ONDER VALSE VLAG

Journalist Kristof Clerix dook in de spionagedossiers van Praag, Berlijn, Bukarest, Budapest, Sofia en Warschau, op zoek naar de beste Belgische 007-verhalen uit de jaren zeventig en tachtig. Zijn boek Spionage. Doelwit: Brussel biedt een kijk in het schimmige spiegelpaleis van de KGB, de Stasi & co. Een voorpublicatie.

In januari 1982 gaat Wolf-Jürgen F. (34) als nieuweling aan de slag bij de buitenlandafdeling van de Oost-Duitse inlichtingendienst Stasi in Leipzig. Officieel is hij politiek medewerker op het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar het is de Stasi die voortaan zijn opdrachten uitschrijft en maandloon betaalt. Wolf-Jürgen F. – slank, ovaal gezicht, grijsblauwe ogen en een litteken links op zijn voorhoofd – krijgt de codenaam Hermann. Zijn opdracht: informanten rekruteren achter vijandelijke linies.

Wolf-Jürgen zal onder maar liefst twaalf verschillende valse identiteiten door het Westen reizen, op zoek naar beloftevolle bronnen voor de toekomst. Voor elk van zijn twaalf aliassen heeft de inlichtingenofficier nagemaakte identiteitspapieren ter beschikking: identiteitskaart, reispas of rijbewijs inclusief pasfoto en de nodige stempels. Minutieus vakwerk van de afdeling vervalsingen.

Op 28 februari 1983 – na een interne opleiding van een jaar – stelt Wolf-Jürgens overste, Hauptmann Halbach, een concreet operationeel plan op voor de inlichtingenofficier: ‘Het doel is om een hoogwaardig contact in het operatiegebied te leggen, dat in 1984-1985 kan leiden tot een werving onder valse vlag. Hermann moet zich voordoen als een agent van de Britse geheime dienst SIS.’

In het spiegelpaleis van geheime diensten is zo’n valsevlagoperatie niet uitzonderlijk. Het komt erop neer dat een inlichtingenofficier zich voordoet als iemand van een andere geheime dienst en vanuit die valse vlag nieuwe informanten probeert te winnen.

De Stasi heeft uitstekende ervaringen met het tijdig spotten en rekruteren van beloftevolle personen die later kunnen opklimmen tot een functie met toegang tot waardevolle informatie. Het beste voorbeeld is Rainer Rupp, die als student in dienst werd genomen door de Stasi en de belangrijkste DDR-mol werd in het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Precies dat is de opdracht van Wolf-Jürgen F. in het buitenland: ga op zoek naar jong talent, probeer die personen te rekruteren onder een valse vlag en run hen als informant.

De personen waar Wolf-Jürgen op moet focussen, mogen geen relatie hebben met de DDR of met linkse organisaties, ze moeten de mogelijkheid bezitten om aan interessante informatie te raken, en er zijn best elementen voorhanden die het hoogstwaarschijnlijk maken dat een rekrutering kan slagen (zwaktes, politieke of professionele ontevredenheid, materiële of persoonlijke belangen).

Vakantiecentra

Wolf-Jürgen concentreert zich onder meer op een aantal vakantiecentra die in trek zijn bij West-Duitse toeristen. Op 29 april 1983 vertrekt Wolf-Jürgen F. voor vijf weken op reis. Hij spoort door Luxemburg, West-Duitsland, Italië en Portugal. Op zijn reisdocumenten staat ‘Jürgen Schärer’, zogenaamd een Zwitserse freelance kunsthistoricus die aan de Universiteit van Trier een doctoraat schrijft. Voor zijn onderzoek naar de cultuurhistorische betekenis van de kunststromingen na de Reformatie in Duitsland moet Jürgen Schärer regelmatig naar het buitenland.

Wolf-Jürgen – alias Jürgen Schärer – ontmoet onderweg heel wat personen, maar niemand voldoet helemaal aan de criteria die zijn oversten hebben opgesteld. Eind mei, in de Portugese hoofdstad Lissabon, valt zijn oog echter op een Belgische student uit Gent. De jongeman heeft al een diploma rechtspraktijk op zak en gaat na de zomer aan de Universiteit van Antwerpen rechten studeren. Hij is intelligent, lijkt avontuurlijk aangelegd en spreekt Nederlands, Frans, Duits, Engels én Portugees. Bovendien zegt de student dat hij later als vertaler aan de slag wil bij de Europese Gemeenschap (nu: Europese Unie) in Brussel.

Bingo. Deze jonge Belg is net wat de Stasi zoekt. Ook al is Wolf-Jürgen wel tien jaar ouder dan de student, het klikt tussen de twee. Wolf-Jürgen doet zijn uiterste best om zo sympathiek mogelijk over te komen.

Twee maanden later ontmoeten de twee elkaar opnieuw. Ditmaal in Milaan. De Belgische student – die intern bij de Stasi de codenaam Strobel krijgt – heeft geen idee dat zijn nieuwe Zwitserse kennis in feite werkt voor de Oost-Duitse inlichtingendienst. Overste Hauptmann Halbach reageert bijzonder tevreden. ‘Er is grond voor optimisme wat betreft de rekrutering van Strobel als bron in het bestuursapparaat van de Europese Gemeenschap in Brussel’, noteert hij in zijn evaluatierapport.

De rekrutering van de Belgische student Strobel wordt dé hoofdopdracht voor Wolf-Jürgen in de komende vijf jaar. De geheim agent stelt een gedetailleerd benaderingsplan op. Eerst wil hij de persoonlijkheidsanalyse van Strobel verdiepen om aanknopingspunten te vinden die later kunnen dienen in het rekruteringsproces. Heeft Strobel geld nodig? Hoe staat het met zijn politieke overtuiging? Wat zijn zijn zwakke punten? De tweede stap is een gesprek met Strobel om na te gaan of hij echt zijn studies wil afronden. Maakt hij kans om bij de EG binnen te raken? Pas daarna kan de eigenlijke rekrutering beginnen.

Het plan om Strobel te benaderen onder de valse vlag van de Britse geheime dienst MI6 is misschien toch te riskant. Hauptmann Halbach en Wolf-Jürgen beslissen om het over een andere boeg te gooien. Ze verzinnen een nieuwe legende: om een centje bij te verdienen, werkt de Zwitserse kunsthistoricus Jürgen Schärer voor de Britse mediagroep International Publishing Corporation (IPC). Via zijn banden met het veilinghuis Sotheby’s kwam Schärer met de IPC in contact. Schärers opdracht voor de Britse mediagroep bestaat erin allerhande economische informatie en inzichten in te winnen, in het bijzonder over EG-partners.

Antwerpen

Tussen november 1984 en december 1986 brengt Wolf-Jürgen – onder de alias van Zwitser Jürgen Schärer – zes bezoeken aan Antwerpen. Hij reist steeds met de trein en logeert telkens in Hotel Columbus aan de Frankrijklei, een hotel dat volgens hem ‘operatief geschikt’ is. In Antwerpen, waar Strobel intussen een studentenkamer betrekt en rechten studeert, vertelt Wolf-Jürgen de student over zijn bijverdienste voor de International Publishing Corporation. En dat ze nog extra volk zoeken om vertalingen te maken en informatie in te winnen.

Strobel zegt dat hij zoiets wel ziet zitten. Tot grote tevredenheid van Hauptmann Hoffmann, de opvolger van Hauptmann Halbach. Aan het einde van 1986 maakt Hoffmann een jaarevaluatie: ‘Een uitstekend resultaat is de bewerking van Strobel. Na de kennismaking met Strobel in 1983 ontwikkelde Hermann een persoonlijke band met de doelpersoon. Met operatief talent en inlevingsvermogen slaagde Hermann erin de eerste stappen te zetten voor rekrutering onder valse vlag.’

Op 4 mei 1987 gaat Wolf-Jürgen ’s ochtends langs op Strobels studentenkamer in Antwerpen. De student is er niet. De examenperiode is natuurlijk aangebroken. Misschien zit Strobel wel thuis te studeren? Wolf-Jürgen belt naar het ouderlijk huis. Strobels moeder legt uit dat haar zoon momenteel in de abdij van Averbode over zijn boeken gebogen zit. De rust, de stilte en de regelmaat binnen de abdijmuren zijn ideaal voor de concentratie.

Strobel had inderdaad eerder al eens verteld over dat klooster tussen Geel en Diest. Wolf-Jürgen was sowieso van plan om ooit eens in Averbode langs te gaan. Zijn oversten hebben hem de opdracht gegeven uit te zoeken of de abdij mogelijk geschikt is voor toekomstige contacten: ‘Maak een analyse van de ruimtelijke omstandigheden van het klooster. Leid daaruit af of het later – wanneer Strobel in een hoofdobject werkt – kan dienen als ontmoetingsplaats. Aandachtspunten bij die inschatting: aanmeldings- en registratieformaliteiten in het klooster; moge- lijkheid om ongestoord een gesprek te voeren; mogelijkheid om materiaal over te maken of achter te laten.’

’s Middags begeeft Wolf-Jürgen zich van Antwerpen naar Averbode, maar Strobel is nergens te bespeuren. Verdorie. Dan maar wat foto’s maken van de abdijomgeving en een verslag opstellen over de operationele mogelijkheden van het domein. Later toont Hauptmann Hoffmann zich opgetogen over het verslag. Hij volgt in detail alle activiteiten van zijn inlichtingenofficier. ‘Met het klooster zijn nieuwe en veelbelovende wegen ingeslagen’, noteert Hoffmann in een evaluatie. ‘Het lijkt een gunstige ontmoetings- en overnachtingsplaats voor Hermann. Ik stel voor om het gebruik van het klooster binnenkort uit te proberen.’

Na zijn bezoek aan de abdij van Averbode spoort Wolf-Jürgen terug naar Antwerpen. In de studentenkamer van Strobel laat hij een berichtje achter. ‘Ik kom morgen nog eens langs. Om 20 uur.’

De volgende dag heeft Wolf-Jürgen meer geluk. Strobel is er. En hij wil gerust een paar uurtjes vrijaf nemen. Het mag dan al examenperiode zijn, hij heeft zijn “Zwitserse kameraad” al lang niet meer gezien. Ze wandelen samen naar het Grand Café De Rooden Hoed op de Oude Koornmarkt, vlak naast de kathedraal van Antwerpen.

In het café bespreken ze de opdracht die Strobel – bij wijze van test – tijdens een vorige ontmoeting met Wolf-Jürgen had gekregen: verzamel materiaal over de proefschriftonderwerpen van drie medestudenten. Strobel zegt dat hem dat niet gelukt is. Hij had zelf al werk genoeg met zijn eigen thesis, en bovendien stonden zijn jaargenoten absoluut niet te springen om de voorlopige resultaten van hun thesisonderzoek met hem te delen.

Wolf-Jürgen – zoals steeds onder de alias van Jürgen Schärer – antwoordt dat hij dat allemaal wel begrijpt. ‘Onze Britse partner vindt het in de eerste plaats belangrijk dat jij je studie succesvol afsluit, zodat je daarna een positie kunt vinden die je toegang geeft tot interessant materiaal.’

Strobel zegt dat hij zijn proefschrift intussen al heeft ingediend. Zijn toekomstplannen zijn nog niet helemaal duidelijk. Liefst van al zou hij bij de Europese Gemeenschap gaan werken, maar misschien kan hij ook wel in de bedrijfswereld beginnen.

Innocadeaubon

Midden juni maakt Hauptmann Hoffmann een planning op voor Wolf-Jürgens volgende bezoek aan Antwerpen. ‘Ik stel voor om Strobel als erkenning voor zijn werk een Innocadeaubon van 15.000 frank te geven, of samen met hem een geschenk te gaan kopen van dezelfde waarde – een compactdiscspeler bijvoorbeeld. ’s Avonds moet het afstuderen passend gevierd worden.’ Voor de afstudeerborrel budgetteert Hoffmann 200 mark onder het onderdeeltje operatieve kosten. ‘Tijdens de ontmoeting dient de basis te worden gelegd voor de verdere samenwerking’, noteert Hoffmann. ‘De erkenning voor de prima studieresultaten van Strobel moet daarbij centraal staan.’

Op maandag 29 juni spoort Wolf-Jürgen al in de vroege uurtjes vanuit West-Duitsland naar Antwerpen. De laatste examendag van Strobel. Zijn diploma rechten is bijna binnen. De Stasi hoopt dat de student nu snel bij de Europese Gemeenschap aan de slag kan.

Om 10 uur, meteen na het allerlaatste examen, feliciteert Wolf-Jürgen zijn Belgische kameraad. Een dag als vandaag is ideaal om de vriendschappelijke verhouding nog verder te verdiepen. Die namiddag vieren ze samen het einde van het academisch jaar. Ook al heeft Strobel tot nu toe nog niet echt opdrachten voor de Britse valse vlag vervuld, Wolf-Jürgen geeft hem toch de Innobon. Uit erkentelijkheid.

Een paar weken later stuurt Strobel de Innobon in de vorm van cash geld terug naar Wolf-Jürgen. Hij vindt dat hij dat geschenk helemaal niet heeft verdiend. Paniek in Leipzig. Waarom heeft Strobel de bon teruggegeven? Ruikt de student misschien onraad? Wil hij breken met Wolf-Jürgen en de Britse opdrachtgevers? Wat is er aan de hand? ‘Het is van groot belang de vriendschappelijke verhouding met Strobel te consolideren’, schrijft Hauptmann Hoffmann aan Wolf-Jürgen. ‘Indien Strobel tijdens een volgende ontmoeting klaar en duidelijk afstand zou doen van verdere samenwerking, onderzoek dan waarom. Let op elementen die erop kunnen duiden dat onze operatieve activiteiten, middelen en methodes ontdekt zijn. En neem afscheid in goede verstandhouding.’

Wolf-Jürgen moet beklemtonen dat het de Britten niet om ‘Belgische’ informatie te doen is. ‘Strobel moet weten dat zijn activiteiten zijn land niet schaden. Dat moet blijken uit de opdrachten zelf.’

Dienstplicht

Zaterdag 27 februari 1988. Wolf-Jürgen en Strobel hebben afgesproken in Gent. Om 15 uur meldt de jonge soldaat – zijn haar kortgeschoren – zich aan het hotel waar Wolf-Jürgen verblijft. Strobel vertelt over zijn dienstplicht die intussen de zevende week is ingegaan. Eentonig en saai.

Wolf-Jürgen probeert tijdens het gesprek zo veel mogelijk informatie in te winnen over Strobels huidige situatie – in het bijzonder over zijn relaties met vrouwen en zijn financiële toestand. De spion heeft ook een concrete opdracht voor Strobel: de Britse mediagroep wil dat Strobel een audiocassette met Franse teksten vertaalt in het Duits. Opnieuw een doordachte zet van de Stasi: op die manier kan Strobel wennen aan het alledaagse inlichtingenwerk. Een nieuwe etappe in het rekruteringsproces.

Ditmaal maakt Strobel meteen werk van de opdracht. In de hotelkamer van Wolf-Jürgen luistert hij met een koptelefoon naar de cassette en dicteert de vertaling. Wolf-Jürgen noteert. Tijdens de vertaalopdracht – die zo’n uur duurt – speelt op de achtergrond zachtjes de televisie. Wolf-Jürgen vindt dat dat het samenzweerderige sfeertje versterkt. Als vergoeding voor het werk krijgt Strobel 2000 frank.

EG-documenten heeft Strobel de voorbije maanden niet onder ogen gehad. Hij is nog niet als freelance vertaler bij de EG aan de slag. Wel heeft hij al een eerste toelatingsproef afgelegd, maar hij moet nog bijkomende testen doen. Wolf-Jürgen vraagt hem naar de sollicitatieprocedure voor vertalers. Terwijl Strobel vertelt over de vragenlijsten en de proefvertalingen, neemt de spion het gesprek stiekem op.

‘Wel, mijnheer de soldaat. Tijd dat u nog eens naar de kapper gaat.’

Zondag 28 mei 1988. Wanneer Strobel aankomt in het hotel van Wolf-Jürgen in Gent, heeft de spion meteen gezien dat Strobels haar gegroeid is.

‘Sinds een maand is het niet meer mijnheer de soldaat.’

‘Hoezo? Moet ik u soms feliciteren met een bevordering? Dat gaat precies snel in België.’

‘Nee. Feliciteer me maar met mijn ontslag uit het leger.’ Strobel heeft zijn dienstplicht vervroegd mogen beëindigen.

Strobel vertelt over de verveling tijdens de vele nutteloze momenten in de legerbasis. Blij dat het achter de rug is. Intussen heeft hij een baan gevonden bij een groot Belgisch bedrijf in Rijsel, op zo’n 75 kilometer van zijn thuis in Gent.

Wapenbroederschap

Tussen september 1988 en mei 1989 brengt Wolf-Jürgen drie keer een bezoek aan de werkplek van Strobel in Rijsel. ‘Het thema EG heeft hij volledig laten vallen’, bericht Wolf-Jürgen achteraf aan Leipzig. ‘Het is zo goed als uit te sluiten dat Strobel met het idee speelt om voor de EG te gaan werken. Ook institutionele relaties met de EG lijken niet voor de eerste jaren te zijn.’

Na vijf jaar contact met Strobel kan spion Wolf-Jürgen nog altijd geen concreet resultaat voorleggen. Toch toont de Stasi zich tevreden over zijn ‘succesvol werk’. Wolf-Jürgen krijgt een premie van 400 mark en de bronzen medaille van Wapenbroederschap – een erkenning voor zijn verdienstelijkheid.

Op 6 oktober 1989 spreken Wolf-Jürgen en Strobel ’s avonds af in Gent. Strobel vertelt dat het werk in Rijsel niet langer interessant was en dat hij daarom op zoek is gegaan naar een nieuwe uitdaging. Hij is nu in Antwerpen bij een adviesbureau aan de slag. Intussen heeft hij ook een abonnement genomen op een van de Portugese tijdschriften die de International Publishing Corporation hem had aangeraden. Zijn de Britten nog geïnteresseerd in de vertalingen?

‘Eigenlijk zijn vertalingen en commentaren voor iemand van jouw opleidingsniveau maar een kleinigheid. Het grote geld valt daarmee niet te verdienen’, antwoordt Wolf-Jürgen. ‘Laat zeker je plannen niet varen om bij de EG te gaan werken. Vanaf 1992 zullen de Europese grenzen opengaan, en dan speelt lobbywerk in de economie en politiek een belangrijke rol. Daar valt veel geld mee te verdienen. Als je eenmaal bij de EG werkt, zie ik een samenwerking helemaal zitten. Ik weet dat ik op jou kan rekenen.’

Omstreeks middernacht nemen Wolf-Jürgen en Strobel afscheid. Ze spreken af om elkaar begin 1990 opnieuw te ontmoeten. Zover zal het echter nooit komen. Het is de laatste keer dat Strobel zijn “Zwitserse kennis” heeft gezien. Wolf-Jürgen zal plotseling uit zijn leven verdwijnen. De ontwikkelingen in de DDR maken een abrupt einde aan hun contact, dat ruim zes jaar heeft geduurd. Het Stasi-dossier over Strobel, aangegroeid tot 415 pagina’s, verdwijnt achter slot en grendel.

Wolf-Jürgen F. woont anno 2013 in Duitsland en runt een eigen videoproductiebedrijf. Strobel woont in België en wenst anoniem te blijven. Op advies van de Privacycommissie zijn een aantal details uit bovenstaand relaas gewijzigd.

Clerix’ onderzoek kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek (www.fondspascaldecroos.org), het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl) en het Fonds pour le journalisme (www.fondspourlejournalisme.be).

Spionage. Doelwit: Brussel door Kristof Clerix verschijnt op 26 september bij Manteau. ISBN 978 90 223 27715.

‘Na de kennismaking met Strobel in 1983 ontwikkelde Hermann een persoonlijke band met de doelpersoon.’

Na vijf jaar contact met Strobel kan spion Wolf-Jürgen nog altijd geen concreet resultaat voorleggen. Toch toont de Stasi zich tevreden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content