Het overschrijven van de genetische informatie uit ons DNA in eiwitten gebeurt via een tussenstation van RNA-moleculen. Het mRNA waarop de succesvolste vaccins tegen het coronavirus gebaseerd zijn, is er het bekendste voorbeeld van.

Maar het zogenaamde ’transcriptoom’ – het geheel van overschrijvingsstoffen – is heel uitgebreid. Geneticus Pieter Mestdagh (UGent) presenteert met een schare collega’s in Nature Biotechnology een ‘atlas’ van RNA-moleculen uit driehonderd cel- en weefseltypes van de mens. Hij bevat duizenden niet eerder beschreven RNA-stukjes, waarvan een groot deel waarschijnlijk geen rol speelt in het genetische overschrijvingsproces. Een deel is gelinkt aan junk-DNA, waarvan niet duidelijk is of het een functie heeft. De atlas moet het uitgangspunt worden voor onderzoek naar onbekende effecten van RNA-moleculen.

Een groot deel van de RNA-moleculen heeft geen bekende functie.

Kankerexpert François Fuks (ULB) en zijn collega’s stellen een ‘mRNA-alfabet’ voor: een collectie ‘letters’ die op mRNA-moleculen terecht kunnen komen en mee hun activiteit bepalen (zogenaamde RNA-epigenetica). In Nature Cancer tonen ze aan dat een van die ‘letters’ (m6A geheten) een stimulerend effect heeft op een signaalproces dat de kans op kankervorming bevordert. De ontdekking biedt mogelijk uitzicht op een nieuwe therapeutische aanpak.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content