OP ZOEK NAAR NIEUWE ECONOMISCHE MODELLEN

Weg met het intellectuele eigendomsrecht en de passieve consument, leve de vrij beschikbare kennis en de creatieve burger. Volgens de Belgische cyberfilosoof Michel Bauwens, die over een paar weken ons land bezoekt, staan we aan het begin van een nieuw, post-kapitalistisch economisch paradigma.

In eigen land was hij tot voor kort volslagen onbekend. Pas toen Michel Bauwens vorig jaar als enige Belg naast mensen als de Dalai Lama en Martin Luther King werd opgenomen in de (En)Rich List, een lijst met ’s werelds meest invloedrijke persoonlijkheden op het gebied van duurzame ontwikkeling, kreeg hij ook in België wat erkenning. De voormalige dotcom-ondernemer geldt als een internationaal gevierd cyberintellectueel.

Bauwens is de oprichter van de Foundation for Peer-to-Peer (p2p)-Alter-natives. Dat is een stichting die onderzoek verricht naar nieuwe economische modellen die gebaseerd zijn op rechtstreekse, vrijwillige samenwerking tussen gelijkgestemde individuen, zonder tussenkomst van bedrijven of overheidsinstellingen, en met als doel ecologisch en sociaal nuttige producten en diensten te vervaardigen. Denk aan de internetencyclopedie Wikipedia. Dankzij het internet hebben p2p-projecten een hoge vlucht genomen. Bauwens gelooft dat het p2p-model op termijn het kapitalistische systeem zal vervangen. Vandaar dat hij ook weleens een cybergoeroe wordt genoemd. Maar wel eentje die steeds meer au sérieux wordt genomen. Bauwens, die al meer dan tien jaar in Thailand woont, is de laatste jaren een veelgevraagd spreker in heel de wereld. Hij bezocht Yale, de Sorbonne en Harvard, en tal van business schools. Hij werd twee keer door het Vaticaan uitgenodigd om zijn model uit de doeken te doen, en ook de Occupy-beweging is fan.

Binnenkort is Bauwens even in ons land. Op 11 oktober verschijnt immers De wereld redden, een boek over zijn ideeën dat hij samen schreef met vriend en medestander Jean Lievens. ‘Het doet me plezier om eindelijk ook in België gehoor te vinden’ zegt Michel Bauwens via Skype vanuit Ecuador, een van de armste landen van Zuid-Amerika. Bauwens zit daar momenteel in opdracht van de linkse president Rafael Correa. Die wil samen met mensen als Bauwens een blauwdruk ontwerpen om de economie van Ecuador op ‘p2p’-leest te schoeien.

Dat klinkt ambitieus. Leg eens uit wat uw taak in Ecuador precies inhoudt?

Michel Bauwens: Samen met een internationaal onderzoeksteam proberen we in Ecuador een nieuw economisch model tot stand brengen. President Correa, die overigens met een Belgische is getrouwd, wil Ecuador transformeren tot een open, commons-based knowledge society, waarbij kennis, cultuur en natuurlijke hulpbronnen vrij toegankelijk zijn voor alle leden van de samenleving, en niet in private handen of afgeschermd door intellectuele eigendomsrechten. Uitgangspunt van Correa is dat economische groei ondergeschikt is aan het welzijn van de bevolking. Onze taak bestaat erin om wetenschappelijke ondersteuning te verlenen en beleidsdocumenten te produceren om die transitie mogelijk te maken. Op dit moment is Ecuador nog erg afhankelijk van de export van primaire goederen zoals olie en rijst. Machines en consumptiegoederen moeten ze kopen in het Westen. Hetzelfde met kennis. Wie de software van Microsoft wil gebruiken, waarop intellectuele eigendomsrechten rusten, betaalt enorme geldsommen. Correa en mensen zoals ik willen een open kennisindustrie opbouwen. En een plaatselijke industrie die gebaseerd is op die gemeenschappelijke kennis. Het gaat echt om een volstrekt nieuw, post-kapitalistisch economisch model. Geen lichte taak kortom. Wij zeggen hier soms al lachend: we will try to hack the country.

Voor wie niet vertrouwd is met uw ideeën: kunt u concrete voorbeelden geven van zulke p2p-samenwerkingsverbanden?

Bauwens: Denk aan Wikipedia op het gebied van kennis en Linux op het vlak van software. Denk ook aan de autoconstructeurs van Wikispeed – een gemeenschap van ingenieurs en onderzoekers die samen groene, moduleerbare auto’s bouwen. In tegenstelling tot klassieke autoproducenten hebben de auto’s van Wikispeed geen ingecalculeerde veroudering, integendeel, ze zijn juist ontworpen om zo lang mogelijk mee te gaan. Wie op vrijwillige basis en niet met het oog op winstbejag samen met anderen een auto bouwt, heeft er geen enkel belang bij om een slechte auto te maken. Wikispeed is bovendien wendbaar. De ingenieurs kunnen elke week een nieuwe, verbeterde versie van de auto produceren. De auto wordt gebouwd in microfabrieken, met biologisch afbreekbaar materiaal. Microfabrieken met 3D-printers, die objecten produceren op basis van computerbestanden, dat is de toekomst!

Energie wordt steeds duurder en grondstoffen almaar schaarser. We moeten dus naar een systeem dat meer doet met minder. Als je van een individuele auto overstapt naar autodelen, spaar je tachtig procent grondstoffen en energie uit voor hetzelfde aantal kilometers. En je creëert ook een nieuwe cultuur waarbij mensen op den duur minder met de auto gaan rijden.

U wil af van intellectueel eigendom. Kennis is volgens u collectief bezit. Maar vaak wordt gezegd dat octrooien en dergelijke juist nodig zijn om wetenschappelijk onderzoek en innovatie mogelijk te maken.

Bauwens: Een van de problemen met private kennis is dat je alles telkens opnieuw moet gaan uitvinden. De elektrische auto bestond al in de jaren 1970. De grote oliebedrijven hebben toen de bedrijfjes die daarmee bezig waren opgekocht en aldus dertig jaar tijd gewonnen. Het is trouwens net omgekeerd: hoe meer octrooien in een land, hoe trager de innovatie. Bovendien: hoe moet een arm land als Ecuador zelf landbouwmachines gaan produceren? De in het buitenland gepro- duceerde landbouwmachines zijn onbetaalbaar voor de grote meerderheid van de boeren hier, en de kennis is niet voorhanden. Maar beeld je eens in dat Ecuador gebruik kan maken van de kennis van de hele wereld om zelf een machinepark uit te bouwen. In Amerika heb je Farm Hack, een gemeenschap van boeren die technische kennis delen. Zulke collectieve netwerken zie je nu overal opduiken.

Maar een paar auto’s van Wikispeed zullen het verschil toch niet maken?

Bauwens: Het systeem staat nog in de kinderschoenen. Maar Wikipedia en Linux zijn nu al doorslaande successen. Volgend jaar wordt de eerste civiele p2p-satelliet gelanceerd. De auto’s van Wikispeed zijn ecologisch stukken efficiënter dan industriële auto’s. Maar het klopt: op dit moment worden er natuurlijk nog maar een paar van geproduceerd. Probleem is dat wie kapitaal zoekt voor een product waarop geen intellectuele eigendom rust, nauwelijks financiers vindt. Klassieke investeerders leven immers niet van de winst op het apparaat, maar van de rente op de intellectuele eigendomsrechten. Kijk naar een bedrijf als Apple: 70 procent van de winst gaat naar Apple, 30 procent naar de Chinese fabrikanten. De mensen die de spullen maken, verdienen er eigenlijk heel weinig aan. Maar als kennis gratis is en de spullen worden geproduceerd in een solidaire coöperatie, die niet op winstmaximalisering is gericht, zijn al deze zaken niet meer aan de orde.

Wat u bepleit, staat haaks op de consumptie- en productiemodellen die we vandaag kennen?

Bauwens: Dat klopt, veel mensen kunnen het daarom nog moeilijk bevatten, tenzij misschien digitale jongeren, want dit is ook een generatiekwestie. Een ander goed voorbeeld is Ardouino, een open design moederbord voor computers. Er zijn nu al honderd startende hardwarebedrijfjes die daarmee werken, waarvan sommigen honderden miljoenen dollars omzet draaien. Denk ook aan de drones. Je kunt die voor militaire doeleinden gebruiken. Maar je kunt ook denken aan civiele toepassingen, zoals de bescherming van een nationaal park. Inge- nieurs zouden samen een civiele dronekunnen bouwen die werkt met Ardouino.

Vroeger was je als passieve consument volledig afhankelijk van wat multinationals je aanboden. De grote revolutie is dat dit vandaag niet meer hoeft. Het p2p-model doet een beroep op de creativiteit en vindingrijkheid van burgers. In Griekenland en Spanje ontstaan door de economische crisis allerlei nieuwe economische modellen. Zeventien procent van de aankopen van aardappelen in Griekenland gebeurt nu al via groepsaankopen.

Bent u niet bang dat die goedbedoelde p2p-modellen zullen worden gekaapt door handige zakenjongens en -meisjes?

Bauwens: Dat is nu al het geval. Facebook is een mooi instrument waar mensen informatie delen, maar de top gaat met al de winst lopen. Maar het huidige kapitalistische systeem verkeert in crisis. Het steunt op de valse premisse dat natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen onuitputtelijk zijn. Bovendien is het illegaal om dingen met elkaar te delen. Niet alleen kennis, maar ook materiële zaken. In Amerika is het in heel wat staten verboden om regenwater te verzamelen. Het is ook illegaal om je kleren te drogen in de zon en om een tuin aan te leggen voor je huis. Je kan je auto niet met anderen delen, omdat daar geen aangepaste verzekeringen voor bestaan. Heel ons economisch model is erop gericht intellectuele samenwerking onmogelijk te maken en de natuur zo veel mogelijk te plunderen. Op termijn is dat niet houdbaar.

Michel Bauwens en Jean Lievens, De wereld redden, uitgeverij Houtekiet.

Op 18 oktober geeft Bauwens in DE Studio in Antwerpen in samenwerking met de denktank Oikos (www.oikos.be) een lezing op het festival Krachtvoer, ‘een festival rond eten’, een coproductie van DE Studio en alle dagen honger (www.alledagenhonger.be).

DOOR HAN RENARD

‘Heel ons economisch model is erop gericht intellectuele samenwerking onmogelijk te maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content