Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Senator Willy Kuijpers verlaat binnenkort de Wetstraat. Een terugblik op meer dan 25 jaar parlementair mandaat en partijbelevenissen.

Willy Kuijpers heeft het allemaal meegemaakt : de Volksunie als zweeppartij, van zweeppartij tot oppositiepartij, van oppositiepartij naar beleidspartij en weer oppositiepartij, om finaal te eindigen als jeugdclub. Binnenkort stapt hij, die zowel in het Europese als in het federale parlement zetelde, uit de Wetstraat-piste om zich geheel toe te leggen op het burgemeesterschap van Herent. Net nu het spannend wordt.

WILLY KUIJPERS : Een generatie neemt afscheid. Maar wat mij betreft, is het geen afscheid van de politiek. Ik ben, nu meer dan ooit, een proudhonist. De basis kan nog veel meer leveren dan tot nu het geval was. Eigenlijk keer ik terug naar wat ik altijd ben geweest, om hier in Herent, met de wijken, het echte basisfederalisme, de reële inspraak, tot stand te brengen. En de uitdagingen hier in de buurt, gekneld als ze ligt tussen Leuven, Zaventem, Brussel, zijn niet mis.

Ik kon dit mandaat van burgemeester ook niet langer ontwijken. In het verleden nam ik al twee keer ontslag uit de gemeenteraad. Dit combineren met het senatorschap, zeker als je fysiek niet echt in orde bent, is vrijwel onmogelijk.

Bovendien moeten in een federaal land zekere spanningen blijven bestaan tussen de verscheidene bestuursniveaus. De Vlaamse regering moet opnieuw leren communiceren met haar burgemeesters. In die zin ben ik ook voor de herziening van het statuut van burgemeesters en schepenen, en ook van de Raad. Uitgerekend nu Vlaanderen een grote onafhankelijkheid geniet, krijgen we geen mensen meer naar het beleid, wegens onderbetaald. Wie wat in zijn mars heeft, stapt in de zakenwereld, in een KMO, en verdient daar het vier- of vijfvoudige.

Anderzijds is het politieke veld nooit zo hoopgevend geweest. Na de staatsomvorming bestaat er aan Vlaamse kant een quasi-homogeniteit, die ons toelaat onze macht voluit aan te wenden. Er zijn tal van initiatieven mogelijk richting Europa, maar ook richting gemeenten. Als ik sommige uitspraken hoor van Luc Van den Brande (CVP), Guy Verhofstadt (VLD), Louis Tobback (SP), Marc Van Peel (CVP) dan kan ik mijn oren niet geloven. Vijfentwintig jaar geleden was een dergelijke Vlaamse opstelling van de traditionele partijen ondenkbaar.

U werd in 1954 lid van de Volksunie, op het moment dat ze nog een echte zweeppartij was. De VU werd naderhand een bonafide oppositiepartij, een beleidspartij zelfs en ze werd weer in de oppositie gedrongen. Momenteel weet niemand nog waarvoor de VU staat, want Bert Anciaux maakte er een jeugdclub van.

KUIJPERS : Ach, je mag dat niet zeggen. Toen de eenzame Frans Van der Elst in 1958 het federalisme lanceerde, begon onze fluwelen revolutie. We hebben het over de fluwelen revolutie van Vaclav Havel in Praag. Die van ons was al veel langer bezig. Ze werd gedragen door Van der Elst, Hugo Schiltz, en niet te vergeten Frans Baert. Zij hebben al die teksten opgesteld, doorwrocht. Daarrond werkte een tweede groep met Maurits Coppieters, Maurits Van Haegendoren, Vic Anciaux, die de VU-boodschap mee vorm gaven. Later is daar mijn generatie bijgekomen, met haar internationale contacten, onder meer met de wereld van de ontwikkelingssamenwerking dat waren Nelly Maes, Jaak Vande Meulebroucke, ikzelf. Ook nu zijn er weer een aantal zeer markante jongeren aan de slag.

VU-voorzitter Bert Anciaux spreekt nu meer met Guy Verhofstadt dan met zijn eigen partijmensen hij consulteert hem als een politieke goeroe, zo wordt in VU-kringen verzekerd. Waar moet dat naartoe ?

KUIJPERS : In de politiek heb je altijd een soort intentioneel gevrij. Dit gevrij is nu logischer dan in een unitair geheel. Ooit schreef een Vlaamse krant dat haar verslaggever Schiltz uit het PS had zien komen. Dat veroorzaakte heel wat ophef. Alsof het niet meer dan normaal is dat een politicus met andere partijen contacten onderhoudt. Voor Anciaux ligt het niet anders. En de groep die rond hem zit, Paul Van Grembergen, Annemie Van de Casteele, Jan Loones, speelt dat handig. Dat er in het Vlaamse parlement een horizontale beïnvloeding bestaat, is normaal. Je moet trouwens al echt speuren naar de verschillen in de teksten van Van den Brande en die van Anciaux. Een frontvorming is dus zeker bezig. Al zal er nog een gevecht moeten worden geleverd met sommige kringen op het federale niveau en met de provincialisten zoals de Coudenberg-club.

Maar er komt een nieuwe groep van mensen die nu al aan gemeentebeleid doen en die een betere dienstverlening voor de Witte Burger willen. Het kan toch niet dat een dikke turf als het Structuurplan Vlaanderen gauw in een foldertje wordt gegoten en in de bussen gedropt. Zoiets moet jaren begeleid worden. Als ik bij mijn Nederlandse familie kom, stel ik steeds vast dat het gemeentelijk beleid daar veel dienstbaarder is. Dat proces is hier pas op gang gebracht.

Trouwens, de oude politieke verhoudingen zijn voorbijgestreefd. De KWB nodigt voor zijn Bewogen Vertellingen mensen van buiten die sociale beweging uit. Dezer dagen ga ik meer spreken voor dit soort organisaties dan voor mijn eigen achterban. Vijftien jaar geleden was het ondenkbaar dat de KWB me zou vragen om haar mensen te komen toespreken. Ook binnen die groepen is een omwenteling aan de gang. Zo drijft de Boerenbond stilaan weg van haar bank, Cera, die een heuse Europese bank aan het worden is. Wie dit alles niet ziet, is stekeblind. In een aantal middens wordt een nieuwe politieke technocratie geboren. Ook ondernemers zijn op zoek naar partijen die de juiste Europese schema’s aanbieden.

Vandaar dat gezoek, onder meer in het Vlaams parlement, van Anciaux en van anderen. Er is geen parlement dat zo’n gelegenheid tot dialoog biedt dan het Vlaams parlement doet. Het is homogeen Vlaams. Dat praat gemakkelijker. In het federale parlement, met de Franstaligen, had je toch enige reserve, omwille van de communautaire clivage. In het Vlaams parlement hebben ze daar geen last van. Vertegenwoordigers van verschillende partijen maar van dezelfde regio kunnen samen naar de minister stappen om een probleem te regelen, zoals wij hier doen in verband met de hogesnelheidstrein.

Komen daar binnen afzienbare tijd nieuwe verbonden, partijen of nieuwe politieke hergroeperingen van ?

KUIJPERS : Ongetwijfeld…

Enkele jaren geleden was het bijna zo ver. Sommige VU’ers zijn toen naar de PVV, later VLD overgestapt. U voerde gesprekken met de CVP. Iedereen vond elkaar terug bij Vaast Leysen thuis. Waarop is de grote heropdeling gestrand ?

KUIJPERS : Ik heb destijds zeer vele gesprekken gevoerd, met socialisten, met mensen uit de christen-democratie. Opvallend was dat het niet zozeer de partijen waren, dan wel bepaalde groepen, zoals vakbonden, die de zaken blokkeerden. Blijkbaar willen enkelen die onproductieve, theaterachtige vijandschappen in stand houden.

Waarom zouden die dat doen ?

KUIJPERS : De inertie is veel groter dan algemeen gedacht. Het hele Poupehan-verhaal van destijds is daarvan een illustratie. De besluitvorming speelt zich, vooralsnog, niet in het parlement af. Maar met dat homogeen Vlaamse parlement kunnen de raadsleden onderling gemakkelijker contacten leggen, gesprekken voeren. Iedereen kan zien dat er overeenkomsten zijn tussen VU en Agalev, tussen groepen uit de CVP en uit de VU, tussen groepen in de SP en de VU. Het hele Sienjaal-avontuur van Maurits Coppieters en Norbert De Batselier maakt toch veel duidelijk. Maar uiteindelijk zal toch een soort platform gecreëerd moeten worden. Ofwel een gezamenlijk platform, een kartelformule of gewoon nieuwe politieke structuren. De vergissing van de liberale groep bestond erin dat ze gewoon een andere jas heeft aangetrokken, een paar verruimers binnenpakte en dacht dat daarmee de dialoog was stilgelegd. Zoals het Vlaams Blok. Eerst slaan ze ons op de IJzerbedevaart van onze stoel, daarna komen ze zeggen dat ze met ons willen praten.

Ik sta nogal achter het Catalaanse model van Jordi Pujol die een convergentie vond tussen vier verschillende partijen. In Tsjechië, in Polen, in Litouwen werden gelijkaardige formules uitgewerkt. Ik ben nog bewuster VU’er dan in 1954, maar voor sommige onderdelen van mijn programma wens ik met anderen op te trekken.

Dat optrekken met anderen gebeurt dat dan à la carte of in een vast verband ?

KUIJPERS : A la carte, maar binnen een convergentie. Is dat zo gek ? Eigenlijk ligt er tussen het KWB-initiatief De Bewogen Vertellingen en Het Sienjaal niet zo’n grote afstand. Dat geldt ook voor de gemeenschappelijke initiatieven van VU en Agalev. Maar voorlopig is er daar nog die pleinvrees, zo goed beschreven door Jozef Deleu. Zeker na het struikroversavontuur van de VLD. Ik wens niet zonder meer in een andere partij op te gaan…

Eigenlijk was dat enkele jaren geleden volop aan de gang.

KUIJPERS : Toch niet wat mijn kleine inbreng betrof…

U hebt destijds toch Hans Bracquené benaderd die op het punt stond naar de VLD over te stappen met de vraag : waarom ga je niet, zoals ik, met de CVP praten ?

KUIJPERS : Ik heb hem toen gezegd dat ik het kanaal waarin hij wilde stappen veel te eng vond. De hele overstapidee leek me te beperkt. Verscheidene partijen hebben me destijds benaderd. Maar ik heb nooit de aandrang gevoeld om mijn partij te verlaten en heel dat gedachtengoed als vuile was achter te laten. Ik wil dat gedachtengoed kunnen meenemen. Dat heb ik destijds tegen Hans Bracquené gezegd. Wat was het gevolg van de VLD-historie ? Al die VU’ers zijn in de blauwe golf verdwenen.

Wat is toen de historische rol geweest van Hugo Schiltz ?

KUIJPERS : Ik was al algemeen-secretaris en dus goed geplaatst om een aantal zaken in te schatten. Een overstap zoals die van Jaak Gabriëls kan voor mij niet. Zoals dat ook voor Schiltz niet kon. Zij die bleven, wilden niet zomaar hun federalistische, volksnationale beginselen prijs geven. Het vertrek van Gabriëls was zeker geen pretje. Maar het was niet de eerste keer dat zoiets gebeurde. Herinner je wat Camille Huysmans en Paul-Henri Spaak destijds bij de BSP hebben gedaan. Jongens toch !

We hadden het over de rol van Schiltz. Heeft hij toen de VU gered ?

KUIJPERS : Schiltz heeft de Volksunie meermaals gered, samen met een groep rondom zich. Maar Schiltz stapt niet zomaar over naar een andere, zelfs nieuwe partij. Hij is een man die te allen tijde convergenties zoekt. In die woelige periode heeft hij nooit getwijfeld.

Hoe heeft u de afscheuring aangevoeld van de mensen die naderhand het Vlaams Blok hebben gevormd ? Bij de VU wordt al eens gezegd : Kuijpers heeft altijd goede contacten bewaard met enkele Vlaamsblokkers. Klopt dat ?

KUIJPERS : Zeker niet. Eind van de jaren zestig, met groepjes als Were Di en VMO nog volop in de weer, waarschuwde Maurits Van Haegendoren geregeld : pas op voor wat daar aan de einder opdoemt. Hij placht ook te zeggen : de VU zal pas haar evenwicht vinden als er een rechtse, nationalistische partij ontstaat. Toen hij dat zei, was er nog geen migrantenkwestie. Wat is er uiteindelijk gebeurd ? Mensen die niet inzagen dat de staatshervorming geleidelijk moest worden doorgevoerd en gaandeweg aan kracht moest winnen, zijn in ’77 vanuit hun spijtmodel naar de twee extreem-rechtse formaties overgestapt, van Karel Dillen en van Lode Claes, die naderhand tot het Vlaams Blok werden omgevormd. Als we zijn geval tot op de bodem ontleden dan blijkt dat, mocht hij destijds een ministerportefeuille hebben gekregen, Claes nooit die extreem-rechtse partij zou hebben opgezet. Dillen heeft dan weer altijd gedweept met een rechts ideaal, weliswaar een ideaal omcirkeld met schuttingtaal.

Wat brengt die twee bijeen : aan de ene kant Claes, een heer die nog met Ernst Jünger heeft geconverseerd, aan de andere kant ?un plouc? als Dillen.

KUIJPERS : Karel Dillen dat is de degelijke bediende. Brave man, die elke avond de gleufhoed opzet en met het hondje een ommetje maakt langs het park. Hij kan soms geestig zijn als hij zijn Antwerpse moppentrommel opentrekt. Maar hij blijft een karikatuur.

Eigenlijk is de Volksunie van bij haar ontstaan, zij het niet altijd openlijk, gesteund geweest door het Vlaamse bedrijfsleven.

KUIJPERS : Dat klopt. Ten onrechte werd de VU vaak voorgesteld als uitsluitend ontstaan uit de zwartzakkerij. De socialist Jos Van Eynde en enkele Walen hebben dat beeld breed uitgesmeerd. Dat heeft ons jaren achteruit geslagen. Maar eigenlijk is de Volksunie mogelijk geweest dankzij de mensen die te lande, in de gemeenten, het voortouw hadden : dokters, onderpastoors, leerkrachten en inderdaad de ondernemers, de KMO’ers. En daarrond had je het Vlaams Economisch Verbond, het Verbond van Vlaamse Academici, de jeugdbewegingen, de hele culturele sector rond het Davidsfonds. Die hebben de VU gemaakt.

Vroeger noemde u het parlement nooit anders dan de praatbarak. U laat dat nu achterwege. Uit respect voor de instellingen ?

KUIJPERS : Ik ben intussen, gelukkig maar, losgeraakt van die karikatuur. Thuis waren we fervente lezers van ’t Pallieterke. Dat is een fase geweest. Die is voorbij. Gaandeweg ontdek je dingen, ga je ze ook waarderen.

De Wetstraat beleeft intussen weer uiterst dramatische dagen. De heropflakkering van de zaak-Dassault, de smeergeldaffaires. Kan u, nu u het parlement verlaat, met de hand op het hart zeggen : dat hebben wij nooit gedaan.

KUIJPERS : Ik kan dat gerust zeggen. Maar situaties zoals in de zaak-Dassault, zijn niet eigen aan de PS, maar aan de machtsconstructie, aan het systeem zoals het bestond. De partijen leefden boven hun stand. Was het logisch dat wij als parlementsleden met de hoed moesten rondgaan ? Wat een vernedering ! Van Haegendoren en ik verdeelden de adressen, naargelang van de ingesteldheid van degene die we moesten bezoeken. Dat was een vorm van prostitutie.

Heeft u dat vaak moeten doen ?

KUIJPERS : Jaar na jaar ! Want je moest blijven concurreren met de traditionele partijen die grotere geldstromen konden losmaken, via overheidsbestellingen, via hun verenigingen, vakbonden, ziekenfondsen. Een kleine ondernemer zei me ooit : ik betaal aan alle partijen in de buurt, alleen hier kom ik het met mijn gedacht brengen. Waarop ik dacht me ook een opmerking te mogen permitteren. Toen zei die man : je hebt gemakkelijk praten. Ik stel vier ploegen met arbeiders tewerk. Die moeten elke dag een aantal meters werk hebben. In het systeem van die tijd…

Om affiches en folders te drukken, moest de partij fondsen hebben. Onze drukker zei altijd : Willy, ik ben een onbetaalbare drukker, maar neem dat in godsnaam niet te letterlijk. Dat waren inderdaad de ellendigste periodes uit mijn loopbaan.

Gerard Deprez zei eens : nog vernederender dan geld te moeten vragen, is iemand over de vloer krijgen die het aanbiedt.

KUIJPERS : Allicht, maar dat zijn situaties waarmee vooral beleidspartijen te maken kregen. Ik vermoed dat er bij de traditionele machtspartijen meer geld werd aangeboden dan dat er werd gevraagd.

Rik Van Cauwelaert

Willy Kuijpers : Vlaamse partijen onder elkaar, dat praat gemakkelijker.

De VU een jeugdclub onder het voorzitterschap van Bert Anciaux ? Ach, je mag dat niet zeggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content