Mediavrijheid is een schaars goed. Ze bestaat slechts in democratische regimes die volgens de beginselen van de rechtsstaat georganiseerd zijn, en waarin de individuele waardigheid van elke persoon is erkend. Ze zijn onvervangbaar in ons maatschappelijk integratieproces. Volgens het jaarrapport Freedom of the Press 2009 (www.freedomhouse.org) verliest de mediavrijheid in de wereld terrein; slechts 36 procent van de landen in de wereld scoort goed. West-Europa lijkt oké, maar de kwetsbaarheid blijkt uit de Italiaanse toestanden, waar de zittende premier de media, voor zover hij ze nog niet bezit, in zijn dictatoriale gareel dwingt.

België hoort bij de top inzake journalistieke vrijheid: 6e van 195 landen. Het is goed dat te beseffen, en nog beter om voorzichtig met die belangrijke vrijheid om te gaan. Immers, ten aanzien van de democratische rechtsstaat en de rechten en vrijheden van burgers zijn mediabedrijven systeembedrijven, net zoals bankbedrijven dat zijn in ons economisch bestel.

Hier treedt een bevreemdende paradox op. Klaarblijkelijk was de laatste jaren in sommige bankkringen een verregaande professionele achteloosheid doorgedrongen. Die heeft geleid tot belangrijke reddingsoperaties met gemeenschapsgeld, en een roep om meer regels en toezicht. Begrijpelijk, de economie rust op de hypothese dat systeembedrijven zoals banken zich correct gedragen met het oog op hun maatschappelijke functie. Avonturiers zonder scrupules haalden die hypothese onderuit. Een van de lessen is dat zulke ‘vanzelfsprekende’ hypothesen nu moeten worden uitgeschreven en bewaakt.

Ten aanzien van de financiële crisis waren de media, die zich graag beroepen op hun kritische waakhondfunctie, nergens. Ze schreven nogal routineus over rommelkredieten en nogal kritiekloos over stoere bankiers. De deken van de internationale financiële pers, de Financial Times, verwoordde het op 21 april als volgt: ‘( We were)… asleep at the wheel.’ Meegaand, verblind door percepties, niet in staat om een degelijke analyse te maken van de zichtbare onevenwichten in het financiële bestel: een moedige bekentenis van bescheidenheid in een internationale toppublicatie.

Wanneer de media zelf onder druk komen, is hun houding evenwel niet zelden omgekeerd. Er is altijd wel een externe uitleg voor falen, en een zekere blindheid voor verbeteringsmogelijkheden van het journalistieke productieproces. Recent nog slaagde een journalist erin zijn optreden met verborgen camera en zijn gemonteerde reportage die een onthaalmoeder onderuithaalde, in een opiniestuk toe te lichten… op anonieme wijze. Ook nog recent werd gesuggereerd dat het zeer uitzonderlijke rechtsmiddel van het verdere verspreidingsverbod via de kortgedingrechter het best wordt afgeschaft, of dat ons binnenkort verschijningsverboden van kwaliteitsbladen te wachten staan op eenzijdig verzoekschrift. Vanwaar toch die verdwazing in het debat zodra de media zélf in het geding zijn? De verzoekende partijen die een rechterlijk verspreidingsverbod verkregen op eenzijdig verzoekschrift, staat nog de tegensprekelijke behandeling van hun vordering te wachten, met mogelijk een herziening van de beslissing en een vordering tot schadeloosstelling. Dat rechtsmiddel werkt, en het is nonsens het te willen afschaffen voor de media omdat ‘de rechters’ – nog zo’n brutale veralgemening – ‘onbekwaam zouden zijn om het grondwettelijk censuurverbod te eerbiedigen’ ( sic).

Als systeembedrijven hebben de media maatschappelijke plichten en verantwoordelijkheden. Daar kan niet licht mee omgesprongen worden. Journalisten bij ons maken dagelijks uitstekende teksten, reportages en programma’s. De kern van hun vak betreft de grote maatschappelijke vraagstukken, emancipatie van elk van onze medemensen, integratie van de multiculturele samenleving. Dan moet je niet telkens de barricade van de persvrijheid beklimmen om collega’s in bescherming te nemen die zich met winstoogmerk aan de smeuïge zelfkant van de perceptiemaatschappij willen ophouden met privézaken zonder maatschappelijke waarde.

Leo Neels doceert mediarecht aan de K.U.Leuven en de Universiteit Antwerpen.

door Leo Neels

Vanwaar toch die verdwazing in het debat zodra de media zélf in het geding zijn?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content