“Ik zag de smerigheid van het personage zo van het scherm druipen.” Willem Wallyn over zichzelf in de film “rond zijn vader”.

Niemand had de drukte rond het Brusselse justitiepaleis bij de openingszitting van het Agusta-proces kunnen verwarren met de opnamen van een Vlaamse film. Maar toch besteeg een van de hoofdverdachten in het omkoopschandaal, ex-adjunct nationaal-secretaris van de SP Luc Wallyn, de imposante trappen vergezeld van de acteur Peter Van Den Begin en niet van zijn zoon, de advocaat Willem Wallyn (38).

Die journaalbeelden zitten nu in een van de eerste scènes van Film 1, de indrukwekkende debuutfilm van Willem Wallyn, met Van Den Begin als zijn alter ego.

Alhoewel dit veel minder een film is over de Agusta-affaire dan Le Bal Masqué van Julien Vrebos een film was over de Bende van Nijvel, is die verwarring tussen fictie en feiten zo maar geen loos effect. Ze maakt integraal deel uit van het knappe cinematografisch experiment. Het is trouwens lang niet het enige wat door de regisseur behendig door elkaar wordt geklutst in deze gijzelingsthriller, die ook een therapeutische zwarte komedie blijkt, waarin zelfkritiek en zelfverheerlijking meermaals moeilijk uit elkaar te halen zijn. Wallyn laat zijn eigen rol door een acteur spelen, maar zijn beste vrienden (muziekmaker en BV Frank Vander linden en acteur David Steegen) spelen zichzelf, zonder dat de verschillende acteerstijlen (inclusief het non-acteren van Vander linden) met elkaar hoeven te botsen.

“Ik heb altijd de neiging om de toeschouwer op het verkeerde been te zetten,” zegt Willem Wallyn. “Waar dat vandaan komt? Dat moet de psychiater maar uitmaken. Ik kijk ook naar alles met ironie, er zijn geen onderwerpen waar ik niet om kan lachen. Op het verkeerde been zetten is een zachtere vorm van manipulatie. Ik heb daar behoefte aan.”

Film 1 begint met feiten, echte beklaagden, een echt proces, maar evolueert geleidelijk naar pure fictie. Maar altijd blijft de vraag: wat is waarheid, wat is verdichtsel?

“Ik kan er geen percentage op plakken”, zegt de scenarist-regisseur. “De hele film door heb ik mij gebaseerd op dingen die ofwel aan het gebeuren waren of mij echt overkomen zijn. Je vervormt, stopt de feiten weg onder een dramaturgische laag. Er zijn ook zaken die ik dacht mee te maken, ook dát is een vorm van realiteit voor mij.”

Als zijn vader wordt gearresteerd in de Agusta-Dassault zaak, wordt Willem woordvoerder van de familie. “Tegen wil en dank, omdat er moet gecommuniceerd worden met de pers.”

DE PERS AAN DE VOORDEUR

In die moeizame relatie met de media zit de kiem voor de film. Film 1 toont hoe Willem Wallyn zich wreekt op de zelfingenomen tv-journalist die hem belachelijk maakt omdat hij niet onder één hoedje wil spelen met de reporter.

Hij slaat de man die leugens over hem uitkraamt in elkaar met een baseballknuppel en gijzelt hem. Nu zal hij voor de verandering eens het privé-leven van de journalist uitspitten en de duistere of gênante aspecten in zijn leven voor de massa te grabbel gooien.

“Als je dit meemaakt, je vader die in de bak vliegt en de hele pers die aan de voordeur staat, dan zie je de media als één geheel, een grote massa die je bang maakt, maar die ook een perverse aantrekkingskracht uitoefent. Dat maakt het beeld wazig. Pas wanneer je de zaak kunt relativeren, besef je dat het ook hier om individuen gaat, mensen die je kunt appreciëren maar ook absolute klootzakken. En omdat je je toch wat slachtoffer voelt, begin je tegen die absolute klootzakken wraakgevoelens te koesteren.”

De vraag blijft of het niet wat belachelijk is om die woede op die ene boodschapper te richten – hij mag dan nog onbetrouwbaar te werk gaan – en niet op de mensen die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de ellende.

Een terechte opmerking, vindt Wallyn. “Wees gerust dat er ook wat woede naar mijn vader gegaan is. Dat is een raar proces. Je vader begaat een boulette, die indruist tegen alles wat hij je heeft geleerd. Maar het is jouw vader, en je bezorgdheid hem neemt de overhand. Als advocaat heb ik dat vaak kunnen vaststellen: moeders zien dat hun zoon een of andere stommiteit heeft begaan, geven hem een oorveeg om dan meteen een goede advocaat te zoeken.”

“Ik voel zeker niet de behoefte om af te rekenen met de individuen die mijn vader onheus zouden behandeld hebben. Die rekening moet hij zelf maar vereffenen. Het is absoluut niet leuk om bekende politici je vader een smeerlap te horen noemen op het nieuws, want dan denk ik natuurlijk ook: zijn jouw handen dan wel zo proper?”

“Ik denk dat mijn vader de makkelijkste weg heeft gekozen door te zeggen: spons erover. Gewoon om voort te kunnen leven en er geen levenslange obsessie van te maken.”

ONFRISSE BEROEPSPRAKTIJKEN

Aanvankelijk is Film 1 een wraakfantasie waarin de verongelijkte zoon de boosaardige sensatiejournalist lik op stuk geeft, maar geleidelijk gaat er iets kantelen in de film. De technieken die Wallyn junior gebruikt, moeten niet onderdoen voor de vuile methodes van de journalist, een uitstekende vertolking van Herbert Flack die begint als zuivere karikatuur maar gaandeweg meer dimensies krijgt – een ander misleidend effect van de film. Alle middelen zijn goed om de man in zijn hemd te zetten en te vernederen. Door het graven van een put voor een ander, komen ook Wallyns eigen onfrisse beroepspraktijken aan het licht. Zoals het neuzen in vuilniszakken om compromitterende zaken te vinden over de echtgenote van een rijke klant. Wallyn plukt hier de feiten uit een echte echtscheidingszaak waarin hij naar eigen zeggen over de schreef ging.

“De vuilnisbakkenanalyse is nu eenmaal een realiteit. Toen ik die scène schreef, zaten journalisten in het vuilnis te graaien van de renners van de Tour. Vuilnis is trouwens alomtegenwoordig in mijn film. Je kunt zo scène per scène naar de afval zoeken.”

Het lijkt erop dat Wallyn zichzelf niet spaart, maar zijn film is zo sluw opgebouwd en zijn alter ego Peter Van Den Begin – definitief de beste Vlaamse filmacteur – heeft zo’n charisma dat die afrekening uiteindelijk niet zo vernietigend is als op het eerste gezicht zou lijken.

“Dat is een gevaarlijke gok geweest,” geeft Wallyn toe. “Tijdens de montage zat ik vaak te roepen: wat een smeerlap, terwijl het toch om mezelf ging. Ik zag de smerigheid van het personage zo van het scherm druipen. Ik heb er zelfs scènes uitgeknipt waarin nog sympathie voor Willem Wallyn zou kunnen gewekt worden. Ik vrees dat je met film niet extreem complex kunt zijn. Je laat de mensen een paar duidelijke signalen zien, zodat ze weten hoe die persoonlijkheid in elkaar zit.”

Desondanks is zelfverheerlijking nooit veraf. Vaak is het van: zie eens hoe goed ik mijn slechtheid weet te tonen.

“Ik was me van dit gevaar bewust en heb in ’t groot op elke bladzijde van het scenario geschreven: geen pathos. Ik vroeg me voortdurend af in hoeverre ik niet met mezelf aan het koketteren was.”

Egotrip of niet, de filmische kwaliteiten van Wallyns speelfilmdebuut knallen van het doek. Neem bijvoorbeeld die ingenieuze suspensescène op de spoorweg en kijk wat Wallyn uithaalt met een ontvoerde man in de kofferbak, een onbewaakte overweg, een aanstormende trein en een gsm.

Wallyn is niet naar de filmschool geweest, maar speelt wel al sinds zijn twaalfde met een 8mm camera.

EEN KLEIN BUDGET

“Ik heb mijn vak op de meest simpele manier geleerd: ik heb mijn advocatenkantoor gesloten, ben stages gaan volgen bij iedereen die mij wilde, van Raoul Servais tot Jaco Van Dormael. Van tijd tot tijd stond ik broodjes met salami te smeren, maar ik heb vooral mijn ogen de kost gegeven. Film maken heeft trouwens iets raars: eenmaal je zelf iets hebt geschreven, wijst het zichzelf vrij snel uit hoe het moet gefilmd worden. Bij het schrijven zag ik zo de scènes voor mij. Het is iets mooier uitgevallen dan ik dacht, de cameraman en de lichtjongen hebben het nog mooier gemaakt.”

Wallyn noemt het kleine budget – 25 miljoen frank – zijn grootste stimulans: “Ik ben van nature nogal lui en kan alleen presteren tegen een deadline. Een krap budget laat je weinig keuzes: het staat erop of het staat er niet op. Dit is het decor, daarmee moet je het doen. We hadden niet de luxe van de twijfel, wat de beste manier is om snel en productief te werken.”

De hele film door jongleert Wallyn met verschillende videoformaten (digitaal en analoog) die later overgezet werden op 35-mm. “Ik combineer beeldformaten in alles wat ik doe. Ik vind dat mooi, het kan ook het verhaal ondersteunen. Die formaten lopen niet zomaar door elkaar, de acteurs gebruiken zelf een mini-cameraatje. Het moet het verhaal dienen, zoniet verval je in zuivere esthetica”.

De wisselende beeldtextuur en de vele visuele en auditieve manipulaties, waaronder elastische slowmotioneffecten in de stijl van Wong Kar Wai, geven de film een gevoel van vrijheid, alsof het allemaal losjes improviserend tot stand kwam. Terwijl als je wat nader toekijkt, er een grote controle is over de shots en helemaal geen slordige reportagestijl.

“Misschien heb ik te veel naar de slowmotion gegrepen,” zucht Wallyn nu. “Als kind genoot ik bijzonder van Sergio Leone. Dat zal ik er met de jaren wel uit krijgen.”

Film 1 opent met duizelingwekkende beelden van vliegtuigen en helikopters, terwijl op de soundtrack een smartlap van La Esterella schalt. Een knipoog naar de Stanley Kubrick van Dr.Strangelove waarin Vera Lynn We’ll meet again zingt terwijl de atoombom valt.

“Er zijn nog twee andere citaten naar Kubrick, je moet maar durven hé”, lacht Wallyn. “De andere referenties zijn zo klein dat niemand het weet, behalve ikzelf.”

Gevraagd hoe moeilijk het was om Film 1 geproduceerd te krijgen, volgt niet de gebruikelijke klaagzang over de lijdensweg van een Vlaamse filmer. “Het is betrekkelijk eenvoudig gegaan. Ik heb het scenario ingediend, de commissie heeft me om enige toelichting gevraagd. We hebben erover gediscussieerd, er zijn harde woorden gevallen, maar ze hebben me vertrouwd en me het geld gegeven dat ik nodig had.”

Voor ik het vergeet: waarom die titel Film 1? “Om dat te weten moet je naar de film gaan kijken.”

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content