Hoe kan je je kinderen financieel steunen zonder dat de fiscus aan de haal gaat met een deel van het kapitaal? Een schenking van hand tot hand kan een uitkomst bieden. Al werkt dat niet voor elke vorm van een vermogen.

Stel: je schenkt een miljoen aan je dochter. Volgens de algemene regel moet er over de schenkingsovereenkomst bij de notaris een authentieke akte worden opgesteld. Ze wordt geregistreerd, er worden schenkingsrechten betaald. Pas wanneer je als schenker meer dan drie jaar na de schenking overlijdt, is ze definitief en moet je dochter voor dat bedrag geen successierechten betalen. Overlijd je echter binnen de drie jaar, dan wordt het miljoen aan de nalatenschap toegevoegd. Je bezit bijvoorbeeld nog eens vijf miljoen. Het ene miljoen dat je aan je dochter schonk, wordt er bijgeteld. De successierechten worden berekend op zes miljoen frank.

Een regel waarop je kan bouwen. Om erfgenamen geen loodzware successierechten te doen betalen, is het immers mogelijk een schenking op te delen in verschillende, opeenvolgende schenkingen, met telkens een tussentijd van drie jaar. Elke schenking die meer dan drie jaar voor het overlijden plaatsvond, telt immers niet meer mee om de successierechten te berekenen. De fiscus moet telkens genoegen nemen met een lagere berekeningsbasis. Het tarief voor de successierechten is progressief (zie grafiek). Met andere woorden: hoe groter de erfenis, des te meer er moet worden betaald. Binnen een lagere schijf blijven, betekent aan een samenvoeging ontsnappen.

De schenking – of gift – van hand tot hand is een geschikte én wettelijke manier om in bepaalde gevallen aan de betaling van schenkings- en successierechten te ontkomen. Er komt geen notaris aan te pas. Het bezit wordt onmiddellijk overgedragen. Wat niet letterlijk van hand tot hand kan overgaan, kan dan ook niet het voorwerp zijn van een schenking.

Wat dan wel? Wie een briefje van duizend rechtstreeks en meteen in iemands hand stopt, heeft een regelmatige schenking tot stand gebracht. Wie 10.000 frank schenkt, maar in zijn portefeuille niet genoeg briefjes vindt, kan een cheque uitschrijven. Ook dat is een regelmatige schenking. Het bedrag overschrijven via een bankrekening is dat echter niet, omdat het transfer niet verloopt van hand tot hand. Schenkingen van hand tot hand zijn alleen mogelijk met roerende goederen, zoals geld, antieke meubelen, schilderijen, juwelen, kasbons, aandelen in een vennootschap, obligaties enzovoort.

Een onroerend goed, zoals een huis, kan dus niet van hand tot hand worden geschonken. Een rijke oom kan daarentegen wel de opbrengst van de verkoop van een van zijn villa’s schenken. Zoals in gangsterfilms kan hij de twintig miljoen die het huis heeft opgebracht in briefjes van 10.000 frank in een attachékoffer overhandigen. Successie- of andere rechten moeten niet worden betaald. Er is immers geen enkel spoor van het transfer.

ALLES IS OP

Maar de fiscus is uiteraard niet dom. Stel dat de rijke oom zich met zijn slee te pletter rijdt binnen de drie jaar na de verkoop van de villa, dan vermoedt de belastingdienst dat de opbrengst van de verkoop nog steeds een onderdeel is van het vermogen van de overleden oom. Het is aan de erfgenaam om te bewijzen dat de opbrengst van de verkoop herbelegd is in nog aanwezige goederen ten dage van het overlijden, zoals dat heet in het jargon. Of hij moet aantonen dat de overledene erover heeft beschikt. Of nog: dat hij het geld heeft opgesoupeerd. Daartoe zijn geloofwaardige bewijsstukken vereist: vliegtuigtickets, een overeenkomst met een reisbureau dat oom een cruise heeft ondernomen, het bewijs dat hij vergezeld was van een dame, of een briefje van een callgirl waarin ze hem voor milde giften bedankt. Of de ontvanger van Registratie, Domeinen en BTW dergelijke bewijzen als een waardig element aanvaardt, valt nog te bezien. Doet hij dat niet, dan zal de rechter oordelen.

Het kan ook anders lopen. Misschien heb je met de opbrengst zelf een huis gebouwd. Ook dan kan de fiscus – afdeling inkomstenbelasting – onraad ruiken. Stel dat je duidelijk meer uitgeeft dan wat er op je aangifteformulier is ingevuld, dan krijg je een vermogensonderzoek. Wie dat wil voorkomen, moet de schenking aangeven bij het overlijden van de oom. Zo niet riskeert hij een fikse boete: ten minste 20 procent van het ontdoken recht, tot 200 procent bij fraude – bovenop de verschuldigde successierechten. Wanneer je oom drie jaar langer leeft dan de dag waarop hij het koffertje heeft overhandigd, heb je geluk. Laat hem zijn gezondheid dus maar goed verzorgen. Zijn minnares, zij kan best een briefje schrijven.

Maar hoe kan je nu aan de fiscus bewijzen dat de schenker inderdaad drie jaar langer heeft geleefd? Dat vereist een geschreven en geregistreerde overeenkomst, waarbij de oom op de bewuste dag heeft verklaard dat hij met een bepaalde cheque met nummer x, getrokken op bank x, de som van tien miljoen heeft geschonken. Jijzelf moet verklaren dat je de schenking in dank hebt aanvaard. Het gaat nog steeds om een schenking van hand tot hand, maar dan mét registratie. Je betaalt daarop een vast recht. Bij een notariële akte betaal je procentueel. Je loopt uiteraard nog steeds het risico dat de oom binnen de drie jaar overlijdt, wat betekent dat je op de overblijvende schijven successierechten zal moeten neertellen.

Specialisten ter zake vinden dat allerlei manoeuvres om successierechten te ontwijken, niet altijd de moeite lonen. Daarom het volgende voorbeeld. Frank en Maria zijn beiden bedienden en getrouwd in gemeenschap van goederen. Samen verdienen ze maandelijks netto 120.000 frank. Ze bezitten onroerend goed, een huis, met een waarde van vijf miljoen frank.

Daarbovenop bezitten ze voor drie miljoen aan roerende waarden. De gemeenschap bedraagt samen acht miljoen frank. Frank overlijdt, Maria is 65 jaar oud. De gemeenschap wordt in twee stukken verdeeld. De nalatenschap van Frank bedraagt vier miljoen frank. Maria heeft het vruchtgebruik van de twee kinderen – met 65 jaar is dat ongeveer 35 procent, of 1,4 miljoen van Franks nalatenschap. Blijft voor de beide kinderen: 2,6 miljoen of 1,3 miljoen voor elk, waar ze ieder voor zich drie procent successierechten op moeten betalen.

Aangezien het bedrag van de nalatenschap in de laagste schijf van het progressief tarief valt, zou het niet echt de moeite lonen om fiscale ontsnappingsconstructies te bedenken. Stel dat de nalatenschap per erfgenaam meer dan zeven miljoen frank bedraagt, dan is het wel de moeite waard.

Gaby De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content