Het Afrikaanse land Nigeria heeft de afgelopen dertig jaar dictators, etnische conflicten en hongersnood gekend: hoe Biafra een begrip werd.

In 1960 wordt de Britse kolonie Nigeria onafhankelijk. Het is een enorm land waar 55 miljoen mensen wonen, de helft van het huidige aantal. Omdat het aan de kust in het zuiden prettiger leven is, hebben de blanke kolonisatoren daar hun macht geconcentreerd. En hun missiescholen. Wanneer het land onafhankelijk wordt, kan in het zuidelijke deel zo’n vijftien procent van de bevolking lezen en schrijven. Niet veel, maar in het hele land zijn er nog geen negenhonderd middelbare scholen, waar zevenduizend leraren les geven aan 140.000 kinderen. En die komen dus vooral uit het zuiden. Want daar zit de administratie, daar hebben “bedienden” een kans.

In het grotendeels islamitische noorden ligt dat anders. Daar kan nog geen twee procent lezen en schrijven. In koranscholen leer je de heilsleer uit het hoofd en meer hoeft niet, vinden de emirs. Hunfeodale macht is ook in de koloniale tijd niet aangetast. De Britse kolonisatoren gebruikten hen om de bevelen van Londen door te geven. En in ruil voerden de Britten een wet in die niet-noorderlingen verplichtte in getto’s bijeen te gaan wonen. Om geloof, ras en taal zuiver te houden.

De emirs, baas in een feodale staat, spelen het democratische spel mee. Ze geven hun toestemming voor de onafhankelijkheid als ze er zeker van zijn dat hun macht onaangetast blijft. Ze vormen een politieke partij, want democratische verkiezingen zullen in hun voordeel spelen: het noorden is het grootste landdeel, met de meeste inwoners.

Het land telt drie deelstaten: Noord-Nigeria, groot maar arm, waar de macht in handen is van de Yoruba’s. West-Nigeria, dat eigenlijk het centrum van de macht vormt en nijdig naar dat andere stukje kijkt. Oost-Nigeria – later Biafra – waar de meerderheid van de bevolking uit Ibo’s bestaat. Dat zijn christenen, geschoold in de missiescholen. Ze vormen een kleine minderheid maar zitten wel overal op de sleutelposities. Nee, populair zijn ze niet, de Ibo’s.

VERKIEZINGEN EN FRAUDE

Nigeria is onafhankelijk. De drie deelstaten worden er vier. Er komen democratische verkiezingen waarbij naar hartelust wordt gefraudeerd. Er breken rellen uit en de verkiezingen worden overgedaan. De nieuwe politieke allianties hebben allemaal dezelfde vijand: Oost-Nigeria, waar de meerderheid Ibo’s zijn. Die worden ervan beschuldigd arrogant te zijn, de macht na te streven, hun staat te willen afscheuren.

Vreemd genoeg, want juist de emirs uit het noorden willen graag hun eigen gang gaan, zonder al die democratische rimram. En als dat niet vreedzaam kan, dan moet er maar oorlog komen.

Het leger ziet dat anders. Op 15 januari 1966 pleegt de legertop een staatsgreep. Er komt een militair bestuur onder leiding van Aguiyi Ironsi, een Ibo. Die probeert overeind te blijven in een moeras van verdachtmakingen. Ironsi centraliseert de macht en zet nog meer Ibo’s op de sleutelposten. Geen wonder dat hij ervan wordt beschuldigd een Ibo-dictatuur te willen vestigen.

In het noorden breken in juli 1966 rellen uit. De jacht op de Ibo’s is geopend. Ze zijn ook makkelijk te vinden, want dankzij de Britse wetgeving wonen ze daar nog steeds in wijken samen. Bij de pogroms vallen officieel dertigduizend doden. Twee miljoen Oost-Nigerianen (niet alleen Ibo’s) vluchten terug naar hun gebied. Twintigduizend noorderlingen trekken ook naar hun deel van Nigeria. En Ironsi wordt vermoord.

In juli 1966 komt de noordelijke kolonel Yakoeboe Gowon aan de macht. Deze 31-jarige protestant is opgeleid in Engeland en heeft een perfecte staat van dienst. Hij wil het noorden onafhankelijk. De Britten raden hem dat af. En Gowon luistert naar de wijze raad dat een land toegang moet hebben tot de zee. De man die later de “Hitler van Afrika” zal worden genoemd, wil het land bijeenhouden. Hij benoemt de Ibo Chukumeka Ojoekwoe (33), militair en briljant redenaar, tot gouverneur van Oost-Nigeria. Die deelstaat is in rep en roer. Hij kan de toevloed van twee miljoen terugkerende landgenoten niet aan. Maar de Ibo’s zijn bang buiten hun eigen gebied. Ojoekwoe begint wapens te kopen en vraagt Gowon om garanties dat zijn volk niet wordt aangevallen. Want de troepen uit het noorden kijken rustig toe wanneer Ibo’s worden vermoord.

De rellen, de doden, de vluchtelingen hebben de aandacht getrokken van de wereld. Voor de internationale gemeenschap is het simpel: het gaat om de strijd tussen moslims en christenen, tussen arm en rijk, tussen onderontwikkeld en geletterd. Maar dat beeld klopt niet helemaal. Niet alle bewoners van Oost-Nigeria zijn Ibo’s, al zijn ze wel allemaal bang. Niet alle Ibo’s zijn rijke, geschoolde christenen. Niet alle Yaroeba’s zijn domme, arme moslims.

LOBBY EN OLIE

Maar het is een makkelijk schema en de wereld kiest partij voor Oost-Nigeria. Dat heeft de best geschoolde bevolking en bovendien heeft Shell-BP aan de kust van Oost-Nigeria olie gevonden en dat is goed nieuws.

Shell speelt op safe en betaalt Ojoekwoe maar ook Gowon. Frankrijk is ook geïnteresseerd. Niet het officiële Frankrijk van de Quai d’Orsay, maar de schemerfiguur Jacques Foccart, voormalig hoofd van de Franse geheime dienst, éminence grise als het om Afrika gaat en rechterhand van president Charles de Gaulle. Kortom, de man die doet wat officieel ontkend wordt. Wapens leveren en zoete broodjes bakken. De Franse kolonies in dat deel van Afrika zijn weliswaar ook onafhankelijk, maar dat zijn kleine staatjes. Als de reus Nigeria uiteenvalt, wie weet wat er dan gebeurt?

Zo wordt het 1967. In Nigeria wordt overlegd over een uitweg. Een Hoge Militaire Raad trekt alle macht naar zich toe en sust de deelstaten. Er zal geen geweld worden gebruikt en de deelstaten krijgen ruime autonomie. Alle partijen gaan opgelucht naar huis en beginnen vervolgens de afspraken te schenden.

Ojoekwoe ook. Hij is bang voor een centrale regering, voor de bezetting van zijn deelstaat. Hij koopt wapens waar hij kan. Van de CIA die in Gowon een nieuwe Patrice Lumumba ziet, tenminste dat wordt gefluisterd. Van Portugal waar dictator Antonio Salazar aan de macht is. Met geld van Frankrijk dat uit de Navo is gestapt, Londen uit de Europese Unie heeft gehouden en zo graag een grootmacht wil zijn.

Op 30 mei roept Ojoekwoe zijn staat uit: Biafra, naar de naam van de baai waaraan het grenst. Met een eigen vlag, eigen geld en een eigen regering. Met een eigen leger, aangevuld met acht blanke huurlingen. Biafra is geboren uit angst voor de anderen.

De kampen zetten zich vast. De Britten steunen Nigeria, want de Zesdaagse Oorlog in juni 1967 brengt de olietoevoer uit de Arabische wereld in gevaar. Nigeria is bereid olie te leveren, olie die vrijwel zwavelvrij is, de schoonste ter wereld. Tenminste, als Biafra binnen het land kan worden gehouden, want de olieputten liggen in Oost-Nigeria. Rusland levert vliegtuigen, want er is olie in het spel en daar moeten de Amerikanen achter zitten. Waarop Groot-Brittannië – dat geen zin had om Moskou z’n gang te laten gaan – nog wat meer wapens levert om Lagos te overtuigen dat Londen de beste vriend is van de Nigerianen.

MAO HAD GEEN TIJD

Biafra gaat om hulp bedelen bij China, maar dat land heeft het te druk met zijn Culturele Revolutie om zich ook maar iets aan te trekken van een Afrikaans land. De pas opgerichte Organisatie voor Afrikaanse Eenheid bemoeit zich met de zaak en valt meteen uiteen in twee kampen. De Franstalige Afrikaanse landen volgen de lijn van De Gaulle: het arme, kleine Biafra moet gesteund tegen de door communisten geïnfiltreerde moslims uit het noorden. Van de Engelstalige lidstaten volgt enkel Tanzania die lijn, omdat president Julius Nyerere fel anti-Brits is. De rest van de OAE weet waar het gevaar dreigt: tenslotte is elk Afrikaans land met passer en liniaal door Europese mogendheden uitgetekend. Aan die grenzen komen is gevaarlijk en dus legt de OAE de schuld bij Biafra.

Terwijl Europa bang en gefascineerd kijkt naar betogende studenten in Amsterdam, Berlijn en Parijs, raakt Biafra van de zee afgesloten. Er komt geen voedsel meer het land in. Portugal schiet te hulp: Biafra mag een Portugees eilandje voor de kust gebruiken als overslag- en landingsplaats. Links in Europa is onthutst en weigert voortaan alle steun. Frankrijk steunt nog wel. Tot de Gaulle in 1969 moet terugtreden.

Londen drijft zijn steun op. Er moet snel een einde komen aan het drama Biafra, want de Britten zijn voor weldenkende mensen de grote boeman. Biafra laat journalisten, maar vooral fotografen en televisiemensen ongehinderd het land in. De rapporten spreken van elf miljoen mensen op de rand van de hongerdood. Er sterven vijf- tot zesduizend mensen per dag. Honger wordt een wapen. En dat is ook zo bedoeld. Het Internationale Rode Kruis krijgt van Nigeria geen toestemming om voedsel en medicijnen te leveren. Als het zonder toelating toch hulp overvliegt, schiet de Nigeriaanse luchtmacht een DC 7 van het Rode Kruis neer. Het Rode Kruis stopt met z’n vluchten. Caritas en de Wereldraad van Kerken blijven ’s nachts vliegen, maar dat volstaat niet. Eén miljoen mensen (twee miljoen zeggen de Ibo’s) gaat gewoon dood van honger.

En de oorlog woedt voort. De Zweedse graaf Carl Gustav von Rosen creëert een luchtmacht van kleine wendbare vliegtuigjes die door Zweedse piloten worden bestuurd. Eind oktober 1969 worden de BP-Shell-installaties, die ondertussen in Nigeriaanse handen zijn en vrolijk olie pompen, door die luchtmacht uitgeschakeld.

De oorlog treft niet alleen Afrika. In een interview meldt de Nigeriaanse bevelhebber dat hij de Ibo’s wil uitroeien. De beelden gaan de wereld rond. Ook de honger komt via de beeldbuis de westerse huizen binnen.

Voor het eerst zien doorvoede westerlingen kinderen met hongerbuikjes. Halfkale kinderen met stokkebeentjes. Baby’s die vruchteloos zuigen aan lege moederborsten. Skeletten die zich voortslepen en gewoon omkieperen. Het doet denken aan de beelden uit de nazi-kampen. Gowon krijgt zijn bijnaam: “Afrikaanse Hitler”. Biafra wordt een begrip. “Biafraantje” ook. De wereld kiest partij voor de stervenden.

Pas wanneer Nigeria de oorlog – dankzij de Britse wapens – gewonnen heeft, komt er een eind aan de hongerdood. De overwinnaar is mild tegenover de overlevende Ibo’s. Want de wereld kijkt mee. Gowon biedt zijn excuses aan en blijft nog acht jaar aan de macht. Ojoekwoe vlucht naar Ivoorkust.

Het wordt weer stil rond Nigeria waar staatsgrepen en gefraudeerde verkiezingen het politieke leven blijven bepalen. Oppositieleiders gaan de gevangenis in, overlijden aan mysterieuze ziektes. En Shell pompt verder olie. Ook al komen de plaatselijke Ogoni’s in opstand. Ook die verdwijnen geheimzinnig, worden gearresteerd, overlijden aan geheimzinnige ziektes.

Biafra bestaat niet meer. Nigeria valt verder uiteen in etnische deelstaten. Officieel heeft het leger de macht overgedragen aan een verkozen burgerregering. De machthebbers komen nog altijd uit het noorden.

Volgende week: man op de maan.

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content