zowel Frankrijk als Air France zelf, is moeilijker te herstellen. De onmacht van de directie om dit conflict, dat zich al weken voordien had aangediend, te beheersen, was opmerkelijk. En dat was ook de onmacht van de regering- Jospin, om een bemiddelende of desnoods beslissende rol te spelen.

De Franse staat, beter gezegd de belastingbetaler, heeft nochtans al genoeg geld in Air France moeten pompen. Net als bij ons, kwam men de voorbije weken ook in Frankrijk tot de conclusie dat een openbare luchtvaartmaatschappij de dag van vandaag een voorbijgestreefde ondernemingsvorm is, in een wereldwijde en zo concurrentiële sector. Maar de volledige privatisering lijkt uitgesloten, zolang de regering afhangt van de steun van de communisten. En precies die zijn in het kabinet-Jospin verantwoordelijk voor de transportsector. Jospin dacht met dit handige manoeuvre de voor Frankrijk even traditionele als nefaste stakingen in het weg-, spoor- en luchtverkeer te kunnen vermijden. Tactische berekeningen leiden in de Franse politiek wel vaker tot catastrofes.

Naast de piloten, gingen ook de nachtverplegers in de ziekenhuizen in staking. Gevolgd door de controleurs van de spoorwegen. Frankrijk, dat zich sterk had gemaakt om een betere organisatie op poten te zetten dan de Amerikanen bij de chaotische Olympische Spelen in Atlanta, kwam de eerste WK-week dus negatiever in het wereldnieuws dan het had gehoopt, na de bergen kritiek die eerder al in heel Europa, tot in de Europese Commissie toe, was losgebarsten over de ticketverkoop.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content