In zijn befaamde rede die hij in oktober 1994 tot de Doema richtte, had de onlangs overleden Aleksander Solzjenitsyn het al over de ellende die was veroorzaakt door de foute grenzen die Lenin en Stalin doorheen de Sovjet-Unie hadden getrokken. Drie jaar eerder had Georgië, samen met de twee andere landen van de zuidelijke Kaukasus, Armenië en Azerbeidzjan, zich uit de Unie van Socialistsche Sovjetrepublieken teruggetrokken en de onafhankelijkheid uitgeroepen.

Wat later begon het moordende conflict in Tsjetsjenië. Als Russische nationalist maakte Solzjenitsyn zich zorgen over zijn landgenoten die, als gevolg van de opeenvolgende onafhankelijkheidsverklaringen en door de krankzinnige grenzen die waren getrokken door het communistische regime, van het moederland afgescheiden raakten.

Het nieuwe gewapende conflict tussen Georgië en Rusland, net geen week na de dood van Solzjenitsyn, is de zoveelste desastreuze uitloper van de nationaliteitenpolitiek van de Sovjets.

Vóór de Oktoberrevolutie immers hadden de bolsjewieken de mond vol over het zelfbeschikkingsrecht van volkeren en naties. Daarom moedigde Lenin elke nationalistische en etnische opstoot aan, in naam van de grote proletarische oorlog voor emancipatie en socialisme.

Na de revolutie klonk het snel anders. Ineens kon er geen sprake meer van zijn dat het recht op zelfbeschikking in de weg zou staan van de totstandkoming van de dictatuur van het proletariaat. Lenins opvolger, Jozef Stalin, zou dat nog hardhandiger dan zijn voorganger duidelijk maken. Grenzen van eeuwenoude gebieden werden verlegd, grote bevolkingsgroepen werden gedeporteerd, etnische groepen raakten gemengd, Russen werden dan weer aangemoedigd – zeker na de inzet van de zogenaamde russificatie – om zich in de Kaukasus, in de Aziatische republieken en later in de Baltische staten te gaan vestigen. Elk verzet tegen de russificatie werd op brutale wijze gesmoord. En na de Tweede Wereldoorlog kwamen boven op dat alles ook nog eens de Jodenpogroms.

Stalins opvolgers Nikita Chroesjtsjov en Leonid Brezjnev hebben de russificatie, de een al hardhandiger dan de ander, doorgezet.

In die mate zelfs dat wanneer hij in 1985 als secretaris-generaal van de communistische partij aantrad, Mikhaïl Gorbatsjov trots afkondigde dat de Sovjet-Unie het nationaliteitenprobleem definitief had opgelost.

Nog geen drie jaar later barstte in Azerbeidzjan een moordend conflict los tussen Azeri’s en Armeniërs. Wat later, nadat de Abchazen zich van Georgië afscheidden, nam het Sovjetleger in de Georgische hoofdstad Tbilisi een groep hongerstakers onder handen, met dodelijke gevolgen.

Gorbatsjov hield het niet meer in de klauw. Op 25 december 1991 werd de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken opgeheven. Maar de gewapende confrontaties over de betwiste staatsgrenzen en de etnische en religieuze conflicten zijn gebleven, net zoals Solzjenitsyn in zijn toespraak tot de Doema had voorspeld.

De onhandige poging van de Georgische president Mikhaïl Sakaasjvili om gewapenderhand het afvallige Zuid-Ossetië tot de orde te roepen, heeft Moskou een uitgelezen kans geboden om de invloed in de Kaukasus te herstellen. De echte inzet van de Russische machtsontplooiing heeft weinig uitstaans met het zelfbeschikkingsrecht van de Zuid-Osseten in hun dorpen, maar alles met de oliereserves in de Kaspische Zee.

In de Azerbeidzjaanse haven Bakoe vertrekken immers de zogenaamde olie- en gaspijpleidingen, buiten het bereik van de Russen, via Georgië naar de terminals langs de Zwarte Zee en in het Turkse Ceyhan, richting Westen. In 2006 alleen al groeide het Georgische bnp met 11 procent dankzij de transitrechten.

Daarom ook heeft Georgië de jongste jaren de banden met de Verenigde Staten fors aangehaald. Het mocht de voorbije dagen niet baten. Bij wijze van boodschap bombardeerde de Russische luchtmacht afgelopen zondag even buiten Tbilisi de Elbit-vestiging waar Israeli’s, de vaste onderaannemers van de Amerikanen, Georgische jachtvliegtuigen van de nieuwste technische snufjes voorzien.

Na de oorlog in Tsjetsjenië is het gewapende conflict met Georgië voor Moskou een nieuwe fase in de herovering van de Kaukasus, onder de tsaren al een Russisch wingewest. De ultieme fase is de volledige controle over de boorplatforms van ExxonMobil, BP Amoco en Total en de olievelden voor de kusten van Azerbeidzjan, en over de pijpleidingen naar het Westen.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content