Een stoet van bankiers die zich in het parlement berouwvol op de borst komen kloppen, dat hebben we hier nog niet mogen meemaken.

In Washington en Londen wel: daar moesten bankiers spitsroeden lopen op het ritme van de hoonkreten van de vertegenwoordigers des volks. Dus kunnen wij niet achterblijven, vonden ze bij Open VLD. En reken maar dat die boeteprocessie van bankiers door de openbare omroep rechtstreeks zal worden uitgezonden. Wat meegenomen is in deze barre pre-electorale tijden.

Toch is het voorstel van Open VLD om meer dan één reden merkwaardig. Om te beginnen schreef een van de stichters van de VLD ooit: ‘Het samen met de natuurwetenschappen vernieuwde economische denken gaat ervan uit dat men het best gediend is door de producerende en verbruikende mens vrij te laten. De markt is namelijk een nooit geëvenaard democratisch mechanisme. (…) Op de markt is geen plaats voor macht, alleen voor dagelijkse verkiezingen. In een moderne samenleving is dat niet eens een slechte sociale moraal.’

De auteur poneerde heel stellig dat in het economische proces er inderdaad ‘blinde vlekken zijn, veroorzaakt door de onuitroeibare menselijke vrijheid, initiatiefdrang, creativiteit. Dat is nu eenmaal zo, en wie ermee gedaan wil maken, sticht alleen maar groot lijden…’

Het citaat komt uit het eerste Burgermanifest van Guy Verhofstadt, voor wie de vandaag opnieuw aanbeden econoom John Maynard Keynes ‘ondanks de smoking die hij vaak droeg’ eigenlijk een afkooksel was van de typische marxistische denker.

Blijkbaar waren de liberale congresgangers het voorbije weekend hun klassieken vergeten. Ook zo Vincent Van Quickenborne, de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen – waar blijven ze het halen?! – die op het radionieuws met veel aplomb de beslissing kwam verdedigen om de bankiers even ‘ en public’ te grillen. Nochtans was Van Quickenborne in een van zijn vele vorige levens een onstuitbare heraut van de vrije markt, een aanhanger zelfs van het snoeiharde model van Hongkong, ‘waar onderwerpen als milieuvervuiling en minimumloon taboe zijn…’.

Is het wel een goed idee om de banken ter verantwoording te roepen – vooral banken die politici in de raad van bestuur hebben, zoals Dexia? Want het kan soms gênant zijn, zo’n politicus in de raad van bestuur. Neem nu, om even bij de Vlaamse liberalen te blijven, de aanwezigheid van Guy Verhofstadt in de raad van commissarissen van het Nederlandse APG. Dat pensioenfonds heeft zich vorige week tijdens de aandeelhoudersjamboree van Fortis onthouden. Door die onthouding kelderde APG, een van de belangrijkste aandeelhouders van Fortis, de door de federale regering verdedigde deal tussen Fortis en BNP Paribas.

Is het wel een goed idee om mensen als Maurice Lippens publiekelijk te roosteren? De parlementsleden zouden wel eens zaken kunnen ontdekken die ze niet eens wénsten te weten, over hun vrienden aan de top van de federale politieke kaste die onder één deken liggen met de belgicistische haute finance, over kwesties zoals de privatisering van de luchthaven van Zaventem, de nasleep van het failliet van Sabena en sommige betwiste infrastructuurwerken.

Het congres van Open VLD legde de verwarring binnen de partij bloot. Een partij waarin de Oost-Vlaamse clanoorlog – aangewakkerd door de broers Dirk en Guy Verhofstadt, weliswaar verscholen achter de jonge rug van Mathias De Clercq – volop is losgebarsten.

Bij wijze van afleidingsmanoeuvre wil partijvoorzitter Bart Somers opeens Guy Verhofstadt, die aanstuurt op vervroegde federale verkiezingen, terug als redder des vaderlands. Door zijn woordkeuze geeft Somers onvermoed blijk van gevoel voor fijne ironie. Want we nemen aan dat de voorzitter, zoals het een toppoliticus betaamt, kennisnam van het jongste verslag van de Nationale Bank. Daarin staan interessante opmerkingen over het Belgische primair overschot, of het verschil tussen inkomsten en uitgaven zonder de rentelasten en over het eerste optreden van Guy Verhofstadt als redder des vaderlands. Het verslag zegt letterlijk: ‘Het primair overschot is sinds 1999 nagenoeg elk jaar afgebrokkeld en in de tien jaar na de invoering van de euro met 3,8 procentpunten bbp – of nagenoeg 5 procentpunten in structurele termen – verslechterd. De tussen 1992 en 1998 opgetekende verbetering is daarmee bijna volledig tenietgedaan.’

Vicegouverneur van de Nationale Bank Luc Coene, gewezen kabinetschef van Guy Verhofstadt in die desastreuze periode, heeft dit verslag mee goedgekeurd. Die openhartigheid siert hem.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content