Het buitengewoon onderwijs in Vlaanderen staat voor een ingrijpende hervorming. Ze lokt felle reacties uit, maar onderwijsminister Pascal Smet is gedecideerd: ‘Na vijftien jaar is het tijd om de Rubicon over te steken.’ Wat betekent dat voor leerlingen en leerkrachten?

Deze maand loodst Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) een nieuw decreet door het parlement: het M-decreet, met de M van Maatregelen. Dat zal het leven van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs danig veranderen: ze moeten een plek krijgen in een gewone school. En voor begaafde kinderen met autisme komt er voor het eerst een aparte stek in het buitengewoon onderwijs.

Daarmee geeft Smet een antwoord op het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap, dat aanstuurt op ‘inclusief onderwijs’. Leerlingen met een handicap of stoornis hebben recht op gewoon onderwijs. Hun beperking mag geen reden zijn om ze zomaar naar een aparte of buitengewone school te sturen.

Sinds de eerste wet over het buitengewoon onderwijs uit 1970 was Vlaanderen echter net de andere richting uitgegaan. Ruim 50.000 leerlingen zitten intussen in een buitengewone school. Ze zijn verspreid over acht types van beperkingen: een lichte of ernstige mentale handicap, emotionele of gedragsproblemen, een lichamelijke beperking, een visuele of auditieve handicap, en een ernstige leerstoornis.

‘Redelijke’ aanpassingen

Het oude systeem gaat niet helemaal op de schop. ‘Het buitengewoon onderwijs verdwijnt niet’, benadrukt minister Smet. Maar zijn decreet leidt wél tot ingrijpende veranderingen.

Zo zullen ‘gewone’ scholen het moeilijker krijgen om leerlingen met een beperking of stoornis te weigeren, als die het volledige leerprogramma kunnen volgen. De scholen moeten ‘redelijke’ inspanningen leveren – door zorgleraars in te zetten, door de inrichting van een klas, met ICT-hulpmiddelen voor kinderen met dyslexie, met een luisterpunt om een blinde of slechtziende leerling de kans te geven een boek te lezen enzovoort. Als de gevraagde aanpassingen echt ‘onredelijk’ zijn, of als een leerling maar een individueel programma voor onderdelen van de leerstof kan volgen, dan is een inschrijving in een gewone school geen recht meer, maar ‘een gunst’. Dan is buitengewoon onderwijs meer aangewezen.

Maar ook het buitengewoon onderwijs wordt flink herschikt. Voor kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS), die slim genoeg zijn maar nu over alle types van beperkingen en stoornissen verspreid zitten, komt er een nieuw type (type 9). Leerlingen met een licht mentale handicap of een leerstoornis (nu type 1 en 8) worden in het basisonderwijs samengebracht voor een ‘basisaanbod’. In het secundair onderwijs is er een soortgelijk aanbod voor licht mentaal gehandicapte jongeren in beroepsopleidingen. De bottomline is daarbij: de specifieke onderwijsbehoeften geven de doorslag, niet de medische diagnose. Na twee jaar moet een Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) oordelen of ze naar een gewone school kunnen.

Grote verschuivingen

Al die ingrepen zullen leiden tot grote verschuivingen, binnen het buitengewoon onderwijs en tussen buitengewone en gewone scholen. In het buitengewoon basisonderwijs komen 19.000 kinderen mogelijk in aanmerking voor het ‘basisaanbod’, in het buitengewoon secundair zijn dat nu 9000 jongeren. Als die twee groepen na twee jaar het fiat krijgen van het CLB om naar een gewone school over te gaan, krijg je een volksverhuizing. Minister Smet meent dat het niet zo’n vaart zal lopen, en waagt zich daarom niet aan simulaties. ‘Leerlingen die al in een bepaald type van het buitengewoon onderwijs zitten, kunnen hun opleiding daar in elk geval voortzetten en afronden’, zegt kabinetsmedewerkster Evi Verduyckt. ‘In de praktijk zal alles geleidelijk gebeuren. Het hele systeem krijgt zes jaar om zich te zetten.’

In het Vlaams Parlement drongen Groen en Open VLD vergeefs aan op cijfers over de effecten van het M-decreet. ‘We kunnen toch niet alleen vertrouwen op het buikgevoel van de minister? Dat is onbehoorlijk bestuur en nattevingerwerk’, zegt Jo De Ro (Open VLD), die zijn ervaring als kabinetsmedewerker en ambtenaar bij de Vlaamse onderwijsadministratie inroept en momenteel ook onderwijsschepen in Vilvoorde is. Een eerste vingeroefening van buitengewone secundaire scholen van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs toont volgens De Ro dat zij in hun beroepsopleidingen rekening houden met een ‘verlies’ van 10 tot zelfs 80 procent licht mentaal gehandicapte leerlingen aan het gewone (beroeps)onderwijs.

Nog een groot vraagteken: hoeveel leerlingen met autismespectrumstoornis komen in aanmerking voor het nieuwe type 9? De administratie schat hun aantal in het buitengewoon onderwijs op 7600 à 10.000 (daar horen ook de kinderen en jongeren met een verstandelijke of andere beperking bij; voor een overstap naar type 9 moeten ze een IQ van 60 hebben). Uit een enquête van het Vlaams Secretariaat voor het Katholiek Onderwijs (VSKO) blijkt dat 80 procent van de leerlingen met ASS uit de ondervraagde scholen de stap naar type 9 kan zetten.

En de leerkrachten?

Al die verschuivingen zullen niet zonder gevolgen voor de leraren in het buitengewoon onderwijs blijven. In het type 9, bijvoorbeeld, zal er minder begeleiding zijn. Buitengewone scholen die nu alleen type 1 of type 8 aanbieden, zullen op sommige plaatsen moeten samensmelten om het nieuwe ‘basisaanbod’ te realiseren. En als dat aanbod vervolgens leidt tot een uitstroom van leerlingen naar gewone scholen, zijn er minder leerkrachten in het buitengewoon onderwijs nodig.

Minister Smet zwaait met een waarborgregeling voor de komende jaren. Op het jaarbudget van 900 miljoen euro dat nu voor het buitengewoon onderwijs bestemd is, wordt niet beknibbeld. Als het aantal leerlingen daar daalt, gaan de middelen naar het gewone onderwijs voor meer zorg en ondersteuning van kinderen en jongeren met een beperking of stoornis. Volgens Smet biedt die garantie aan de 18.000 leraren en begeleiders in het buitengewoon onderwijs ook werkzekerheid. Ze kunnen met hun ervaring en deskundigheid mee doorschuiven. Maar in het buitengewoon onderwijs denken ze daar anders over. Daar vrezen ze dat een pak expertise zal verloren gaan omdat veel leraren zullen uitkijken naar een andere baan in de welzijnssector.

Hevige kritiek

De kritiek is niet mals. Volgens het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat en GRIP (een organisatie die de rechten van personen met een handicap verdedigt) gaat het M-decreet niet ver genoeg voor het inschrijvingsrecht van leerlingen met een beperking of stoornis in het gewoon onderwijs. De CLB’s eisen dan weer extra geld. Bovendien wordt het probleem van het leerlingenvervoer niet aangepakt (omdat buitengewone scholen zich vaak toeleggen op een bepaalde beperking of stoornis, moeten kinderen in sommige streken elke dag uren in de bus zitten).

En de vakbonden? Die zijn nog het strengst. Niet alleen vrezen ze voor een verlies van banen en expertise in het buitengewoon onderwijs, de leerkrachten in het gewone onderwijs zijn volgens hen onvoldoende opgeleid en voorbereid op een instroom van leerlingen met een licht mentale handicap of een leerstoornis. Smet belooft een honderdtal begeleiders in te schakelen in de gewone scholen, maar dat overtuigt de bonden niet.

Minister Smet schuift nogal wat heikele punten door naar zijn opvolger. Maar: ‘Nietsdoen is geen optie meer’, zegt hij. ‘Na vijftien jaar discussiëren is het tijd om de Rubicon over te steken.’ Aanvankelijk wilde hij dat trouwens al in september 2014 doen, maar in het Vlaams Parlement werd een uitstel tot het schooljaar 2015-2016 bedongen. Smet geeft er een eigen draai aan. ‘Daardoor heeft het onderwijs anderhalf jaar om zich voor te bereiden op de uitvoering van het M-decreet. Dat moet lukken.’

De koepelorganisaties van de verschillende netten lijken hem daarin te volgen. Ze hebben geen zin om na de verkiezingen van 25 mei helemaal opnieuw te moeten beginnen met dit dossier. Wellicht gaan ze ervan uit dat ze de zaak nog flink kunnen bijsturen… met een nieuwe minister van Onderwijs. De vakbonden hebben dat geduld niet. Zij waarschuwen Smet voor sociale onrust.

DOOR PATRICK MARTENS

De onderwijsnetten gaan ervan uit dat ze de zaak nog flink kunnen bijsturen… met een nieuwe minister van Onderwijs.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content