Skagerrak en Kattegat: twee mythische namen uit de kindertijd. Het blijkt nu dat er aan de kaap van Skagen waar in het Deense Jutland beide zee-engtes mekaar ontmoeten, ooit een kunstenaarskolonie heeft geleefd. Als het mooi weer was, gingen ze naar het strand om er te schilderen en vooral om het heel speciale blauw van Skagen op hun doeken te vangen. Philippe Delerm schreef een mooi uitgebalanceerde roman over een allegaartje van Zweedse, Deense en Franse schilders die rond 1884 op zoek waren naar het lumineuze leven en afwisselend hun ezels in het Zweedse Sundborn, het Deense Skagen of het Franse Grez-sur-Loing neerplantten.

Sundborn of de dagen van het licht is het relaas in briefvorm en dagboekfragmenten over de zoektocht naar het geluk van impressionistische schilders. Delerm laat in zijn roman een jonge outsider aan het woord die als freewheelend kunstcriticus de excessen van de schilders van op een afstand bekijkt tot hij er zelf in wordt meegesleept. Hij wordt verliefd op een Zweedse freule die zweert bij de absolute kunst van het pure licht. Zij zal haar geluk bij de beroemde Claude Monet beproeven die in Giverny eveneens op zoek was naar het perfecte licht. Tegenover deze absolute, “onmenselijke” kunst die het slechts te doen is om het spel van licht en kleur, plaatst Deferm zijn verteller die integendeel partij kiest voor de kunstenaars van het “menselijk” geluk: “Maar dat licht schijnt over dingen en mensen die ons dierbaar zijn.”

Al even impressionistisch als de schilders zelf uit het boek schrijft Delerm met een lichtvoetige toets een intrigrerend tableau bij elkaar van verhitte discussies, zalige feestjes en ontnuchterende ruzies, sterfgevallen of kapotte relaties. Ook al veroorzaakt de zon schaduw, toch staat de barometer van Delerms boek op vrij zonnig.

Delerm is één van die zeldzame talenten die met liefde maar zonder sentimentele kitsch over kunst, leven en dood vermag te schrijven. Verleden jaar demonstreerde hij zijn beheerst postivisme al in een kleinood dat uit louter indrukken over het meest alledaagse bestond. De eerste slok bier en andere kleine genoegens beschrijft met een ontwapenend sensualisme het geluid van de fietsdynamo (“dat lichte suizen dat snorrend langs het wiel sliert en strijkt”), de heilzame perversiteit van een bananasplit tot en met de aangename verdoving van tv-kijken op zondagavond of de paradoxale luxe van de krant bij het ontbijt: “Je één voelen met de wereld in de volmaaktste rust, omhuld door koffiegeuren.” En natuurlijk heeft hij het ook over de eerste slok bier: “bedrieglijke honing, koele zon”.

Het grote succes van dit boekje in Frankrijk bracht een auteur onder de aandacht wiens oeuvre intussen toch al een tiental romans beslaat. Hoog tijd dat het werk van deze bijna vijftigjarige Normandiër ook bij ons bekend raakt. Het is nu uitkijken naar ander lekkers uit zijn impressionistisch schrijversatelier.

Philippe Delerm,”Sundborn of de dagen van licht”, De Arbeiderspers, Amsterdam, 160 blz., 599 fr.

Philippe Delerm, “De eerste slok bier en andere kleine genoegens”, De Arbeiderspers, Amsterdam, 136 blz., 250 fr.

Frank Hellemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content