Change, verandering, was hét sleutelwoord in de verkiezingscampagne van Barack Obama. Maar tot zijn nieuwe regering zullen vrijwel zeker een aantal medewerkers van oud-president Clinton behoren – en misschien zelfs van huidig president Bush.

Direct na zijn verkiezing tot Amerikaans president werkte Barack Obama aan de overgang naar 20 januari 2009, de dag van zijn beëdiging. Obama moet een nieuw regeringsteam samenstellen, nieuwe beleidsplannen uitwerken en een goede verhouding opbouwen met het Congres. Hij krijgt dagelijks een veiligheidsbriefing via een officiële Overgangsraad die wordt geleid door de vroegere kabinetschef van president Bush, Andy Card, en Mack McLarty, kabinetschef van ex-president Clinton. Obama wordt ook op de hoogte gehouden over internationale financiële zaken, zoals de conferentie van de groep van 20 landen over de kredietcrisis.

De komende president koos als kabinetschef de 48-jarige Rahm Emanuel, momenteel lid van het Congres voor een kiesdistrict in Chicago. Emanuel is de zoon van Israëlische immigranten en groeide op in Chicago, waar hij onder andere balletdanser was. De jeugdige Emanuel verloor een deel van zijn rechtermiddelvinger tijdens zijn schooltijd door een roekeloze handeling met een vleesmes. Emanuel werkte korte tijd voor Chicago’s burgemeester Richard Daley, maar vertrok tijdens de eerste golfoorlog om als vrijwilliger te dienen in het Israëlische leger. Israël werd in die periode aangevallen door Irak met scudraketten. Nadien werkte Emanuel in de staf van president Clinton. Hij verliet het Witte Huis in 1998 om fortuin te maken in het bedrijfsleven. Dat lukte verrassend snel: als investeringsbankier vergaarde hij een vermogen van 16 miljoen dollar, wat hem financieel onafhankelijk maakte. Emanuel veroverde in 2002, vanuit een kiesdistrict in Chicago, een zetel in het Congres.

RAHMBO

Emanuel was een professional in Washington, waar hij de architect werd van de Democratische overwinning bij de parlementsverkiezingen van 2006. Hij was vooral goed in fondsverwerving en wist 125 miljoen dollar in de wacht te slepen voor een dure campagne, 50 procent meer dan bij de vorige verkiezingen. Emanuel selecteerde kandidaten in kiesdistricten waar Republikeinen in de gevarenzone kwamen. Hij zette regionale verkiezingscentra op die als guerrilla-eenheden de beoogde kandidaat steunden, mede dankzij een flinke verkiezingskas. De Democraten moesten 15 zetels winnen om de macht in het Huis van Afgevaardigden terug te winnen. Emanuel dacht dat 20 de limiet was. Maar hij veroverde er 31. Daarmee kregen de Democraten in 2006 weer de macht in het Huis van Afgevaardigden, nadat ze in 1994 hun dominantie positie voor het eerst in 50 jaar hadden verloren. Als brein van die strategie werd Emanuel een machtsfiguur in de Democratische Partij.

Hij heeft een agressieve stijl die hem als kabinetschef van pas zal komen. Emanuel is bikkelhard, met een scherp oog voor detail en minutieuze uitvoering. Hij is voortdurend aan de telefoon, geeft instructies en advies. Sommigen noemen hem ‘Rahmbo’, ‘rottweiler’ of ‘bullterier’ omdat Emanuel korte metten maakt met tegenstand. Hij is erin geslaagd de opzet van zijn Republikeinse rivaal, Karl Rove, te voorkomen. Rove wilde als adviseur van president Bush de Republikeinse macht in Washington voor ten minste een generatie bestendigen. Rove zag toe op topbenoemingen om dat te realiseren. Voor Democraten was geen plaats. Maar Emanuel gaf de Democraten een succesvolle tegenstrategie en gebruikte de oorlog in Irak om de Republikeinen in het defensief te drukken. Democraten wilden het besluit voor de invasie in Irak via een uitspraak van het Congres ’terugdraaien’. Dat lukte niet, maar ze slaagden erin een stemming tegen troepenversterkingen in Irak door het Huis van Afgevaardigden te krijgen met 246 tegen 182. Dit zette de toon in het Irak-debat dat de Republikeinen veel schade toebracht.

De kabinetschef van Obama speelt een belangrijke rol. Hij ziet toe op diens agenda, beslist wie toegang heeft tot de president, organiseert de staf en ziet toe op de uitvoering. Met een vriendelijk ogende Obama krijgt het Witte Huis een brute kabinetschef die zonder moeite No kan zeggen. Hij is, zoals dat in Washington heet, de ‘Abominabele Nee-man’.

PLAAGSTOOTJE

President Bush heeft Obama en zijn vrouw Michelle uitgenodigd voor een maaltijd in het Witte Huis. Bush sprak na de Democratische overwinning lovend over zijn opvolger en noemde het een historisch moment. ‘Veel Amerikanen zullen met trots toekijken als de nieuwe president het Witte Huis betreedt’, aldus Bush, die zei dat zijn staf alles zal doen voor een vlotte overgang. In het verleden verliep de overhandiging van de macht niet altijd soepel. In 2000 merkte Bush dat zelf toen hij de macht overnam van president Clinton. De verkiezingscampagne tussen Bush en de toenmalige Democratische presidentskandidaat Al Gore, die vicepresident was onder Clinton, was bitter. Vooral de chaos rond de telling van de stemmen in Florida leverde wrijving op. Bush won Florida met ruim 500 stemmen verschil, maar de Democraten eisten een hertelling. De Republikeinen stapten naar de rechter en uiteindelijk besloot het Hooggerechtshof met 5 tegen 4 dat de hertellingen moesten worden gestopt. Daarmee had Bush formeel gewonnen. De Democraten vonden dat Bush de verkiezing had ‘gestolen’.

Tijdens de machtsoverdracht in 2000 was er weinig contact tussen het team van Bush en de staf van de vertrekkende president Clinton. De verhoudingen waren verzuurd. Bill en Hillary Clinton namen bovendien een groot deel van het meubilair mee uit het Witte Huis. De Clintons verhuisden naar New York waar Hillary een carrière als senator lanceerde. Ook officiële geschenken gingen in de verhuisdoos. Bush kwam in een bijna leeg Witte Huis en had geen enkele voorbereiding. ‘Het leek alsof we er gingen kamperen’, zei een medewerker van Bush na aankomst in het Witte Huis. Als plaagstootje tegen George W. Bush hadden medewerkers van Clinton zelfs de letter ‘W’ van de toetsenborden op de computers van het Witte Huis verwijderd.

De aanslagen van 2001 hebben de noodzaak van een reguliere overgang versterkt. Obama heeft het officiële overgangsteam dat werkt in de Executive Building bij het Witte Huis. Daarnaast heeft Obama een eigen persoonlijk kabinet gevormd met daarin John Podesta, die ook kabinetschef was van Clinton. Twee Obama-getrouwen zitten ook in die kleine kernstaf; Valerie Jarett die Obama adviseerde tijdens de verkiezingscampagne en Peter Rouse die Obama’s staf in de Senaat leidt. Dit team zit in het Center for American Progress, een pro-Democratische denktank waarvan Podesta voorzitter is. Dit team moet de komende weken bijna 10.000 nieuwe politiek te benoemen vacatures invullen. De cv’s en aanbevelingen van kandidaten stromen binnen.

Obama krijgt van het officiële overgangsteam briefings over belangrijke beleidsterreinen zoals nationale veiligheid en economische vooruitzichten. Het team helpt ook met het screenen en inwerken van nieuwe ambtenaren die door Obama worden benoemd. Ministeries met gevoelige informatie zoals het ministerie van Defensie, het ministerie van Binnenlandse Veiligheid en het ministerie voor Buitenlandse Zaken hebben speciale bureauruimte ingericht voor Obama’s medewerkers die de overgang regelen.

Het is niet uitgesloten dat Obama sommige regeringsposten toekent aan gematigde Republikeinen, zoals de huidige minister van Defensie Robert Gates. ‘Ik wil na de verkiezingen terug naar huis in Seattle’, verklaarde Gates tot voor kort. Maar Obama is onder de indruk van de rustige manier waarop Gates het Pentagon bestuurt, zeker na het vertrek van Donald Rumsfeld die verantwoordelijk werd gesteld voor het mismanagement van de oorlog in Irak. Gates heeft in het verleden nauw samengewerkt met minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice, die zei ’trots’ te zijn na de verkiezing van Obama. Dat liet ook de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, weten die bekende in tranen te zijn uitgebarsten toen Obama zijn overwinningstoespraak hield. Als Obama Gates als minister van Defensie aanhoudt, zal hij een prominente Democraat aanwijzen op het ministerie van Buitenlandse Zaken, zoals senator John Kerry. Indien Gates de functie echter niet aanvaardt, is volgens sommigen de Republikeinse senator uit Nebraska, Chuck Hagel, in beeld voor een prominente rol in de regering-Obama. Hagel heeft zich altijd verzet tegen de oorlog in Irak. Obama is ook bezig zijn economisch team samen te stellen. Hij kreeg de voorbije maanden advies van Paul Volcker, de vroegere president van de Federale Reserve Bank en van Lawrence Summers, de vroegere minister van Financiën tijdens de regering-Clinton. Summers was president van Harvard waar hij in nauwe schoentjes kwam nadat hij had verklaard dat vrouwen ‘minder geschikt’ zijn om wiskunde te studeren. Hij moest zich excuseren voor zijn ‘genderdiscriminatie’.

Voor John McCain zijn rustige tijden aangebroken. De dag na de verkiezingen had hij geen recht meer op bescherming van veiligheidsagenten. Zijn verkiezingsstaf was vertrokken evenals de honderden journalisten die hem maandenlang hebben begeleid tijdens de campagne. McCain moest weer als gewone burger zelf naar Starbucks om een koffie te halen.

VERSCHUIVINGEN

Obama won de verkiezingen met een ruime meerderheid, maar het duurde een hele poos voordat de officiële einduitslag vaststond. In twee staten, Missouri en North Carolina, waren de verschillen zo gering dat een hertelling wettelijk was vereist. North Carolina werd uiteindelijk toegewezen aan Obama. In Missouri stond McCain voor met enkele duizenden stemmen verschil. Op het totale aantal stemmen haalde Obama 53 procent en McCain 46 procent. Maar het uiteindelijke verschil in kiesmannen komt uit op 201 ten gunste van Obama (364 versus 163) die naar omvang een overwinning realiseerde zoals Bill Clinton in 1992. Obama won in staten die traditioneel Republikeins stemden, zoals Virginia en Indiana. Beide staten stemden in 1964 voor het laatst Democratisch, tijdens de verkiezingsstrijd tussen zittend president Lyndon B. Johnson en de Republikeinse uitdager Barry Goldwater. Obama won in vrijwel alle swing states, waarvan Ohio en Florida de belangrijkste waren. Ook in het zuidwesten brak hij door, in staten als Colorado, New Mexico en Nevada. Obama bracht daarmee enkele fundamentele verschuivingen teweeg op de politieke kaart van Amerika.

Obama won ook in bijna alle categorieen. Bij vrouwelijke kiezers had hij eenruime meerderheid van 56 tegen 43 voor McCain, maar bij mannen hadden beide kandidaten bijna evenveel steun. Van de etnische groepen stemde 55 procent van de blanken op McCain; 95 procent van de zwarten op Obama, evenals 66 procent van de latino’s. Jongeren, van 18 tot 29 jaar, stemden voor 66 procent op Obama en slechts 31 procent was voor McCain. In de middelbare leeftijd liep het ongeveer gelijk op, terwijl ouderen voor 52 procent op McCain stemden. Obama won met ruime meerderheid in stedelijke gebieden, 71 tegen 28 procent. Maar ook in het zogenoemde small town America deed hij het niet slecht. Hij haalde er 45 procent, evenals op het platteland. Obama brak dus door bestaande demografische en geografische grenzen heen.

In het Huis van Afgevaardigden hebben de Democraten een ruime meerderheid, volgens de laatste tellingen een overmacht van 255 zetels tegenover 175 Republikeinen. In de Senaat hebben Democraten 55 senatoren en de Republikeinen 40. Senator Joe Lieberman, die een grote rol speelde in de campagne van John McCain, behoort echter formeel tot de Democratische fractie. Het is niet duidelijk of dat zo blijft. De verhouding tussen Obama en het Congres speelt een belangrijke rol in het realiseren van Obama’s agenda. Ondanks de Democratische meerderheid, kan die verhouding stroef zijn. De Democratische presidenten Jimmy Carter en Bill Clinton hadden ook te maken met een Democratische meerderheid in het Congres. Maar Democratische congresleden werkten hun partijgenoot in het Witte Huis soms behoorlijk tegen. Democraten haalden Carter onderuit en blokkeerden Clintons plannen voor herziening van de ziekteverzekering.

HETEROGEEN

Ook deze keer zijn er verschillende facties in de Democratische fractie: linkse afgevaardigden, gematigden en conservatieven. De Democratische fractieleider Nancy Pelosi uit San Francisco staat te boek als ‘ liberal‘. Zij heeft eisen gesteld voor een economisch stimuleringsplan van 300 miljard dollar. Andere liberals zoals Barny Frank willen het defensiebudget met 25 procent korten. De conservatieve Blue Dogs komen doorgaans uit het zuiden van het land. Zij zijn vooral fiscaal conservatief en voor een sterke defensie. Met haar grote omvang is de Democratische fractie bijzonder heterogeen.

Voor Obama bestaat de oppositie de komende jaren uit de realiteit. Van een Republikeinse oppositie is voorlopig weinig te merken. Zij likken hun wonden na de zware verliezen. Voormalige medewerkers uit McCains campagneteam zijn begonnen met schuldtoewijzing. Sommigen hebben details naar de pers laten lekken, vooral over het optreden van vicepresidentskandidaat Sarah Palin. Zij zou briefings om zich voor te bereiden op debatten en interviews niet serieus hebben genomen. Zij zou niet hebben geweten dat Afrika een continent is en de familie Palin zou veel meer geld hebben uitgegeven voor kleding dan was begroot. ‘Zij waren de WasillaHillbillies‘, aldus ex-campagnestrategen. De kritiek spitst zich toe op Palin, maar anderen verdedigen haar als steunpilaar om de conservatieve achterban achter McCain te krijgen. Republikeinse ambtsdragers, zoals gouverneurs, bespreken de toestand van de partij. Het zwartepietenspel doet echter vermoeden dat de Republikeinen nog een tijdje in de lappenmand liggen.

DOOR DERK JAN EPPINK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content