Bill Gates is er zeker van: het digitale decennium is begonnen. De ‘klassieke’ computer zal verdwijnen, maar de informatietechnologie zal steeds verder doordringen in ons dagelijks leven. Knack had exclusief voor België een gesprek met de oprichter en ‘chief software architect’ van Microsoft.

Taartengooier Noël Goddin was alweer op het oorlogspad, maar in tegenstelling tot vijf jaar geleden liet de politie zich dit keer niet verschalken en bleven chocolade en slagroom Bill Gates bespaard. De voorzitter en chief software architect van Microsoft, het grootste computersoftwarebedrijf ter wereld, zoefde een dagje door Brussel. Voor de opening van de e-Government Summit in het Egmontpaleis, een bezoek aan de net. Convention, de vakbeurs op de Heizel van de Belgische vestiging van zijn globale groep, en een acte de présence op de Digital Marketing Summit van de Microsoft-afdeling MSN. Met Annemie Neyts (VLD), minister toegevoegd aan Buitenlandse Zaken, besprak hij de samenwerking voor de databank van het ministerie van Buitenlandse Zaken die ambassades en consulaten waarschuwt voor dubieuze aanvragers van visa en documenten. En dan deed hij ook nog het paleis aan voor een audiëntie bij koning Albert.

Zulke toestanden brengen de master of the softwareworld niet uit zijn doen. Het is zijn vak. Gates trok zich uit het dagelijks beleid van de groep uit het Amerikaanse Redmond (Seattle) terug om meer tijd te krijgen voor creatief werk en de Microsoft-filosofie over de wereld te verspreiden. Zo nam hij in die volgepropte dag de tijd om met Knack (en een paar buitenlandse confraters) te praten over onze digitale toekomst.

U voorspelde dat de computer de hele wereld zou veroveren. Maar in het digitale decennium dat u voor de deur ziet staan, zal de computer volgens u verdwijnen. Van een ommekeer gesproken.

BILL GATES: Er zijn al zo’n miljard computers geproduceerd. Tegen het eind van het decennium komen er evenveel op de markt. Niet meer de klassieke desktops en laptops, ze zullen er heel anders uitzien. We zullen volledig door computers worden omringd, zonder het evenwel te merken. De intelligentie van de pc zit in allerlei toestellen die wij gebruiken in het dagelijks leven. We beschikken over de tablet-pc, om met een pen aantekeningen te maken tijdens vergaderingen of in onze luie stoel e-mails te lezen. Entertainment-pc’s brengen onze lievelingsmuziek en halen de favoriete films op het televisietoestel in de woonkamer. Met pc’s in zakformaat blijven we, waar ook, draadloos met iedereen in verbinding en over alles geïnformeerd. De verwarming en de verlichting in de woning worden computergestuurd, zelfs de koelkast. De kinderen spelen op de Xbox. Nu al beschikken we over een polshorloge die niet alleen de tijd aangeeft, maar ook informatie biedt over beurskoersen en sportuitslagen. Naarmate die intelligente apparaten in het dagelijks leven komen, verdwijnt de klassieke pc. We zullen er weinig van merken en het zelfs vanzelfsprekend vinden.

Hoe moeten wij die toekomst van de verborgen computer concreet zien?

GATES: De ontwikkeling gaat om vijf dingen. Er komt een muurgroot scherm, waar men ver vandaan zit, voor vergaderingen in het kantoor en voor woningen, als een soort gigantische tv. Dan is er het scherm waar men voor zit – het scherm wordt groter, nu de prijs ervan daalt. Met die computer werkt men via een toetsenbord, een pen of gewoon door ermee te praten. Dat is de meest klassieke pc. De smalle tablet-pc biedt de mogelijkheid documenten te raadplegen, te schrijven en draadloos te communiceren via het net of met andere apparaten of met een printer. Hij zal de traditionele notebooks vervangen. De zakcomputer verenigt de mogelijkheden van de telefoon, de camera, de GPS-locator en spelletjes. Het wordt een sterk en krachtig toestelletje. En de polshorloge natuurlijk, waar we steeds meer intelligentie in zullen stoppen. Wij zullen door al die apparaten permanent verbonden zijn. Nee, het mobieltje verdwijnt niet, dat voorspellen alleen de journalisten.

Maar de telefoon wordt meer en meer een computer, een soort pc.

GATES: Er zijn verscheidene manieren waarop telefoon en pc kunnen samenwerken, zonder elkaar uit te schakelen. Twee mensen die met elkaar telefoneren, kunnen op hun persoonlijke computer samen dezelfde documenten bekijken en bewerken. Als iemand belt en ik ben zelf aan het telefoneren of heb geen zin om te telefoneren, dan kan mijn pc antwoorden wanneer het het gepaste moment is om terug te bellen. Door het scherm te integreren in het telefoonverkeer ontstaat een rijkere communicatie. Wij werken aan die relatie tussen telefoon en pc. Maar wij zullen altijd telefoons én pc’s hebben.

Hebben wij dat allemaal wel nodig?

GATES: Elk van die apparaten heeft zijn eigen functie. Denk aan die belachelijke discussie over de e-commerce over de telefoon. Ik koop geen koelkast vanuit mijn auto, ik kan best wachten tot ik thuis ben en daar rustig een keuze maken op het full-size scherm. Ik weet zeker dat tegen het einde van het digitale decennium de meerderheid van de mensen digitale muziek zal beluisteren, digitaal foto’s zal maken en doorsturen naar familie en vrienden, digitaal zijn agenda zal bijhouden, digitaal reizen zal voorbereiden en boeken en veel meer digitaal zal kopen. Wie een digitale lifestyle heeft, zal het vijfvoudige gamma gebruiken. Maar anderen zullen een deel van die technologie wellicht nooit gebruiken. Veel oudere mensen hebben vandaag ook geen pc en hebben geen interesse voor internet – net zoals er vroeger mensen waren die het paard veel aantrekkelijker vonden dan de auto. Wellicht zullen zelfs jongeren sommige van die dingen niet automatisch gebruiken. De populariteit van die apparaten zal afhangen van hun gebruiksvriendelijkheid. Ik ben er zeker van dat het zal lukken, dat de mensen ernaar zullen vragen.

U bent enthousiast over die tablet-pc, waarop u met een pen notities kunt maken. Maar u spreekt zelden over de computer die naar de stem luistert, toch de meest natuurlijke communicatieweg. Microsoft investeerde in het Belgische spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie. Dat bleek evenwel geen succes.

GATES: Spraakherkenning is iets prachtigs, maar we zijn er nog lang niet. Het zag ernaar uit dat die technologie snel zou doorbreken, maar dat was een illusie. De computer kan perfect handschrift herkennen, maar nog onvoldoende de stem, dat staat nog jaren van ons af. Het omgevingsgeluid schept een moeilijk op te lossen probleem. En de gebruikers willen ook niet al te veel tijd besteden aan de ‘opleiding’ van hun computer zodat hij hun stem verstaat. De grote investeerders in de technologie van de spraakherkenning zijn IBM en Microsoft. Wij zetten daar veel mensen en middelen voor in. We doen geen beroep op anderen, we rekenen voor de ontwikkeling van de spraaktechnologie alleen op onszelf.

Schrijft Microsoft de software voor al die nieuwe ‘computers’ die in het digitale decennium het levenslicht zullen zien?

GATES: Voor elk apparaat dat op software kan draaien, maken wij ook software. We willen de beste software maken, niet per se de marktleider zijn. Als niemand anders het beter doet, zullen wij een groot marktaandeel hebben. Als iemand anders supergoede software ontwikkelt, zou het best kunnen dat wij maar een klein deel van de markt bezetten, of helemaal niets.

Al die razendsnelle ontwikkelingen zijn opwindend voor techneuten. Maar ondernemers klagen dat het zo hard gaat dat ze geen gekwalificeerd personeel meer kunnen vinden. En in de gezinnen zijn het vaak de kinderen die het best met de computer overweg kunnen.

GATES: We gaan daarom de innovatie niet vertragen, maar we kunnen de software nog toegankelijker en goedkoper maken, zodat de mensen kunnen volgen en de ondernemingen minder technici nodig hebben. We hebben bovendien tijd nodig om de mensen te leren omgaan met beveiliging en privacy. Microsoft investeert bijzonder veel in onderzoek en ontwikkeling over beveiliging en zekerheid. Zo vinden we bijvoorbeeld het huidige paswoordsysteem niet goed. Mensen gaan veel te achteloos of slordig met hun paswoorden om. Een beveiligde kaart of biometrie zou een betere oplossing zijn. Maar dat vergt allemaal tijd.

Zal het digitale decennium de kwaliteit van het leven verhogen?

GATES: Ongetwijfeld. Men zal de computer gebruiken in het dagelijks leven. Ik kan digitaal genomen foto’s van mijn kinderen meteen opsturen naar hun grootouders die veraf wonen, en zij kunnen commentaar terugsturen. Een zieke kan via zijn computer de jongste medische ontwikkelingen volgen, zoeken welke de beste medicijnen zijn, de meest geschikte dokters opsporen en in discussie gaan met mensen over de hele wereld die hetzelfde gezondheidsprobleem hebben.

De technologie-industrie heeft de laatste jaren bijzonder slecht gepresteerd. De verkoop van pc’s is sterk gedaald. Moet het digitale decennium nieuwe economische mogelijkheden bieden?

GATES: We zijn heel optimistisch. De snelle ontwikkeling van de hard- en software zal tot een intenser gebruik leiden. Maar we moeten realistisch blijven. In de late jaren negentig, in de volle hype rond de technologie-industrie en het internet, dachten we dat het allemaal bijzonder snel zou gaan. We beschikten toen evenwel nog niet over de software en het platform voor draadloze en draagbare netwerkverbindingen. Het digitale leven zal immers geconnecteerd zijn. De ontwikkeling komt nu op volle snelheid, met betere chips, betere schijven, betere schermen en, wat ons betreft, betere software.

De economie draait nochtans niet goed en er bestaat grote onzekerheid.

GATES: Ik ben een softwareman en geen econoom. Trouwens, zelfs economen blijken het moeilijk te hebben om economische ontwikkelingen te voorspellen. Wij zien geen grote veranderingen de komende jaren, geen dramatische achteruitgang, maar ook geen spectaculaire groei. Daarna zal de productiviteitswinst de economie stimuleren. De afgelopen jaren was de markt van de informatietechnologie zwak. Microsoft denkt echter op de lange termijn: we hebben onze staf en het budget van onderzoek en ontwikkeling niet alleen behouden, we hebben ze zelfs uitgebreid.

De mens van het digitale tijdperk zal door allerlei soorten computers worden omringd. Hij zal als het ware ingesponnen raken in het net. Ontstaat er dan geen gigantisch probleem van privacy?

GATES: De tijd dat onze privacy gebaseerd was op de moeilijkheid om informatie te vergaren, is voorbij. De technologie heeft daar een einde aan gemaakt. Nu al verraadt uw mobilofoon waar u bent als u telefoneert. Het is aan de politiek uit te maken of die beschikbare informatie mag worden gebruikt, door wie en wanneer. Om de privacy te beschermen, zal daar zorgvuldig over moeten worden nagedacht.

Op het World Economic Forum in Davos sprak u uw bezorgdheid uit over de computermisdaad. Die neemt almaar toe en de overheid is zich daar volgens u onvoldoende van bewust. Is cyberterrorisme denkbaar? Kunnen misdadigers het internet platleggen?

GATES: Terroristen hebben het internet nog niet aangevallen, maar het is een mogelijkheid waartegen we ons moeten wapenen. Een criminele groep kan elke infrastructuur aanpakken, de elektriciteitsvoorziening bijvoorbeeld, of de waterbevoorrading. Sinds de aanslagen van 11 september zijn we gevoeliger voor die dingen. Bescherming tegen terroristen en criminelen is een belangrijk punt in de discussies tussen het bedrijfsleven en de politici. Microsoft is betrokken bij die dialoog. Er moet meer worden gedaan om de kwetsbaarheid te verkleinen. Totnogtoe is er evenwel nooit iets dramatisch gebeurd. Er waren wel virussen en zo, maar die kregen het internet niet klein. Hackers veroorzaken slechts geringe hinder en bovendien helpen zij ons de zwakke plekken te ontdekken, zodat we goede antwoorden kunnen inbouwen. Sommige specialisten voorspellen dat het internet zal crashen. Die alarmerende voorspellingen zetten ons ertoe aan te voorkomen dat ze bewaarheid worden.

De digitale levensstijl verbetert de kwaliteit van het leven. Maar in een groot deel van de wereld beschikken mensen niet over elektriciteit en zijn ze te arm om een computer te kopen.

GATES: Dat is een grote zorg voor me. Mijn stichting (The Bill and Melinda Gates Foundation, nvdr.) is heel erg bezig met de armoede in de wereld, en met het grootste probleem van de armen: de gezondheid. Van die problematiek moeten we een topprioriteit maken.

Hoe digitaal leeft u zelf vandaag?

GATES: Ik gebruik zelden een mobiele telefoon. In mijn huis kan ik digitale muziek en video’s downloaden. Ik wacht met spanning op mijn intelligent horloge – ze hebben er te weinig geproduceerd. Haast permanent gebruik ik mijn tablet-pc. Ik schrijft er nota’s op, becommentarieer artikels die ik naar mijn collega’s doorstuur. Ik heb m’n medewerkers 200 e-mails gestuurd met voorstellen om de tablet te verbeteren. Dat is mijn job, ik hoor een connaisseur te zijn van goede software. Alles is beter dan wat het gisteren was, maar alles kan nog beter.

Guido Despiegelaere

De tijd dat onze privacy gebaseerd was op de moeilijkheid om informatie te vergaren, is voorbij.

‘we willen de beste software maken, niet per se de marktleider zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content