Hoe verder de onderhandelingen over de verkoop van het Europese filiaal van General Motors vorderen, hoe meer blijkt dat Vlaanderen geen vinger in de pap meer heeft in het hoog spel dat wordt gespeeld.

Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) moest het via de pers vernemen. Toen vorige week het nieuws over de twee resterende bieders voor Opel Europe uitlekte, wist hij officieel niet dat het businessplan van zowel het Oostenrijks-Canadese Magna als dat van de Belgische investeerder RHJ International een uitdoofscenario voor Antwerpen bevatte. Eerder had Peeters nochtans zijn steun betuigd aan Magna, precies omdat hij ervan overtuigd was dat het voor Antwerpen andere plannen had dan een sterfhuisconstructie.

Peeters reageerde verbitterd. Zonder enig overleg had de Duitse regering het laken naar zich toe getrokken. De minister-president zou deze week nog contact opnemen met de twee kandidaat-overnemers, beloofde hij. En hij schreef, samen met de premier, een brief naar de Europese Commissievoorzitter, in de hoop dat die de herstructurering nog zou tegenhouden. Maar het gaat om grof geld bij de overnemers. Tussen de hoofdrolspelers, het hoofdkwartier van General Motors in Detroit en de Duitse regering, woedt dan ook een hevige strijd over wie de Europese afdeling uiteindelijk zal mogen overnemen. Voor Duitsland en de vier deelstaten waar de Opelsites zich bevinden, gaat de voorkeur uit naar Magna. General Motors zelf ziet meer in het bod van de Belgische investeerder RHJ-Ripplewood. Toch is niet Duitsland de verkoper, maar wel GM. Tegelijk moet General Motors zich plooien naar de Duitse eisen, want zonder de Duitse staatsgarantie gaat de verkoop voor de twee bieders niet door.

De Duitse overheden willen in elk geval op veilig spelen. Volgens het businessplan wil Magna Opel laten overleven op lange termijn, en de assemblagebusiness ervan uitbreiden. Bovendien voorspelt Magna hoge groeicijfers, vooral in Rusland, waar zijn partner in de deal, de bank Sberbank, de verkoop zou aanzwengelen. Magna wil ook een zelfstandige toekomst voor Opel in Europa, los van General Motors.

Dat is niet wat de Belgische investeerder RHJ-Ripplewood voorstelt. Die wil de productie van Opel terugschroeven om opnieuw winst te kunnen maken, en het bedrijf nadien aan GM doorverkopen. General Motors, het spreekt voor zich, is een grote voorstander van RHJ.

Trouwens, via Ripplewood is RHJ een onrechtstreekse aandeelhouder van General Motors. RHJ is aandeelhouder van Daewoo, dat in 2002 door GM werd overgenomen. Hetzelfde geldt voor de Chinese bieder BAIC, die vorige week uit de onderhandelingen werd uitgesloten. Ook BAIC is via een joint venture aandeelhouder van Daewoo, en dus ook een onrechtstreekse aandeelhouder van GM. Velen vragen zich dan ook af of de belangstelling van zowel RHJ als BAIC niet bedoeld was om het bod van Magna voor de dead-line van 15 juli op te drijven.

In dit machtsspel om Opel ziet het er niet meteen naar uit dat Antwerpen een grote rol zal spelen. Betekent dit dat de dagen/maanden voor de werknemers van Opel Antwerpen geteld zijn? De 2700 arbeiders hebben alle redenen om daarvoor te vrezen.

Blog: Reageer op blogs.knack.be/opinie

door Ingrid Van Daele

Velen vragen zich af of de belangstelling van RHJ en BAIC niet bedoeld was om het bod van Magna op te drijven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content