Jan Blommaert
Jan Blommaert Hoogleraar taal, cultuur en globalisering aan de universiteiten van Tilburg en Gent

Enkele weken geleden klom een man in Londen kort na de middag verkleed als Batman over de muur van Buckingham Palace, en op een vensterbank. Hij ontrolde een spandoek van ‘Fathers 4 Justice’, waarmee hij protesteerde tegen de bezoekregeling van kinderen na een scheiding. Jason Hatch, zo heet hij, bleef op de vensterbank staan tot ongeveer kwart over zeven ’s avonds.

Die dag zat ik op een Londense luchthaven de tijd te doden, want de vlucht was weer vertraagd, en ik had het genoegen urenlang naar Sky TV te mogen kijken. Ik zag hoe nieuws gemaakt werd, minuut na minuut.

De demonstratie van Batman was een non-event, niet iets wat grote televisie oplevert, tenminste niet heel de tijd. De organisatie waarvan hij deel uitmaakt, is ook niet meteen een grote en belangrijke pressiegroep, waarvan de eisen de ziel van de politiek raken. Maar Sky bracht het hele gebeuren urenlang rechtstreeks op de buis. Er was een grondploeg met diverse journalisten, en er werden ook beelden geschoten vanuit een helikopter. Daarnaast ging in de studio snel een hele ‘special’ van start, onder de gebruikelijke kop breaking news. En geleidelijk aan zagen we patronen van berichtgeving ontstaan.

Aanvankelijk was het incident zelf de kern van de rapportage. Men bracht beelden van Hatch, trachtte te achterhalen wat hij wenste te bereiken en hoe hij te werk was gegaan. Maar veel gebeurde er niet: Hatch stond daar maar te wuiven naar het publiek rond het hek, urenlang. En dan zagen we hoe met de hedendaagse mediatechnologie van een scheet een donderslag werd gemaakt.

Sky News begon aan het triviale gebeuren allerhande andere dingen toe te voegen, vooral door een combinatie van beelden van Batman en allerlei interviews en mededelingen die in split screen werden meegegeven. In enkele uren tijd zagen we een enorme stoet ‘deskundigen’ opdraven: beginnend bij medestanders van Hatch die hun grieven kenbaar maakten, over politiemensen, diverse journalisten van andere media, de woordvoerder van Blair en van de minister van Binnenlandse Zaken David Blunkett, een vroegere lijfwacht van de koninklijke familie en een voormalig lid van de anti-terreureenheid van de Londense politie. Allemaal mochten ze hun zeg doen, en gaandeweg verschoof de aandacht van het incident zelf naar de kwestie van de beveiliging van gebouwen zoals Buckingham Palace, en dan naar het meer algemene vraagstuk over de binnenlandse veiligheid. Rond 19 uur brak het ogenblik aan, waarop Batman verwerd tot een zaak van de Britse war on terror. Tegen die tijd had de minister van Binnenlandse Zaken ook al gemeld dat hij diezelfde avond nog een verklaring zou afleggen in het Lagerhuis, werden er geruchten omtrent zijn ontslag genoteerd, en was er een sfeer geschapen waarin de kijker met een bezorgd gezicht dacht dat hij op het nippertje aan een Al-Qaeda-aanslag ontsnapt was.

Het op zich banale feit was een nationale, zelfs internationale zaak geworden, die mensen bezighield. Een andere gestrande reiziger luchtte zijn ongenoegen over de rampzalige veiligheidsvoorzieningen in het Verenigd Koninkrijk aan zijn echtgenote via de gsm, en steeds meer mensen dromden samen rond de televisietoestellen.

We hebben twee dingen gezien die dag. Eén, moderne media kunnen een non-event verheffen tot wereldnieuws, aan de hand van professionele formats en vanuit een drang om uren zendtijd op een onderhoudende manier in te vullen. Twee, de war on terror is daarvoor een prima verhaalmotief, een sensationeel sausje waarin men eender welk gerecht kan drenken. En het werkt. Twee uur later ontstond er wat paniek in mijn vliegtuig, toen we in volle vlucht door een blikseminslag getroffen werden: velen geloofden dat Bin Laden ons te grazen had genomen. We waren gehersenspoeld.

Jan Blommaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content