Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In ‘De kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Karel Van Miert over Brussel-Halle-Vilvoorde, de referenda in de EU, de Europese begroting, het akkoord met Rusland, en de derde regering-Blair.

Mijnheer Van Miert, de federale regering bergt de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde op in de koelkast. De Vlaamse regering zit met de problemen.

KAREL VAN MIERT: De manier waarop de Vlaamse partijen dit hebben aangepakt, is een van de grootste stommiteiten die ik in de Belgische politiek heb gezien. Nul op tien voor tactiek. Op het Vlaams Belang na is aan Vlaamse kant iedereen verliezer. Als je begint met te zeggen dat je iets wilt bekomen, en wel meteen en zonder zelf een toegeving te doen, dan zeg je aan de andere partij dat ze enkel kan buigen en slikken. Dat is ten eerste niet correct, en ten tweede organiseer je op die manier zelf een eendrachtig tegenfront.

De Vlaamse partijen hebben elkaar opgejaagd. CD&V heeft zich laten opjutten door de kleine kartelpartner N-VA, en bij de vorming van de Vlaamse regering zijn VLD en SP.A zo dom geweest om dat strijdvaardige discours over te nemen, goed wetende dat de Vlamingen hun eisen nooit op eigen houtje zouden kunnen doordrukken. Hoe is het dan mogelijk om te ondertekenen van wel? We mogen nog blij zijn dat er geen grotere schade is aangericht, want men schijnt in de onderhandelingen dossiers te hebben geopend die absoluut gesloten moeten blijven.

Dit soort communautaire oorlogen waren vroeger al zo moeilijk. Als je dan bovendien nog een constellatie hebt waarbij een Waalse regionale oppositiepartij in de federale meerderheid zit, en een Vlaamse regionale meerderheidspartij in de federale oppositie, dan vermijd je beter confrontaties. Ik heb verstandige mensen onbegrijpelijk domme dingen zien doen. Vooral CD&V heeft de Vlaamse regering misbruikt om iets door te drukken op het federale niveau, en iedereen deelt in de klappen. Het is mij een raadsel waarom staatsmannen met ervaring terzake, zoals Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene, dat niet verhinderd hebben.

U woont zelf in Beersel, dat aan drie faciliteitengemeenten grenst.

VAN MIERT: Er is bij ons niemand die zich opwindt over die splitsing. Er zijn een paar faciliteitengemeenten waar de Franstaligen zich onheus gedragen, maar daarvan maak je toch geen halszaak die de communautaire regeling op de helling zet. Tenzij je het hele land wilt splitsen. Wie dat wil, heeft nu een mooie hefboom om de sfeer verder te verpesten. Dat taalgebruik van de voorbije week ook… We leven op een van de meest bevoorrechte plekken van de wereld, en sommigen doen alsof de oorlog is uitgebroken.

In de EU kijkt men met spanning uit naar het referendum over de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland.

VAN MIERT: Frankrijk en Nederland zijn twee stichtende leden van de Europese Unie, maar hun publieke opinie schijnt Europa niet erg genegen meer te zijn. Iedereen kent het gevaar van referenda: men stemt vaak op basis van argumenten die niets met de eigenlijke vraag te maken hebben. Het is bijna hopeloos om iets abstracts als een grondwet te moeten verdedigen tegen zeer concrete tegenargumenten als de toetreding van Turkije of de Bolkesteinrichtlijn. In Frankrijk komen daar allerlei intriges in het linkse kamp bij kijken, plus de afkeer voor president Jacques Chirac. Je kunt daar niet van een sereen debat over de Europese grondwet gewagen. Mocht Chirac zich hebben gedragen als president van de Republiek, in plaats van als president van zijn eigen partij, hadden de kaarten heel anders kunnen liggen.

De EU moet zich hoe dan ook bezinnen over wat ze de jongste jaren heeft uitgericht. Er zijn allerlei verregaande beslissingen genomen, zoals de uitbreiding, zonder na te gaan of men de eigen bevolking nog wel aan boord had. Het wordt hoog tijd om in te zien dat men de publieke opinie moet overtuigen vóór men beslissingen neemt, niet erna. Het is in deze rubriek honderd keer gezegd dat de EU niet klaar was voor de uitbreiding, de dag dat daarvoor de rekening betaald wordt, is zeer nabij. Dat zou niet alleen kunnen leiden tot een stilstand, maar zelfs tot een achteruitgang van de EU. En wat dan gebeurt, weet niemand.

Het ergste is dat er geen leiderschap is. Er is niemand met prestige en gezag om Europa aan te prijzen. Met de herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen zouden we wel wat meer mogen beseffen dat de EU gezorgd heeft voor bijna zestig jaar vrede tussen landen die elkaar eeuwenlang de hersens hebben ingeslagen.

Mochten nu een paar mensen de wijsheid hebben om in te zien dat we te snel zijn gegaan, en dat we moeten bijsturen, dan zou ik nog een beetje optimistisch zijn. Maar integendeel, men zal Roemenië en Bulgarije ook nog wel opnemen. Op zich heb ik daar niets tegen, maar iedereen weet dat die landen niet klaar zijn voor de Unie, en de Unie niet voor hen. En wat Turkije betreft, moet men eindelijk eens begrijpen dat men bezig is met de ontrafeling van de EU. Als de Turken worden opgenomen, moet je ook ‘ja’ zeggen tegen een groep Oost-Europese landen die nu al aan de deur kloppen, tot en met Oekraïne en Georgië. Het komt me voor dat George Bush daar stevig voor lobbyt.

Het Europees parlement stelt voor om de begroting op te trekken tot 1,07 procent van het Europese bbp. De Commissie pleitte voor 1,14 procent, in de Raad wilden de zes nettobetalers niet boven 1 procent gaan.

VAN MIERT: Welk percentage ook, het blijft weinig voor de enorme taak waarvoor men staat, zeker na de uitbreiding. We krijgen geen verhoging van het budget, zoals toen Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland erbij kwamen. Duitsland heeft in het verleden een heel genereuze rol gespeeld, maar kampt nu zelf met zoveel problemen dat het afhaakt. En als het op betalen aankomt, geven de Britten ook niet thuis. Tony Blair blijft met hand en tand de ‘rebate’van Margaret Thatcher, de aan de Britten toegestane korting op hun EU-bijdrage, verdedigen, hoewel dat absoluut niet meer verantwoord is.

Ik vind het voorstel van het parlement niet slecht, op voorwaarde dat men de landbouwuitgaven effectief gaat terugschroeven en de nationale regeringen een deel daarvan laat dragen. De landbouw slorpt nog altijd het gros van het Europese budget op, terwijl er dringend meer aandacht moet gaan naar infrastructuur, en naar onderzoek en ontwikkeling, want daarin loopt Europa hopeloos achterop.

Tien jaar geleden waren wij wereldleider voor farmaceutische producten, maar de Amerikanen hebben fors geïnvesteerd en in 2002 kwamen er van de tien nieuwe producten liefst acht uit de VS, en nog maar twee uit de EU. Dat is een verontrustende evolutie, maar niemand schijnt daarvan wakker te liggen. Hetzelfde voor de infrastructuur. We hebben de komende vijftien jaar gigantische investeringen nodig om ons wegen- en spoorwegennet in orde te brengen. In de VS wordt meer dan een derde van het goederentransport per spoor vervoerd, in de EU nauwelijks acht procent. Met alle congesties van het autowegennet tot gevolg, plus het economische verlies dat daarmee gepaard gaat.

In het licht van die opgaven is een budget van 1,14 procent veel te weinig. We zijn in de EU met parochiepolitiek bezig. En we hypothekeren de toekomstige economische groei die, wat de groenen daar ook van mogen denken, noodzakelijk is om onze sociale voorzieningen en onze gezondheidszorg te blijven financieren.

De EU heeft in een viertal domeinen een samenwerkingsakkoord met Rusland gesloten.

VAN MIERT: Een goed initiatief. Binnen de EU leven nu al belangrijke Russische minderheden, in het bijzonder in de Baltische staten, en we hebben met Kaliningrad zelfs een heuse Russische enclave op het EU-grondgebied. Om economische redenen en ter wille van de vrede, is een goede verstandhouding met Rusland voor de EU cruciaal. Na de ineenstorting van het sovjetrijk en het verlies van zijn statuut als wereldmacht, is Rusland een gekwetste natie. Zonder te verre vergelijkingen te maken: dat was Duitsland na de Eerste Wereldoorlog en het Verdrag van Versailles ook. Men moet vermijden dat zoiets een etterbuil wordt, en dat kan door nauwe samenwerkingsverbanden.

In het Verenigd Koninkrijk vormt Tony Blair een nieuwe regering. Gordon Brown blijft minister van Financiën, maar het kabinet bestaat meer uit Blair-getrouwen dan uit Brown-getrouwen.

VAN MIERT: Dat valt nog te bezien. Laat me eerst zeggen dat ik steeds meer voorbehoud begin te maken bij het Engelse kiessysteem. Als je met 36 procent van de stemmen een ruime absolute meerderheid kan verkrijgen, dan is dat niet langer eerlijk of democratisch. Een groot deel van de kiezers is bij Labour weggelopen naar de liberaal-democraten, vooral vanwege de oorlog in Irak. Het kost Labour een pak zetels, maar hun meerderheid komt niet in het gedrang.

De zwakke oppositie van de Conservatives heeft daarbij meer dan een handje geholpen. Het is niet te geloven hoe diep de Tory’s zijn weggezakt. Ze hadden niet het minste alternatief te bieden, tenzij nog meer xenofobie. En de liberaal-democraten haalden wel veel stemmen, maar in plaats van daarmee op de wip te kunnen zitten, zoals de FDP in Duitsland decennia heeft gedaan, gaan die stemmen door het kiessysteem zo goed als verloren. In een normale democratie had men niet kunnen regeren zonder de Lib Dem’s. Alleen in het Verenigd Koninkrijk kan dat wel.

Volgens mij zal Blair zijn vier jaar niet afmaken. Als Labour toch gewonnen heeft, dan is dat in grote mate dankzij Gordon Brown, in wie de Labour-achterban een groter vertrouwen heeft dan in Blair. Veel mensen hebben op Labour gestemd, omdat ze ervan uitgaan dat Blair de baan zal ruimen voor Brown, uit eigen beweging of gedwongen. Vrienden kun je die twee niet noemen. Blair heeft in de campagne Brown eerst aan de kant willen zetten, maar dat is hem niet gelukt. En Brown heeft van Blair gezegd: ‘Die man liegt zoals hij ademt.’ Een terechte opmerking. Bij de eerste kans haalt Brown Blair onderuit.

Koen Meulenaere

Karel Van Miert

‘We zijn in de EU met parochiepolitiek bezig.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content