Te duur, te traag, te chaotisch: een groep zakenmensen en academici rond voormalig KBC-topman Remi Vermeiren wil af van de federale staat België en ziet alleen nog heil in de onmiddellijke splitsing van het land.

info: ‘Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa’, uitgegeven door Denkgroep In de Warande, Zinnerstraat 1, 1000 Brussel, 252 pag.

België deugt niet, voor geen meter. Dat is het uitgangspunt van het Manifest voor een zelfstandig Vlaanderenin Europa van In de Warande, een denkgroep die tien jaar geleden werd opgericht door ex-VEV-voorzitter René De Feyter en die vandaag wordt geleid door gewezen topbankier Remi Vermeiren. De club biedt onderdak aan bekende secessievoorstanders als gewezen journalist Marc Platel, advocaat Matthias Storme en voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond Bruno Valkeniers, maar ook aan mensen als Johan Van Gompel, hoofd van de economische dienst bij KBC.

Het manifest argumenteert vooral waarom het land liever vandaag dan morgen in twee zelfstandige staten moet worden opgesplitst. In Vlaanderen en Wallonië welteverstaan, want voor Brussel is in een speciaal statuut voorzien. Volgens welke sleutel onze gigantische staatsschuld precies moet worden verdeeld, zult u er niet in terugvinden. Maar wel een hoop cijfermateriaal – sociaal-economisch, demografisch, politiek – ter illustratie van de stelling dat België voor Vlaanderen ‘geen enkele toegevoegde waarde heeft’. En eigenlijk ook niet voor Wallonië, schrijven de auteurs, alleen beseffen de Walen dat nog niet.

Bij de ondertekenaars van het manifest zitten bekende namen uit zakelijke en academische kringen. Juul Hannes bijvoorbeeld, emeritus hoogleraar economische geschiedenis en de man die op grond van jarenlang onderzoek tot de conclusie kwam dat er vanuit Wallonië ‘nooit één cent’ naar Vlaanderen is gegaan. Of ex-topdiplomaat Erik Suy, notoir voorstander van de Vlaamse onafhankelijkheid. Ook Wilfried De Wachter (KU Leuven) en Jef Vuchelen (VUB), respectievelijk emeritus hoogleraar politieke wetenschappen en hoogleraar economie, outen zich openlijk als separatisten, evenals Marc Coussement, ondervoorzitter van het Vlaamse Rode Kruis, en baron Hugo Vandamme, commandeur in de Leopoldsorde, die jarenlang aan het hoofd heeft gestaan van Barco en vandaag voorzitter is van de raad van bestuur van Roularta Media Group. Verrassend misschien, maar in het manifest geen spoor van types als Freddy Van Gaever, bekend zakenman, Vlaams-nationalist en lid van het Vlaams Belang. Blijkbaar heeft de denkgroep willen voorkomen dat tegenstanders het manifest al te gemakkelijk als een spin-off van het Vlaams Belang zouden kunnen desa- voueren.

De toon van de tekst lijkt bewust zakelijk gehouden.

REMI VERMEIREN: We wilden een aantal sociaal-economische gegevens over Vlaanderen, Brussel en Wallonië op een rijtje zetten, maar zonder al te zeer de andere landgenoten met de vinger na te wijzen.

De cijfers zijn al veelzeggend genoeg?

VERMEIREN: Eigenlijk wel. De verschillen zijn zo reusachtig geworden dat één sociaal-economisch beleid, want het federale niveau is toch nog altijd heel belangrijk, niet meer te verantwoorden is.

Vergelijk het met een bedrijf waar de CEO te veel hooi op zijn vork neemt. Dan zeggen we dat zijn span of control te groot is. In België is de span of politics te groot.

Waarom gelooft u niet (meer) in een geleidelijk proces van bevoegdheidsoverdracht naar de deelstaten?

VERMEIREN: Die weg bewandelen we al 35 jaar, maar de staatshervorming is nog altijd niet beëindigd, verre van zelfs, en voor elke stap vooruit moet Vlaanderen een hoge prijs betalen. Bovendien hebben de opeenvolgende communautaire rondes geleid tot een volstrekt chaotische bevoegdheidsverdeling en een inefficiënt staatsapparaat.

Voeg daarbij de enorme economische uitdagingen waarmee Vlaanderen en Wallonië worden geconfronteerd – de internationale concurrentie is bikkelhard. We kunnen ons het trage tempo van de hervormingen, de slecht werkende instellingen en de hoge kosten verbonden aan België vandaag niet meer permitteren. En we koesteren de hoop, u zegt misschien de illusie, dat Vlaanderen en Wallonië als onafhankelijke staten op die domeinen beter zullen presteren.

In een zelfstandig Wallonië zou een marshallplan meer kans op slagen hebben, want de druk om er iets van te maken zou groter zijn. Een splitsing zou ook een einde maken aan het democratisch deficit van België, waarbij Waalse kiezers Vlaamse politici niet kunnen wegstemmen en omgekeerd, en de Vlaamse meerderheid wel erg beknot wordt.

Kortom, veel argumenten pleiten voor zelfstandigheid. Critici werpen op dat onderhandelingen over onafhankelijkheid veel tijd in beslag zullen nemen. Maar over de essentie, dat heb ik in Tsjechië en Slowakije gezien, kun je het vrij snel eens raken. De rest kan in een later stadium worden geregeld. Vijf jaar na de splitsing waren er nog altijd een paar hangende zaken tussen de centrale banken en regeringen van Tsjechië en Slowakije. Maar áls een akkoord bereikt wordt, dan is het ook definitief.

Nog een argument voor onafhankelijkheid zijn de geldstromen, de beruchte transfers, van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië. Die worden welvaartsbedreigend voor Vlaanderen, zegt u.

VERMEIREN: Die transfers vormen echt een handicap voor Vlaanderen. Je zou met recht en reden kunnen verdedigen dat ze van de ene dag op de andere moeten stoppen, omdat Vlaanderen die middelen zelf nodig heeft, bijvoorbeeld om de kosten van de vergrijzing te kunnen dragen. Maar van de andere kant: geen enkele maatschappij is niet tot op zekere hoogte solidair met anderen. Daarom stellen wij voor die transfers langzaam, over een periode van tien jaar, te laten uitdoven.

Maar desondanks zou dat de levensstandaard in Wallonië sterk doen dalen.

VERMEIREN: Wallonië zal inderdaad serieuze inspanningen moeten leveren. Maar ooit moet het er tóch van komen. Anders zal Wallonië van Vlaanderen afhankelijk blijven – toch geen aangename situatie – want die transfers kunnen hooguit een soort inkomensherverdeling bewerkstellingen, maar geen economisch herstel. Bovendien riskeer je op den duur Vlaanderen méé naar beneden te trekken, en dan zullen de transfers evengoed uitdoven, gewoon omdat Vlaanderen er het geld niet meer voor heeft.

Wij verwijzen in ons manifest naar Ierland en Slowakije. Nu weet ik ook wel: je kunt een bepaald economisch recept niet zomaar om het even waar toepassen. Maar die landen leveren wel het bewijs dat je met de juiste maatregelen in korte tijd een krachtige economische ommekeer kunt veroorzaken.

De exacte hoogte van de transfers is niet bekend. U spreekt over ruim tien miljard euro in 2003, wat een stuk meer is dan andere bedragen die vaak genoemd worden.

VERMEIREN: Dat komt omdat wij ook de rentebetalingen op de staatsschuld in rekening brengen. Vaak worden die buiten beschouwing gelaten, terwijl ze toch een substantieel bedrag vertegenwoordigen (zie grafiek, nvdr). Wat betreft de andere transfers, via de sociale zekerheid, via de financiering van de gewesten en via de federale begroting, daarvoor hebben we gewoon de cijfers van de Vlaamse administratie overgenomen. Er is trouwens een constante in de discussie over de transfers. Telkens als er nieuw cijfermateriaal wordt vrijgegeven, moet de totale som van de transfers na herberekening naar boven worden gecorrigeerd.

Maar voor mij is het precieze bedrag irrelevant. Of het nu gaat om tien, acht of elf miljard, dat maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Grond van de zaak is dat die transfers contraproductief zijn, compleet ondoorzichtig, en voor Vlaanderen te zwaar wegen. Solidariteit is een hoog goed, maar dit gaat echt te ver. Het stelt Wallonië in staat 20 procent werkloosheid te tolereren, én nog eens 10 procent verdoken werkloosheid door overtollige tewerkstelling bij de overheid. Bovendien springt Wallonië niet altijd oordeelkundig om met de overgedragen middelen.

Men kan uw manifest ook lezen als een pleidooi voor een liberaler economisch beleid. Aangezien dat in België onmogelijk blijkt, moet het maar in een onafhankelijk Vlaanderen.

VERMEIREN: Wij geloven dat Vlaanderen zijn economische huishouden zelf met meer succes zal beheren, omdat het beleid beter bij de eigen behoeften zal aansluiten. En we pleiten ervoor om de belastingdruk en de lasten op arbeid te doen dalen. Zo bekeken zijn de opstellers van het manifest inderdaad gewonnen voor een meer neoliberaal economisch klimaat.

Het eeuwige probleem Brussel: ook u ligt ermee in de knoop. In uw voorstel is Brussel nog altijd de hoofdstad van Vlaanderen, hoewel het niet bij Vlaanderen wordt ingelijfd en de mogelijkheid van een Europees district behouden blijft. Nogal vaag, niet?

VERMEIREN: Brussel is voor de Vlamingen een moeilijke kwestie. Ik ben de eerste om toe te geven dat ons hoofdstuk over Brussel niet af is. Maar we proberen er in elk geval rekening mee te houden dat Brussel een eigen identiteit heeft, en laten het lokale bestuur nog een grote rol spelen. Aan de andere kant heeft Brussel de hulp van Vlaanderen nodig, al was het maar om zijn internationale rol te vervullen. Met zijn ingewikkelde structuur heeft Brussel daar vandaag tijd noch middelen voor. En dus verwijzen we naar Washington DC, een stad die bestuurd wordt door een 13-koppige raad en één burgemeester, en niet door 89 parlementsleden, 19 burgemeesters en 19 schepencolleges.

Maar waarom laat u Brussel niet gewoon schieten? Dat zou uw splitsingsscenario al een tikkeltje realistischer maken.

VERMEIREN: De relatie tussen Vlaanderen en Brussel is vandaag slecht, maar wij hopen dat de verstandhouding met een onafhankelijk Vlaanderen op een andere leest geschoeid zal zijn. Anderen zeggen: laat Brussel toch vallen, het is een Franstalige, multiculturele stad, Vlamingen zijn er niet welkom. Misschien is dat zo, maar dat ligt moeilijk in de denkgroep. Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen en dat laten we niet zomaar los.

Ander probleem: u vindt nooit een meerderheid voor uw onafhankelijkheidsplannen. Niet bij de bevolking, en niet bij de politieke partijen.

VERMEIREN: Als een zelfstandig Vlaanderen politiek haalbaar was, dan was dit manifest ook niet nodig. Onze denkgroep wil apolitiek zijn en probeert het idee van een onafhankelijk Vlaanderen – een idee dat tenminste de verdienste van de duidelijkheid heeft, al kun je over Brussel van mening verschillen – op een zakelijke manier te benaderen. We willen met andere woorden de onafhankelijkheidsgedachte bespreekbaar maken, ze weghalen uit de negatief geladen sfeer die doorgaans rond de term separatisme hangt.

Op politiek niveau wordt de discussie over Vlaamse onafhankelijkheid gedomineerd door één partij, het Vlaams Belang. U lijkt zich daar in het manifest ver van te willen houden, met name als u in uw ‘missie voor Vlaanderen’ de aanwezigheid van andere culturen uitdrukkelijk een verrijking noemt.

VERMEIREN: Toch is dat niet zo bewust gedaan. De denkgroep bestaat voor een stuk uit zakenmensen, de nuchtere toon van het manifest heeft in eerste instantie daarmee te maken. We wilden agressieve taal achterwege laten, maar we hebben niet alles in het werk gesteld om toch maar níét geassocieerd te worden met de politieke partij waar u naar verwijst. Helemaal niet.

Kwatongen plaatsen u soms ook in de hoek van het Vlaams Belang.

VERMEIREN: Ze doen maar. Maar als je ervan overtuigd bent dat onafhankelijkheid voor de beide deelstaten een goede zaak is, dan zou het toch van gebrek aan moed getuigen om daar niet openlijk voor uit te komen, uit vrees op één hoop gegooid te worden met een politieke partij waarrond, terecht of ten onrechte, een cordon sanitaire ligt. Ik vind dat jammer, want zo geef je het Vlaams Belang helemaal vrij spel.

Ik hoop in elk geval dat de lijst van ondertekenaars voldoende garanties biedt om het manifest niet meteen als een met het Vlaams Belang gelieerde tekst te diskwalificeren.

De scheiding van het land is een radicale oplossing, maar in zekere zin ook onafwendbaar, suggereert u op het eind van het manifest. En u besluit met het ge- vleugelde woord van Margaret Thatcher: If it’s inevitable, bring it forward.’

VERMEIREN: Met almaar meer Europese bevoegdheden enerzijds, en steeds meer regionale bevoegdheden anderzijds, blijft er op het eind van België niet zo heel veel meer over. En dus zeggen wij: als het dan toch onvermijdelijk die kant opgaat, in godsnaam, laten we het dan maar meteen doorvoeren. Ook vanwege de toenemende economische verschillen tussen de twee landsgedeelten.

Wat houdt België nog bijeen?

VERMEIREN: Voornamelijk sentimentele argumenten. De meerderheid van de Vlamingen is niet voor onafhankelijkheid gewonnen, maar dat heeft ongetwijfeld met angst voor het onbekende te maken.

Dan is er natuurlijk nog het Belgische establishment, er zijn de financiële voordelen van de Belgische staatsstructuur voor Wallonië, en er zijn bepaalde middenveldorganisaties zoals de vakbonden. Solidariteit is hun core business, en dus willen zij van een eventuele splitsing van de sociale zekerheid niet weten. Maar zijn de vakbonden wel eerlijk tegenover hun leden, en zijn ze wel zo zeker dat ze de lasten van Walloniës problemen op de juiste schouders leggen? Via de sociale zekerheid weegt dat namelijk heel zwaar op de Vlaamse werknemers. En je kunt je toch ook afvragen hoe sociaal een beleid is dat 20 procent werklozen aanvaardt.

Hoeveel steun krijgt zo’n onafhankelijk Vlaanderen in de zakenwereld?

VERMEIREN: Ik kan daar moeilijk in algemene termen iets over zeggen. Een verrassend aantal mensen blijkt voor te zijn, al zijn er natuurlijk ook voor wie dit te ver gaat. En dan is er een grote groep die zich op de vlakte houdt. Ze voelen er wel wat voor, maar vrezen dat hun imago en hun zaak eronder zouden lijden.

Door Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content