De afgelopen maanden experimenteerde het Vlaamse parlement met een eigen website. Een opmerkelijk en lovenswaardig initiatief. Echt fraai ogend was en is de site niet, maar het Internet-team vroeg dan ook om er nog niet over te schrijven in de proefperiode. Wat wel een testje waard leek, zijn de e-mailadressen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Tijdens het surfen bleek alvast dat een groot aantal zelfs over geen e-mail beschikt. De verinternetting en het computeranalfabetisme vielen op door hun partijpolitieke homogeniteit. Zo schijnen VLD’ers en CVP’ers echte computernerds, terwijl Vlaams Blokkers en groenen computer-Neanderthalers blijven.

Tussen hebben en gebruiken ligt echter een wereld van verschil, dus e-mailde deze letterknecht op een woensdagavond (18/11/1998; donderdag stemmen ze immers in plenaire zitting) elke gedeputeerde met een e-mailadres met de eenvoudige vraag om gewoon te antwoorden zodat ik kon zien hoe bereikbaar ze wel waren via het Internet.

Het resultaat was ronduit gênant. Meer dan een maand later lieten enkele parlementairen een medewerker een e-mailtje sturen met een smoesje over een defecte pc, een slepende ziekte of andere ontspoorde trams waar schoolprefecten dagelijks de kranten op nalezen. Sommigen kunnen nog proberen te beweren dat ze de e-mail nooit ontvingen, maar via Internet weet de handige verzender altijd wanneer een bericht ontvangen wordt. Bovendien komt een fout geadresseerde e-mail altijd terug naar zijn verzender – een opmerkelijke technologische vooruitgang sinds de postduif.

Opmerkelijk snel reageerde Patricia Ceysens. Een advocate die voor de VLD zorgzaam liberalisme predikt. Ze liet ondergetekende nauwelijks vijftien minuten wachten. Net vijf minuten sneller dan een oudere CVP’er ( Leo Cannaerts) uit een landelijke gemeente die meteen zijn webstek aanprees. Hij wist tevens de leuke anekdote te melden dat de CVP Nationaal ook ooit eens probeerde uit te vissen hoe virtueel de leden waren en hij toen wijs suggereerde om als onderwerp “lijstvorming” te kiezen en te vragen om snel in te schrijven.

Conclusie: Ceysens en Cannaerts lezen ’s avonds tussen 9 en 10 thuis hun e-mail. Jacques Laverge is een vroege vogel die ’s morgen om halfnegen zijn e-mail doorneemt. Hij krijgt het brons. Binnen het etmaal bleven Leonard Quintelier en de medewerkster van Peter De Ridder. Tuur Van Wallendael viel er net buiten door op vrijdag te reageren met winterse groeten uit Antwerpen. De volgende dagen sijpelde de e-mail langzaam binnen. De respons bleek best te doen, maar slechts één derde van de e-mailers reageerde binnen de week (vaak dan nog niet eigenhandig). Wat betreft reactietijd scoort de VLD ondanks de grotere groep Internauten het best.

De twee winnaars hanteren het Internet trouwens ook als democratisch middel. Cannaerts zet al zijn interpellaties en dossiers online en zorgt voor een grote transparantie in zijn activiteiten. Patricia Ceysens probeert hetzelfde, maar botste reeds bij aanvang op weerstand bij de KU Leuven die haar naam niet als internetdomein wou registreren (wat bij Cannaerts wel lukte). Een commercieel .com-topdomein uit de Verenigde Staten vond de in medische en gezinsproblematiek gespecialiseerde Ceysens te ver gaan dus registreerde ze ceysens.org (naar voorbeeld van het Rode Kruis). Om dit wereldkundig te maken, verstuurde ze via de posterijen zelfs speciale wenskaarten met haar Internet-adres. Hopelijk worden deze e-parlementairen in juni geen ex-parlementairen.

www.cannaerts.be

www.ceysens.org

www.vlaamsparlement.be

Lode Goukens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content