De Belgische sinoloog Pierre Ryckmans, onder het pseudoniem Simon Leys wereldvermaard voor boeken als Chinese schimmen en De nieuwe kleren van Voorzitter Mao, schrijft een open brief aan minister Karel De Gucht van Buitenlandse Zaken.

Aanleiding is het proces dat volgende week in Brussel begint waar zijn twee zonen, Marc en Louis Ryckmans, geboren in 1967 in Hongkong en van Belgische nationaliteit, zullen trachten hun Belgische nationaliteit terug te krijgen. Die werd hen in 2006 op het foute aangeven van de Belgische consul in Australië plots ontnomen.

Sindsdien ijvert Pierre Ryckmans voor het herstel van deze administratieve fout. Maar de Belgische ambtenarij houdt voet bij stuk en weigert, tot verbazing van velen, de fout toe te geven. Blijkbaar weigert ook minister Karel De Gucht, die de zaak ooit als ‘een absurde kwestie’ bestempelde, de fout van een van zijn consuls met een ministeriële handtekening ongedaan te maken. Daarom deze open brief van Pierre Ryckmans/Simon Leys, die in Canberra woont, aan de Belgische minister van Buitenlandse Zaken.

Meneer de minister,

Door de professionele fout van een Belgische consul werden mijn zonen vaderlandloze illegalen. Daarom stuur ik u deze brief via de pers, en niet via de post, omdat het hier niet langer handelt om een privézaak. Dit schandaal belangt al onze medeburgers aan die verontwaardigd zijn door de willekeur van onze nationale bureaucratie en door de arrogantie van de overheidsdienst, die in plaats van het publiek te dienen, geen andere zorg heeft dan het eigen gezicht te redden.

Dit schandaal reikt al langer veel verder dan het individuele geval dat aan de oorsprong ligt. De petitie die werd georganiseerd om de zaak van mijn zonen te verdedigen, werd ondertekend door vooraanstaanden uit de diplomatie, de balie, de wereld van de letteren en de kunst, academici, journalisten, ondernemers en gewone medeburgers. Zij deden dat niet voor de schone ogen van mijn zonen en nog minder voor die van mij. Wat deze mensen mobiliseert, is de verontwaardiging over de misbruiken van de administratie, maar ook een grote ongerustheid over dit nieuwste voorbeeld van de – misschien wel terminale – verwording van onze grote nationale instellingen.

Ruim een maand al trachten de organisatoren van deze petitie, de redactie van het tijdschrift Revue Générale en de secretaris van de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique u te bereiken om u de petitie te overhandigen. Zelfs de genereuze demarches van de voorzitter van de Senaat bleken u niet te kunnen bereiken.

Daarom, en met de moed der wanhoop, werd deze petitie u aangetekend toegestuurd. Wij wachten nu op een antwoord.

Omdat ik ooit het voorecht genoot voor Buitenlandse Zaken te werken (in Hongkong en Peking), heb ik een aantal uitstekende persoonlijke banden overgehouden met het personeel van het departement. Die mensen bevestigen mij dat iedereen, ook op het hoogste niveau van onze diplomatie, perfect op de hoogte is van de ware toedracht van dit schandaal. Uzelf liet intussen al uw irritatie blijken over deze absurde kwestie.

Toch stellen uw gezanten niets anders voor dan een beschamend compromis dat er niet op is gericht de vergissing recht te trekken en gerechtigheid te laten geschieden, maar dat er enkel op uit is om (eens te meer) ‘het gezicht van de administratie te redden’ – het zijn de woorden van uw gezanten.

De oplossing ligt geheel bij u: uw ministeriële handtekening volstaat.

Wij staan nu voor de vraag: ligt de verantwoordelijkheid voor Buitenlandse Zaken in de handen van een staatsman of van een struisvogel?

Simon Leys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content