Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

De familie De Cauter eert Wannes – of was het de kunst van de aanstekelijkheid?

Het verhaal van Pepe Tilde, overgeleverd door Wannes Van de Velde, gaat over toeval. Het speelde een sleutelrol in een week waarin het toeval met mij aan de haal ging.

Zoals een muziekcriticus die ook mens is zich soms afvraagt wat zijn bezigheden zin geeft en rechtvaardigt, zo vraagt menige muziekliefhebber – die criticus hopelijk incluis – zich weleens af of liveconcerten nog wel hoeven in tijden van goede opnamen. Zo kreeg ik de laatste tijd het gevoel dat concerten me eigenlijk nooit aan muzikaals konden bieden wat bejaarde opnamen wél konden. Welbeschouwd is dat een probleem met de tijdgeest, want die oude platen zijn vaak livecaptaties.

Verder ergerde ik me steeds sterker aan vooral het Brusselse publiek, waarvan een groeiend aandeel – parvenu’s voor wie concerten toonmomenten zijn, en sanatoriumklanten – dwangmatig kakelend en hoestend de stilte waarvan muziek leeft aan stukken braken. Braakten.

Maar toen kwam dus die essentiële week, waarin genieën me op mijn plaats zetten. Niet in een stoel voor twee boxen, maar in een stoel voor een podium.

Op dinsdag 9 maart speelde Julia Fischer Bachs vioolsonates in het Brusselse conservatorium. Beschrijven hoe, dat gaat niet. Maar ik heb nooit beter horen spelen. Sommigen verwijten Fischer gebrek aan liefde voor wat ze speelt. Zij dwalen, bij zoveel zorg om elke, elke, elke toon.

Op dinsdag 16 maart in Bozar deed Krystian Zimerman me voor het eerst begrijpen waarom Chopin in zijn tweede pianosonate de beroemde treurmars laat volgen door een van de kortste en meest visionaire zuchten muziek die ooit op papier zijn gezet. Iets mooiers dan zo’n begrip, die schichtige, momentane blik op het wezen van grote kunst, bestaat niet. Overigens vinden sommigen ook Zimerman een koele kikker. Ik wens hen een dekentje.

De hoogdag was echter woensdag 10 maart, toen ik in CC Berchem terechtkwam voor De kleuren Van de Velde, een eerbetoon aan Wannes. Koen De Cauter kreeg gezelschap van zijn zonen Myrddin, Waso en Dajo, accordeonist Rony Verbiest, violist Mikhail Bezverkhny en verteller Karel Vingerhoets. Ze speelden ten dans en ter gedachte in een programma dat Wannes op de valreep niet meer had mogen meemaken. Nu ligt bij me thuis Wannes zowat dagelijks op, maar toch kreeg ik het bij deze ambachtelijke, verbeeldingrijke en liefdevolle ode danig moeilijk. De Cauter en co. brengen zijn liederen volkomen anders dan hijzelf. Des te mooier is het hoe de geest van de meester, giftig tot grappig, meedogenloos tot genadig maar altijd ondeelbaar muzikaal, iedereen aansteekt. Zoals De Cauter schrijft en zingt: ‘Nooit geen twee keer ’t zel’de / zijn de kleuren Van de Velde’.

U kunt nog gaan luisteren. Het is de enige manier om de plaat aan te schaffen die van dit project is gemaakt, maar die slechts van hand tot hand wordt verdeeld.

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content