100 jaar EMI Classics.

Het was een fantastisch logo, het hondje Nipper dat trouw naar de stem van zijn baasje zat te luisteren. Nipper werd in 1991 bedankt en de platen die de firma sindsdien uitgeeft heten zakelijk EMI Classics. Maar om de honderdste verjaardag van de firma te vieren, mag Nipper weer op een doosje vol kostbaarheden. Een juwelenkistje met tien cd’s, voor elk decennium één. Daarbovenop een cd met zanger Thomas Hampson die de geschiedenis van de klankopname in Europa vertelt aan de hand van historisch materiaal. En uiteraard een geïllustreerd boekje.

Het is bijna ongelofelijk dat we nu kunnen luisteren naar hoe de vorige eeuw klonk. In het begin was het nog tasten, het ging er niet zo professioneel aan toe. Uit het restaurant in de buurt werden muzikanten gehaald die de historische rij mochten openen. Het bleef niet bij gelegenheidsmuzikanten. Dadelijk musiceerden de allergrootsten voor het label. Componisten als Grieg, Debussy, Saint-Saëns en Leoncavallo zijn aan de piano te horen. De belangrijkste violisten uit de negentiende eeuw, Joseph Joachim en Pablo de Sarasate, maken deel uit van de collectie.

Het hoofdstuk zangers is onoverzichtelijk rijk. Opnames van de sopranen en tenoren die de Verdi en Strauss-partijen creëerden. Legendes als Caruso, Schipa of Patti komen slechts eenmaal voor. Nellie Melba mag tweemaal verschijnen, de eerste keer in 1904, uiteraard in het akoestische tijdperk, en de tweede keer in 1926 bij haar afscheid aan Covent Garden, één van de eerste elektrische opnames met micro’s. Met de jaren wordt de ruis minder, de opnamekwalteit beter en het productieproces betrouwbaarder. Toch blijft de artistieke kwaliteit in de eerste plaats afhankelijk van de individuen. Als je door de ruis heen kan luisteren, merk je weinig van de opnamedatum. De opname van zanger Francesco Tamagno uit 1903 grijpt even sterk, maar anders, naar de keel als die van de celliste Jacqueline du Pré zestig jaar later.

Die eerste dagen leek het er wel gezelliger en intiemer aan te toe te gaan : alle muzikanten schouder aan schouder rondom de opnamehoorn. Orkesten werden gereduceerd tot enkele blazers, wat een neuzelend geluid opleverde. En daarnaast dan de briljante, ademafsnijdende, in opgeblonken chroom vervaardigde supersonische geluidsbouwsels van nu. Gewoon onmogelijk om te kiezen. De ?Centenary Edition? documenteert in de eerste plaats een eeuw muziekpraktijk. Daarbij moet worden opgemerkt dat de eigentijdse muziek er bekaaider van af komt naarmate de eeuw vordert, terwijl de zogenaamde historische muziekpraktijk het eerst in aanmerking komt voor bederf.

Lukas Huybrechts

?1897 – 1997 Centenary Edition?, EMI beperkte oplage.

Het oude EMI-logo : een eeuw muziekpraktijk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content