Rechts-extremist Jörg Haider houdt de Oostenrijkse politiek al vijftien jaar in zijn greep. Vorige week deed hij de regering vallen. Hij eiste het voorzitterschap van zijn partij weer op en kwam zaterdag op die eis terug.

Stem wat u denkt. ‘ Einfach ehrlich, einfach Jörg‘. Zo eenvoudig weet Jörg Haider de Oostenrijkse kiezer te strikken. Bij de parlementsverkiezingen van 1999 behaalde hij 27 procent van de stemmen. Voor zijn gehele Vrijheidspartij (FPÖ) weliswaar. Maar Haider ís de partij. Vorige week demonstreerde hij dat nog eens. Hij knipte de touwtjes door van marionetten die droomden van een autonoom leven: de gefnuikte ministers gingen meteen door de knieën en namen ontslag. In de stampei die daarop volgde, ging de hele regering onderuit. Straks wordt de datum van de vervroegde verkiezingen vastgelegd.

Haider eiste dat de regering, zoals beloofd, in 2003 de belasting zou verlagen. De belangrijkste FPÖ-ministers volgden evenwel de christen-democratische kanselier Wolfgang Schüssel (ÖVP), die de belastinghervorming wou uitstellen om na de watersnood van vorige maand de bijstand aan de getroffen gezinnen te financieren. Daarop riep Haider honderden partijleden samen. Een grote meerderheid desavoueerde het beleid van de FPÖ-ministers. Radicalisering, koerswijziging, was de kreet. Oostenrijk diende ook zijn veto te stellen tegen de uitbreiding van de Europese Unie. En de Tsjechen moesten hun kernreactoren van het Tsjernobyl-type sluiten.

Drie van de zes FPÖ-ministers traden onder druk van de brandstichting binnen hun partij af: vice-kanselier Susanne Riess-Passer – voormalig factotum ofte Königskobra van Haider -, de blitse minister van Financiën Karl-Heinz Grasser en verkeersminister Mathias Reichhold.

De bijltjesdag zat er al een tijd aan te komen. Riess-Passer heette eind juli in de mond van Haider het ‘onbevlekte lam’. Omdat ze, in tegenstelling tot de baas, vond dat de FPÖ bij de Europese verkiezingen het best niet in zee ging met het Vlaams Blok en andere extreem-rechtse partijen. Grasser, die voorheen in het Magnum-concern heel wat meer verdiende dan als minister, kreeg van zijn kant herhaaldelijk te horen dat hij de kleine man – het kiespubliek van de partij – over het hoofd zag.

Kortom, de FPÖ moest terug in het gareel. Want de peilingen zagen er beroerd uit: FPÖ 20 procent (tegen 27 in ’99), ÖVP 30 procent (27 in ’99) en SPÖ (socialisten) 35 procent (33 in ’99). Tijd voor provocateur Haider om het voorzitterschap weer officieel op te nemen. Maar vorige zaterdag, toen FPÖ in de peilingen met een rotvaart naar 15 procent was gezakt, zag hij dat plotseling weer niet meer zitten. Uitsluitsel dit weekend: dan heeft een buitengewoon partijcongres plaats over hoe het nu verder moet met de gecrashte Freiheitliche Partei Österreichs.

MISLUKTE BOYCOT

Kanselier Schüssel kondigde op 9 september het ontslag van zijn kabinet aan. De allereerste coalitie tussen christen-democraten en extreem-rechts had tweeënhalf jaar standgehouden. Ze was op 4 februari 2000 onder wereldwijd protest boven de doopvont gehouden. De veertien andere regeringen van de Europese Unie meden de Oostenrijkse regering zeven maanden lang als de pest. Tot, volgens drie uitgestuurde wijzen, bleek dat het Oostenrijkse kabinet op niets bezwarends te betrappen viel. Geen van de FPÖ-ministers had zich bezondigd aan ‘xenofoob, racistisch of discriminerend’ gedrag.

Inmiddels was Haider wel doorgegaan met zijn uitvallen naar vreemdelingen en buitenlandse politici. Maar hij zat tenslotte niet in de regering, hoewel hij er een architect van was. President Thomas Klestil zou trouwens nooit een kabinet hebben beëdigd mét Haider of een andere doortrapte vreemdelingenvreter erin.

Na de regeringsvorming droeg Haider het voorzitterschap van de partij over aan Riess-Passer. Hij zou zich concentreren op zijn minister-presidentschap van de zuidelijke deelstaat Karinthië. In werkelijkheid hield hij bij de FPÖ alle touwtjes in handen. Comfortabel. Terwijl in Wenen honderdduizenden tegen hem betoogden, kon hij vanuit zijn bastion blijven schelden op alles wat in de hoofdstad en in Europa werd ‘bekokstoofd’. Haider voerde luid oppositie, terwijl zijn partij in de regering zat. Hij werd ontvangen door paus Johannes Paulus II en bezocht dictators: Saddam Hoessein in Irak, Muammar Khaddafi in Libië. Wie kon het hem als ‘eenvoudig partijlid’, aanrekenen?

Onlangs kondigde hij zijn vertrek uit de nationale politiek aan. Haider, louter Vorst van Karinthië? Mogelijk had hij zijn ambitie ooit kanselier te worden, opgeborgen. Omdat hij, gezien het verzet van alle machtscenakels, daar een – onbereikbare – absolute meerderheid voor nodig had. Of zette hij alles op het leiderschap van Europees extreem-rechts? De moeilijkheid is dat op de woorden van Haider geen peil te trekken valt. Meestal is de houdbaarheidsdatum ervan snel verstreken. In ieder geval is Karinthië te klein voor het grootste ego van Oostenrijk.

NAZI-NESTWARMTE

Jörg Haider is in 1950 geboren in Bad Goisern, Opper-Oostenrijk. Vader Robert, schoenmaker, en moeder Dorothea Rupp, ex-lerares, werden na de Tweede Wereldoorlog bestraft wegens hun inzet voor de nazi-partij. Hoewel Jörg Haider de nazi-dictatuur vaak veroordeelde, bleef hij erbij dat wie had gevochten voor het fascistische regime ‘zijn plicht had gedaan’. Hij ontsnapte nooit aan de nestwarmte van het oudstrijdersmilieu.

Als middelbaar scholier in Bad Ischl en aan de universiteit van Wenen, waar hij rechten studeerde, was Jörg Haider lid van nationalistische studentenverenigingen. In 1970 werd hij aanvoerder van de jong-FPÖ’ers. De Vrijheidspartij, geleid door liberalen, rustte toen ook op een stevige nationalistische poot. Voorzitter en voormalig SS’er Friedrich Peter had wel aan geloofwaardigheid gewonnen als liberaal, na het afzweren van zijn nazi-verleden. Zijn opvolger Norbert Steger, een ‘blauwe zonder nationalistische achtergrond’, slaagde er zelfs in de FPÖ in een coalitie met de socialisten te loodsen (’83 – ’86). Bij die gelegenheid probeerde Haider tevergeefs minister van Sociale Zaken te worden. Beknot in zijn ambities door de liberale partijtop, koos hij voor de rechts-nationalistische vleugel. In Karinthië, bij de Sloveense grens, waar hij zijn machtsbasis opbouwde, ageerde hij voor een referendum tegen tweetalige scholen (Duits-Sloveens).

In 1986 had opruier Haider voldoende steun verzameld om Steger te wippen en zelf partijvoorzitter te worden. De socialisten (SPÖ) weigerden meteen nog samen te regeren met de FPÖ. SPÖ-voorzitter Franz Vranitsky stelde een Ausgrenzungs-strategie voor, een schuts- kring rond de FPÖ. Gedurende 13 jaar zou de SPÖ, als grootste partij, een coalitie vormen met de christen-democraten, de tweede partij. In die tijd, van ’86 tot ’99, stootte Haider de FPÖ op van 5 naar 27 procent van de stemmen.

Hij werd minister-president van Karinthië (’89), maar moest twee jaar later alweer aftreden. Hij had namelijk in het parlement van de deelstaat gezegd de werkloosheid te zullen bestrijden, door mensen die niet willen werken onder druk te zetten. Een socialistische afgevaardigde noemde dat een nazi-methode. Waarop Haider repliceerde: ‘Het Derde Rijk voerde wel een correcte tewerkstellingspolitiek.’

Zeven jaar na zijn aftreden, we schrijven 1998, heroverde hij voor de tweede keer de zetel van minister-president in Karinthië. De andere partijen konden hem niet meer afwijzen, zoals na zijn verkiezingszege in ’94. Zijn FPÖ was gewoonweg de grootste in de deelstaat geworden.

Op nationaal niveau vloeiden intussen heel wat liberalen uit de FPÖ weg naar het nieuw opgerichte (1993) Liberales Forum. De Vrijheidspartij ondervond er electoraal geen hinder van. Haider radicaliseerde de partij. Hij ging tekeer tegen het profitariaat, tegen het fundament van de Oostenrijkse maatschappij, het Sozialpartnerschaft, een consensusmodel dat berust op lidmaatschap van en overleg tussen maatschappelijke zuilen. Vreemd genoeg volgde menige kleine man in die aanval op de sociale bescherming en de vakbonden een van de best betaalde politici van het land: Jörg Haider, getrouwd, twee dochters, grootgrondbezitter in het Karinthische ‘Berendal’ door erfenis, nadat de joodse eigenaars in 1939, na de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland, hun bosrijke goed hadden moeten verkopen. Het recept? Einfach Jörg.

Frans Vuga

EXTREEM-RECHTS LEEFT VAN PROVOCATIE EN OPPOSITIE EN VALT DOOR DE MAND BIJ DEELNEMING AAN DE REGERING.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content