Van de 556 europarlementsleden die in Brussel over de muntunie stemden, on- derhandelde Wilfried Martens als enige in ’91 mee over het Verdrag van Maastricht.

Als regeringsleider legde Wilfried Martens (CVP) met François Mitterrand en Helmut Kohl mee de fundamenten van de muntunie. Vorige zaterdag hield hij in het Europees parlement een geëmotioneerd betoog over de betekenis van deze “gebeurtenis zonder voorgaande”.

Vindt u de bedenking dat Joseph Goebbels de propagandaslag rond de euro niet had kunnen verbeteren, ongepast?

WILFRIED MARTENS:(lange stilte) Voor mij gaat het om een informatie- en een promotiecampagne, niet om propaganda. Zeker sinds we in een geglobaliseerde wereld leven, is de euro een absolute noodzaak. De bedenkers van de EMU waren in feite tien jaar op hun tijd vooruit.

Zonder de Duitse hereniging had Kohl de eenheidsmunt nooit geslikt.

MARTENS: In november 1985, toen we over de eenheidsmarkt onderhandelden, was Kohl tegen de EMU. Vanaf 1988, voor de val van de Muur van Berlijn, was hij er wel voor gewonnen en in oktober 1990 heeft hij zich definitief geëngageerd. Toen was de hereniging al volop bezig. Ik weet niet of die koppeling tussen Duitse vereniging en eenheidsmunt bestond.

U was er nochtans bij.

MARTENS: Op zo’n vergaderingen laat niemand het achterste van zijn tong zien. De fundamentele redenen waarom men voor iets is, worden zelden geformuleerd.

Welke was uw bijdrage tot Maastricht?

MARTENS: In Maastricht zijn de knopen over de kalender doorgehakt en dat is de reden waarom de muntunie slaagde. In Maastricht heeft de Belgische delegatie, Mark Eyskens en ikzelf, een bijzonder actieve rol gespeeld. Op geen enkele top is dat nog geëvenaard. Vraag het maar aan voormalig ambassadeur Philippe de Schoutheete.

Terwijl u in Maastricht zat, benoemde de koning Guy Verhofstadt (VLD) tot formateur.

MARTENS: Mijn entourage, de waarnemers en de journalisten vonden dat eigenlijk een schande. Ik heb er me nooit over uitgesproken. Koning Boudewijn heeft zich daar nadien voor verontschuldigd en me gevraagd of ik dat erg vond. Ik heb hem toen gezegd: “Sire, het heeft me niet gestoord. Volgens de Belgische logica moest gij Verhofstadt benoemen.”

Men had enkele dagen kunnen wachten.

MARTENS: Het paleis durfde niet.

U gaat de geschiedenis in als de laatste Belgische premier die een devaluatie doorvoerde. Bent u daar trots op of schaamt u er zich over?

MARTENS: Trots natuurlijk. Ik heb ministers van angst zien beven toen ik hen mijn beslissing meedeelde.

De Nationale Bank en minister van Financiën Willy De Clercq wisten van niets.

MARTENS: Inderdaad, ze waren tegen de devaluatie en beseften niet dat het de enige mogelijkheid was om uit de problemen te raken.

De eerste minister kan nu niet langer devalueren. Is zijn job nu minder belangrijk?

MARTENS: Maar ook die van gouverneur. De Europese raad wordt nu een soort supranationale regering.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content