Sinds jaar en dag komt Daniel Alliet op voor mensen zonder papieren. Alliet is priester van de Begijnhofkerk in Brussel, waar deze zomer 161 asielzoekers bijna twee maanden lang in hongerstaking waren. Hun eis tot regularisatie werd niet ingewilligd, maar ze kregen wel een tijdelijke verblijfsvergunning en arbeidskaart. ‘Het is een strijd om recht, en niets anders.’

In moeilijke tijden treden bijzondere figuren voor het voetlicht. Daniel Alliet is zo iemand. De hongerstakingen, de kerk- en kraanbezettingen van de laatste maanden – Alliet was er altijd bij. Hij sprak de actievoerders moed in, hij onderhandelde met de overheid, en als de nood echt hoog was, kroop hij zelf in een kraan om de actievoerders naar beneden te praten.

In een ver verleden doceerde Alliet theologie en filosofie aan het Grootseminarie in Brugge en werkte hij aan een doctoraat over de procestheologie . Later was hij negen jaar directeur van Caritas. Het was hem allemaal te weinig concreet. Hij besloot zijn hart te volgen en trok naar Molenbeek om aan de basis te gaan werken. ‘Ik had gedacht in de vierde wereld te belanden, maar als ik vandaag om mij heen kijk, waan ik mij eerder in de derde wereld’, zegt hij met een glimlach.

Alliet woont in het hartje van Molenbeek. Hij deelt er een huis met zeven andere mensen. Vier hebben er papieren, vier niet. Zelf betrekt hij één bescheiden kamer op de tweede verdieping. Het is de kamer van een man alleen. Een klein bureau, een computer, prullaria die naar alle mogelijke landen van de wereld verwijzen, en overal waar je kijkt boeken. Een aantal over religie en mystiek, maar evenveel over politiek en migratie. Op het kleine tafeltje tussen ons in ligt In Europa van Geert Mak en Bevrijd de slaven van Adam Hochschild .

‘De verslagenheid bij de mensen zonder papieren is groot’, zegt hij als ik hem vraag naar de reacties op het uitblijven van het akkoord over asiel en migratie (zie kader). ‘Tot veertien oktober was er nog een strohalm om ons aan vast te houden. Premier Yves Leterme (CD&V) had de zaak naar zich toegetrokken en geëist dat er een akkoord zou komen. Maar weer niets. Of het nu nog gaat lukken, betwijfel ik. Al wordt er nog gepraat. Maar het is meer en meer een politiek spelletje geworden.’

Denkt u dat minister van Migratie- en Asielbeleid Annemie Turtelboom (Open VLD) wel een akkoord wil?

ALLIET: Ze beweert zelf van wel. Maar ik denk dat ze gedwongen wordt door haar partij om spelletjes te spelen. Ze mag alleen een akkoord afsluiten als het resultaat echt streng genoeg is. De vakbonden zeggen dat wat nu op tafel ligt, niet goed is. En iets slechts kunnen we absoluut niet aanvaarden.

Hoe komt het dat het zo moeilijk ligt?

ALLIET: Voor de meeste partijen ligt het niet moeilijk. En het regeerakkoord was goed. Mensen van wie de procedure te lang geduurd had, en mensen die genoeg ‘lokale verankering’ hebben, zouden geregulariseerd worden. Alleen eist Turtelboom nu opnieuw dat er een spoor van legaal verblijf is. Dus dat het alleen om mensen gaat die al in de procedure hebben gezeten. Maar daar was in het regeerakkoord geen sprake van.

U bent met het Forum Asiel en Migraties (FAM) langs een aantal kabinetten geweest. Hebt u ooit met minister Turtelboom zelf gepraat?

ALLIET: In augustus kreeg ik van Turtelbooms woordvoerder Rolf Falter te horen dat de minister niemand wilde zien. Geen actievoerders, en ook geen mensen die voor hen kwamen pleiten. De pers mocht niet de indruk krijgen dat er onderhandeld werd met hongerstakers. Freddy Roosemont, de directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken, wilde wel een stapje verder gaan. Maar keer op keer werd hij door Turtelboom teruggefloten.

De euforie na de actie in de Begijnhofkerk was nochtans enorm. Had u dat resultaat verwacht?

ALLIET: Daar had niemand van durven dromen. Drie of zes maanden had ik gehoopt. En plots krijgen we te horen dat alle actievoerders een arbeidsvergunning voor 9 maanden krijgen. Ik denk dat een paar elementen voor ons gespeeld hebben. De hongerstaking in Vorst was net gestopt. De actie in de Begijnhofkerk was de laatste. 56 dagen had de hongerstaking al geduurd. Ik denk vooral dat ze geen doden wilden. En die kans was reëel. Tien dagen later zou het kernkabinet samenkomen om een akkoord te maken rond de rondzendbrief van Turtelboom. Al die factoren hebben haar beslissing beïnvloed.

Vindt u hongerstakingen een legitiem pressiemiddel?

ALLIET: Ik zou het ook liever zonder hongerstakingen en kerkbezettingen opgelost zien, maar we moeten goed begrijpen waar dat soort acties vandaan komen. Hongerstakingen zijn ontstaan in Engeland op het einde van de negentiende eeuw, toen de vrouwen geen stemrecht kregen. Het was het middel van de armen, het wapen van de stemlozen, en het heeft de democratie vooruitgeholpen. Zo’n hongerstaking is een strijd om recht, en niets anders.

U drukte er tijdens de hongerstaking vaak op dat het om een actie van arbeiders ging. Waarom?

ALLIET: Die mensen komen naar hier om te wérken. Niet voor onze sociale zekerheid. De wereld is zo geworden dat we ons niet meer zelf in stand kunnen houden. Onze economie kan niet meer zonder die mensen. Dus eigenlijk zijn wij en niet zij de profiteurs. Dat is de schijnheiligheid van de liberalen.

U haalt graag uit naar de liberalen.

ALLIET: Ik stel alleen vast dat de liberalen een akkoord in de weg staan op dit moment. Als men het heeft over de economische migratie van hoger opgeleiden, dan moet men het ook over deze arbeiders hebben. Gisteren hoorde ik nog het verhaal van een boer die tien illegalen in dienst heeft ergens in West-Vlaanderen. Hij had zijn arbeiders drie euro loon per uur beloofd. Na twee weken beslist hij eenzijdig dat hij maar twee euro betaalt. Twee euro per uur! En als ze ziek worden, neemt hij er gewoon andere. Is dat geen moderne versie van slavernij?

Hoe wordt een priester plots een activist die soep bedeelt?

ALLIET: Dat is mijn temperament. Ik heb dat gekregen van mijn moeder. Ik kom uit een gezin met negen kinderen. Mijn moeder was op haar drieëndertigste al weduwe. Wij hadden één fiets voor ons tienen. En we hadden een klein boerderijtje, en niet veel meer dan het bestaansminimum. Als kind hoorde ik mijn moeder vaak zeggen: ‘Je moet doen voor de anderen wat je kunt, want er zijn er die het moeilijker hebben dan wij.’ En op de een of andere manier zijn wij allemaal in de solidariteit terechtgekomen.

En het is omwille van die solidariteit dat ik priester ben geworden. In 1960 hadden we 30 keer meer dan het Zuiden, in 1990 60 keer meer, in 2000 86 keer meer, en de prognose is dat we in 2010 120 keer meer zullen hebben. Vanmorgen ben ik nog gaan spreken voor een aantal jongeren. Met zulke domme schema’s probeer ik het de mensen uit te leggen: begrijpen jullie nu nog niet dat ze naar hier komen? En bovendien hebben we ze nodig. Over dertig jaar is West-Europa een bejaardentehuis als er geen migranten komen.

Onze economie heeft die mensen misschien nodig, maar is er ook genoeg draagvlak in de maatschappij?

ALLIET: Dat is een probleem, dat geef ik toe. Vlaanderen is zo vol van zichzelf dat het alleen maar denkt aan het beschermen van zijn welvaart. Ik voel mezelf vaak een economisch vluchteling hier in Molenbeek. Gevlucht uit Vlaanderen, dat meer en meer op zichzelf terugplooit.

En de Kerk? Heeft die genoeg gedaan?

ALLIET: De Kerk durft niet genoeg. Ze is te bang om voordelen te verliezen. Ik zal je een anekdote vertellen. Tien jaar terug was ik met een aantal mensen te gast bij kardinaal Danneels. Ik ben vier jaar collega van hem geweest in het seminarie. Dus we kennen elkaar wel een beetje. ‘Kijk Godfried,’ zei ik hem, ‘er zijn acht kamers vrij in de pastorie van Izegem. Laat daar mensen zonder papieren verblijven.’ Weet je wat hij zei? ‘Dat mogen we niet doen, want dan kunnen we onze subsidie verliezen.’ Ik haal het maar aan om de angst van de Kerk te schetsen. Maar Danneels heeft ook al heel duidelijke statements gemaakt. In dezelfde periode heeft hij een open brief geschreven waarin hij zei dat het misschien het recht was van politici om mensen uit te zetten, maar dat die mensen sowieso rechten hadden als ze hier waren. Twee uur later zei Louis Tobback (SP.A) op het journaal dat hij minister was. En dat de bisschop maar in zijn sacristie moest blijven.

Hoe heeft uw geloof een plaats in dat alles?

ALLIET: Het liefst van al lees ik boeken over mystiek. Ruusbroek, onze grootste Vlaamse mystieker, zei: ‘Als een mystiekerin vervoering is en hij ziet een arme voor zich, en hij aarzelt één seconde wat hij moet doen, dan is het valse mystiek.’ Maar als je je geloof in daden omzet, dan ben je echt verbonden met iets wat God kan betekenen, al is het voor mij ook niet altijd even duidelijk wat dat is. Geloven kan nooit een vlucht uit de wereld zijn. Vandaar ook mijn interesse voor de procestheologie. God is niet buiten de wereld. Hij is in de wereld. Ik zie veel mensen om mij heen die geloven. Ook bij humanisten.

Hoe bedoelt u?

ALLIET: Als je na alles wat de mens in de twintigste eeuw heeft aangericht nog in de mens kunt geloven, dan moet je wel een heel groot geloof hebben.

DOOR MICHAEL DE COCK/FOTO LIES WILLAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content