Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum : plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mevrouw Van Paemel, slechte tijden voor bepaalde West-Vlaamse ondernemers. Jo Lernout en Pol Hauspie zitten in de cel, Roger De Clerck is in verdenking gesteld wegens schriftvervalsing.

Monika Van Paemel : Een wildwesttragedie die links en rechts enig leedvermaak opwekt. In de westelijke hoek van dit land heerst soms een ongezonde mentaliteit wat zakendoen betreft : als het geld opbrengt, kan het, mag het, moet het en zal het. Een soort knoestig kapitalisme dat al generaties lang woekert, maar nu plots ontploft bij zowel de ‘nieuwe ondernemers’ Lernout & Hauspie als bij de ‘oude patriarchale ondernemer’ Roger De Clerck. Die ik merkwaardig genoeg ook door de woordvoerder van het Brusselse parket ‘boer’ De Clerck hoorde noemen. Beide soorten van ondernemerschap hebben altijd steun genoten vanuit de politiek, die zich pas terugtrekt op het moment dat de malversaties al te zichtbaar worden. Door die banden voelen sommige succesvolle zakenmensen zich boven de wet verheven. Ze poten gebouwen neer waar dat niet mag, ze regelen hun belastingen naar eigen goeddunken, en het komt niet bij hen op dat hun manier van denken en doen niet geoorloofd is. Want telkens wanneer er problemen zijn, geeft de overheid weer een stukje toe. In affaires als Lernout & Hauspie en Beaulieu valt de politiek meer te verwijten dan de administratie. Gewetensvolle en te ijverige ambtenaren die machtige overtreders willen aanpakken, lopen immers steevast met hun kop tegen de muur bij gebrek aan steun van de politieke hiërarchie.

De media leverden het ontluisterende beeld van de twee wonderboys, ‘Jo en Pol’ in de omgang, met de handboeien aan elkaar geketend.

Van Paemel : Dat was een jaar geleden niet mogelijk geweest, want er zouden zich een paar politieke zwaargewichten of vooraanstaande leden van het Hof hebben tussengewurmd. Ik neem aan dat mensen als Jo Lernout en Pol Hauspie niet met hun bedrijf zijn begonnen met de bedoeling iedereen op grote schaal op te lichten, ze zijn onderweg ontspoord. De streek van Ieper is de voorbije eeuw herhaaldelijk zwaar getroffen, en uit al die rampspoed hebben velen net de kracht geput om zich uit de modder omhoog te wroeten. Van neringdoener tot middenstandsbedrijf tot multinational. Eens die dynamiek op gang is gekomen, holt een onderneming alle richtingen uit, letterlijk en figuurlijk door geen grens meer gestoord. Ook niet door de grens tussen wat wettelijk en wat niet wettelijk is. Die scheiding bestaat niet voor een losgeslagen liberalisme met een oerconservatieve achtergrond. De laksheid van de overheid doet de rest. Het onderzoek naar Beaulieu duurt al tien jaar, dat is rijkelijk lang en laat geen goede indruk na. Jammer, want de burger heeft meer dan ooit behoefte aan officiële instanties die hij kan vertrouwen. Recente waardenonderzoeken tonen iedere keer weer aan dat de waardering voor politiek, justitie, kerk en ook pers bedroevend laag is. Dat leidt tot een veralgemeend gevoel dat ‘het’ niet deugt, dat ‘ze’ niet deugen, en dat je dus zelf ook niet al te fanatiek hoeft te deugen. Grote dieven zijn een prima excuus voor kleine dieven. Dat is een verzieking van de geest die qua politieke overtuiging vaak uitmondt in neofascisme.

De partijraad van de Volksunie keurt met een krappe meerderheid het Lambermontakkoord goed, maar de tweespalt in de partij is alleen toegenomen.

Van Paemel : De VU-mandatarissen zouden moeten beseffen dat je met draaiende camera’s niet op dezelfde manier ruzie kan maken als in de beslotenheid van een privé-vergadering. De persoonlijke aanvallen en uitvallen, en de soms vulgaire wederzijdse beledigingen getuigden niet van veel stijl.

De perikelen bij de Volksunie illustreren dat bewegingen geen partijen mogen worden. De Vlaams-nationale gedachte was een bewogenheid die op haar best een sociale actie was ter ontvoogding en lotsverbetering van het Vlaamse volk. Maar een politieke partij die op nationalisme stoelt, maakt gekke sprongen, dat zie je in de hele wereld. Ze gaat uit van de eigenheid van een bepaalde groep, meestal op grond van geboorte, taal of ras, wat gevaarlijke ingrediënten zijn. De Volksunie heeft in de Belgische context bij momenten een nuttige rol vertolkt, maar is niet geëvolueerd. Ze had moeten opschuiven in de richting van het Nederlandse D66 : een corrigerende factor in ons politieke bestel, mede gebaseerd op een deel van het socialistische en een deel van het groene gedachtegoed. Ze had ook meer een correctie moeten vormen op de CVP toen die nog almachtig was, en minder nadrukkelijk bij bepaalde vleugels ervan aanleunen.

Veel Vlaams-nationalisten beschouwen elk compromis met de Franstaligen alleen als ’toegeven’, en niet als ‘verwerven’. Het is een krampachtige negatieve reflex : we geven geen morzel grond meer af. Het klinkt ook door in de retoriek van Geert Bourgeois : hij moest erover nadenken of hij het Lambermontakkoord met zijn geweten in overeenstemming kon brengen. Dat was wat al te pathetisch. Voor mij is het Lambermontakkoord niet ‘goed’ of ‘slecht’, het is ‘haalbaar’. En dat is een sterker argument dan het meer emotioneel dan rationeel verzet van veel Volksuniemensen. Aan Franstalige kant komt de tegenstand trouwens van enkele al even dolgedraaide franskiljons uit het FDF, die hun taal agressief willen inpolderen in een ander taalgebied, en zich onverdraagzaam opstellen tegenover al wie niet tot hun groep behoort. Een houding met vérstrekkende sociale gevolgen. Als de Vlamingen meer vertegenwoordigers willen in de politieke instellingen, dan moeten ze maar meer stemmen halen. Een politicus die zijn werk goed doet en een goed programma voorlegt, vindt ook aantrek bij anderstaligen. Dat blijkt in het onderwijs : in Brussel sturen veel Franstaligen hun kinderen naar Vlaamse scholen omdat de kwaliteit er beter is.

In Brussel hebben homo’s en lesbiennes hun jaarlijkse roze parade gehouden.

Van Paemel : Van mij mag het, al huiver ik voor het woord ‘holebi’ en soortgelijke kunstmatige terminologie, die mij te veel aan pater Versteylen doet denken. Ik heb de roze optocht al een paar keer zien voorbijtrekken, dat was soms amusant, soms ernstig, soms ontroerend, maar veel te vaak ook ordinair. En dan is de vraag welk doel je daarmee dient. Ik vind dat elke discriminatie op basis van sekse of seksuele geaardheid onduldbaar is, maar precies daarom sta ik ook sceptisch tegenover mensen die zich op grond daarvan verenigen. Een dergelijke groepsvorming leidt bijna altijd tot een ‘wij-tegen-de-anderen’-gevoel, en zo maken ze soms meer van zichzelf een categorie dan dat anderen dat doen. Op de duur kennen ze zichzelf ook een meerwaarde toe en vervallen ze in de fout die ze eigenlijk aanklagen. Die evolutie heeft zich ook in de feministische beweging voorgedaan. Verder vind ik het eigenaardig dat homo’s en lesbiennes zozeer een strijdpunt maken van het huwelijk en het recht op kinderen, uitgerekend de twee grote idealen van de conservatieven.

Het aantal asielaanvragen is sinds de nieuwe maatregelen van de regering spectaculair gedaald. Is dat goed nieuws ?

Van Paemel : Die ondertoon zit er een beetje in, al durft niemand dat openlijk te zeggen. Want de regering doet in feite wat het Vlaams Blok al jaren bepleit : de immigratie terugschroeven op een selectieve, zeg maar vileine, manier. Er is geen restrictief beleid tegen de vele Nederlanders die zwart over de grens komen om wit in Antwerpse of Limburgse villawijken te gaan wonen. En er zal geen restrictief beleid zijn tegen de import van ingenieurs of computertechnici, uit wat voor streek en om welke reden ook ze naar hier komen. Het zijn de niet-opgeleide armoelijders die we aan de grenzen tegenhouden. De vraag is of we ook hen, door de dalende geboortecijfers en de toenemende vergrijzing in West-Europa, binnenkort niet dringend nodig zullen hebben voor allerlei minder aantrekkelijke beroepen.

Een immigratiebeleid moet meer zijn dan afwijzen en afstoten, het veronderstelt investeringen in opleiding en begeleiding van de mensen die ons land binnenkomen. Alleen zo hebben ze een kans om in ons systeem mee te draaien, en kunnen ze uit de klauwen blijven van de misdadige mensenhandelnetwerken die profiteren van het gebrek aan initiatief en controle van de overheid. Dat laatste is mede een gevolg van het jarenlang focussen op de 3-procentnorm van Maastricht, die heel wat sectoren meer ontregeld heeft dan men wil toegeven. Justitie en politie zijn er zwaar door getroffen, de openbare infrastructuur is verwaarloosd, en vele zorg- en dienstenverlenende beroepscategorieën worden geconfronteerd met de gevolgen van jarenlange besparingen.

Het is een goede zaak dat België van het immigratiebeleid een van de prioriteiten van zijn EU-voorzitterschap maakt. Helaas maakt de praktijk op Belgisch niveau mij achterdochtig over de politieke bereidheid om dit probleem fundamenteel aan te pakken. Tentenkampen opslaan of vakantiecentra openstellen, en iedereen afschepen met een stempel op een papier, is niet de juiste methode.

In het buitenland blijft de toestand in Israël meer dan explosief.

Van Paemel : Wat bezielt toch de Israëli’s om te stemmen op Ariel Sharon, een man van wie ze weten dat hij hen oorlog zal brengen, en die hun veiligheid vermindert in plaats van verhoogt ? En wat gezegd van de medeplichtigheid van Shimon Peres, die een trieste clown aan het worden is en allang niet meer de vredesapostel die men ooit in hem zag. Mensen als Peres knopen een humaan doekje rond een beleid dat totaal verwerpelijk is. Hoe hij, en andere socialisten met hem, dat kunnen blijven verkopen, begrijp ik niet. Ze kunnen zich niet blijven verschuilen achter het joods humanisme, ze kunnen niet blijven onderhuids refereren aan de holocaust als een soort jachtvergunning voor hun eigen agressieve politiek.

Er is in Israël geen oplossing meer mogelijk, tenzij een radicaal staakt-het-vuren dat door een internationale troepenmacht wordt afgedwongen. Zowel Israëli’s als Palestijnen leven in een oorlogsideologie, de oorlog is een doel op zichzelf geworden. Israël heeft het voordeel van een sterk en gesofistikeerd leger, maar ook dat kan nooit definitief winnen tegen de guerrillatactieken van de Palestijnen. Want die vechten met de ingesteldheid van de desperado. De Palestijnse gebieden zijn niet levensvatbaar, de inwoners ervan hebben niets te verliezen. Behalve hun eigen leven, maar dat stelt in die omstandigheden ook al niet zoveel voor. Geen van beide kanten schroomt zich bovendien om kinderen te gebruiken. De Israëli’s leiden ze op tot elitesoldaten die van het over de kling jagen van Arabieren een levensdoel maken. De Palestijnen sturen ze genadeloos de frontlijn in.

Als in het verleden een oplossing dichterbij kwam, was dat altijd onder druk van de Amerikanen, maar daar moeten we met de regering-Bush ook niet te fel op rekenen. Even schrijnend is de manier waarop de Arabische wereld de Palestijnen in de steek laat. Als de machthebbers uit Saudi-Arabië of de Emiraten een klein stukje van hun onmetelijke rijkdom zouden afstaan aan een Palestijns ontwikkelingsfonds, dan zouden eindelijk degelijke infrastructuur en nutsvoorzieningen kunnen worden gebouwd, zou men kunnen zorgen voor fatsoenlijke scholen en ziekenhuizen, zou men de economie uit het slop kunnen trekken, en zou men kunnen komen tot een maatschappij waarin het leven wel opnieuw waarde krijgt. Maar de Arabieren laten verstek gaan, en ook de westerse wereld maakt geen werk van humanitaire hulp voor Palestina. Ondertussen schendt Israël straffeloos alle VN-resoluties, waarvan het aantal al beperkt is omdat de Amerikanen de meeste met hun veto tegenhouden. Israël houdt zich aan geen enkele regel. En waar mensen als Bibi Netanyahu en Ehud Barak tenminste nog deden alsof ze vrede wilden, probeert Sharon niet eens de schijn op te houden. Hij wil oorlog en hij wil macht. En moet heel Israël daaraan kapot, dan is dat maar zo.

Monika Van Paemel is schrijfster.

MONIKA VAN PAEMEL

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content