‘NIEMAND WIL WAT GUY VERHOFSTADT ZEGT’

'Ik geloof niet in de gelijkwaardigheid van alle culturen.' © HOLLANDSE HOOGTE / BART KOETSIER

Enkele weken nadat hij zijn liberale collega Guy Verhofstadt tackelde, noemt Frits Bolkestein de islamitische cultuur ‘inferieur aan de westerse’. De gewezen eurocommissaris trekt ook in zijn pas verschenen memoires de voet niet terug.

Frits Bolkestein (80) ontvangt ons in zijn werkkamer langs de Amstel. De ruimte staat vol boeken, vol herinneringen. ‘Ik heb er al veel gelezen, en ik moet er nog veel lezen. Maar ik heb nog alle tijd.’ Bolkestein heeft net zijn memoires uit: Cassandra tegen wil en dank. De naam verraadt een stevig zelfvertrouwen. ‘Ik heb fouten gemaakt, maar ik ben altijd consistent gebleven in mijn politieke denken en handelen. Cassandra, de dochter van de koning van Troje, deed voorspellingen die niemand geloofde maar die altijd uitkwamen. Dat heb ik ook een aantal keren gedaan. In september 1991 heb ik een geruchtmakend artikel over de multiculturele samenleving geschreven. Ik zei dat vreemdelingen die in Nederland wonen onze fundamentele waarden in acht moeten nemen. Dat is me toen zeer kwalijk genomen. Tien jaar later was iedereen het met me eens.’ Bolkestein was van 1982 tot 1986 staatssecretaris van Economische Zaken en van 1988 tot 1989 minister van Defensie voor de liberale VVD. Bij ons is hij vooral bekend van zijn periode als eurocommissaris, bevoegd voor de interne markt, van 1999 tot 2004.

Gelooft u vandaag al meer in een multiculturele samenleving?

Frits Bolkestein: Ik ben voorstander van pluraliteit van culturen. Elke cultuur kán iets bijdragen aan de Nederlandse samenleving, maar ze moeten wel allemaal onze essentiële normen en waarden aanvaarden, zoals de scheiding van Kerk en Staat en de gelijkheid van man en vrouw. Ik geloof niet in een multiculturele samenleving waarin minderheden vormend optreden ten opzichte van de dominante cultuur. Ik vind bijvoorbeeld dat moslimmeisjes die de puberteit bereiken naar school moeten, en niet thuisgehouden mogen worden door hun familie. Ik geloof ook niet in de gelijkwaardigheid van alle culturen. Sommige culturen zijn meer ontwikkeld dan andere. De islamitische cultuur is momenteel inferieur aan de westerse cultuur. Ik noem twee dingen: de afwezigheid van democratie, en de onderdrukking van de vrouw. Over India en China doe ik geen uitspraken. Daar weet ik te weinig van af.

U vindt niet dat u daarmee bevolkingsgroepen stigmatiseert?

Bolkestein: Daar laat ik me niet door afleiden. Ik geef de werkelijkheid weer zoals ik ze analyseer. Ik zie de mensen niet als minderwaardig, maar de cultuur. De mensen doen wat de cultuur hen gebiedt. (feller) U gaat me toch niet vertellen dat de positie van de vrouw in de islamitische cultuur dezelfde is als die in West-Europa? En die zogenaamde Arabische Lente heeft absoluut geen democratie gebracht.

Tot vijftig jaar geleden hadden vrouwen in de westerse samenleving ook geen gelijke rechten.

Bolkestein: Klopt, en ik zeg ook niet dat de westerse cultuur altijd superieur was. In de middeleeuwen waren grote kalifaten zoals Bagdad en Damascus meer ontwikkeld dan wij. Het Westen heeft trouwens in het begin van de vorige eeuw twee wereldoorlogen ontketend. Ook toen waren wij niet superieur. Maar het wereldbeeld verschuift.

Wat neemt u als norm om een bepaalde cultuur als superieur of inferieur te zien?

Bolkestein: De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Als je die als standaard neemt, dan kun je niet anders dan concluderen wat ik zeg.

Over naar de Europese politiek. Hoe ziet u de toekomst van de Europese Unie?

Bolkestein: Hebt u geen gemakkelijker vraag? (lacht) Ik maak een onderscheid tussen de Unie zelf en de muntunie. De interne markt, dát moet het pièce de résistance zijn van de Unie: het vrije verkeer van personen, geld, goederen en diensten. Nu doet de Europese Commissie te veel, en dat komt omdat ze te groot is. Al die commissarissen willen beroemd worden. En dat lukt door zo veel mogelijk initiatieven te nemen. Sommige zijn strijdig met het beginsel van subsidiariteit. Ik vind twaalf eurocommissarissen voldoende (nu zijn er 28, nvdr.). Die zullen het zo druk hebben dat ze geen tijd overhouden voor flauwekul.

U ziet de EU nog louter als een vrijhandelszone?

Bolkestein: Nee, toch niet. De vrije handel, en dus het weghalen van de economische grenzen, is heel belangrijk. Maar Europa moet daarnaast ook grensoverschrijdende problemen aanpakken, zoals het klimaat, de strijd tegen drugs en misdaad. Een gemeenschappelijk buitenlands beleid zou ook wenselijk zijn, maar dat is een illusie. Groot-Brittannië en Frankrijk zullen een opstand der dwergen nooit tolereren. Het is heel eenvoudig: als Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland het met elkaar eens zijn, dan ontstaat er een gemeenschappelijk buitenlands beleid. Anders niet. En dat is zelden het geval.

Wat moet er met de muntunie gebeuren?

Bolkestein: (denkt lang na) Het korte antwoord daarop is: niemand weet dat. De muntunie is mislukt: de one size fits all-aanpak werkt niet. Een politieke unie is absoluut noodzakelijk voor een muntunie. Maar die is er niet gekomen, en die zal er nooit komen. Er is geen Europees volk, geen Europese openbare mening, geen Europees rechtsstelsel, geen Europese taal. De basisvoorwaarden voor een Europese federatie bestaan niet, en zullen nooit bestaan.

Allemaal terug naar de eigen munt dan?

Bolkestein: Nee, dat is het andere uiterste. Dat is voor mij ook geen optie. Ik pleit voor een parallelle munt. De euro kan blijven bestaan, maar de triple A-landen (landen met de hoogste kredietwaardigheid, voornamelijk in Noord-Europa, nvdr.), hopelijk dan weer met Nederland erbij, ontwikkelen een parallelle munt voor zichzelf. In de praktijk zou dat neerkomen op een vergrote Duitsemarkzone. Nederland had vroeger ook een vaststaand beleid ten opzichte van de Duitse mark.

Als u dat niet koppelt aan een politieke unie, dan zullen dezelfde problemen opduiken als nu met de euro. Toch?

Bolkestein: Dat is mogelijk. (zwijgt even) Ik weet dat het zeer moeilijk is, maar we kunnen op deze manier echt niet doorgaan.

Guy Verhofstadt, fractieleider van onder meer uw partij in het Europees Parlement, pleit voor een koppeling van een politieke unie aan de bestaande muntunie. ‘Hij blaft tegen de maan’, zegt u over hem. Waarom zo scherp?

Bolkestein: Ik begrijp hem niet. (zucht) Verhofstadt doet enerzijds waardevol werk voor bijvoorbeeld de interne markt. Maar waarom zet hij zich af van de natiestaten? Hij wil dat die verdwijnen, maar dat zal nooit gebeuren. Nooit! Zijn politieke unie zal er ook nooit komen. Het enige land dat nog geloof hecht aan zijn theorie, is België. Omdat uw landgenoten geloven dat een federaal Europa de oplossing zal zijn voor het probleem van de verschillende gemeenschappen in uw land. Kijk naar de landen rondom u: die willen geen Europese federatie. Niemand wil wat Verhofstadt zegt. En men moet niets achternalopen wat er toch nooit komt.

Eurocommissaris Neelie Kroes zegt wel dat uw partij, de VVD, Verhofstadts kandidatuur voor het voorzitterschap van de Europese Commissie steunt.

Bolkestein: Ik weet niet of dat zo zal zijn, hoor. Maar de mening van de VVD moet u aan de VVD vragen. Ik weet wel dat Verhofstadt nooit voorzitter van de Commissie zal worden. Andere landen zullen een veto tegen hem gebruiken.

Verhofstadt kan de mensen wel weer enthousiasmeren voor het Europese project. Pleit dat niet in zijn voordeel?

Bolkestein: Wat u enthousiasmeren noemt, noem ik romantiseren. Ik ben tegen de romantiek in de politiek. Ik ben namelijk een Amsterdamse koopman. Verhofstadt zal mij niet warm krijgen. Zijn uitspraken hebben trouwens schadelijke effecten, en dat is zo vervelend: de Britten stellen nu een referendum in het vooruitzicht over hun lidmaatschap aan de Europese Unie. Hoe meer de Engelsen mensen zoals Verhofstadt horen spreken over een Europese federatie, hoe meer ze de schrik in de benen krijgen, en hoe meer ze een stem tegen de Unie overwegen. Het zou een slechte zaak zijn mochten de Britten de Unie verlaten. We hebben ze nodig als bolwerk tegen het protectionisme van bijvoorbeeld Frankrijk. Nederland heeft in de jaren zeventig inspanningen geleverd om hen erbij te krijgen, en we willen hen nu niet kwijt.

Hebt u het meer voor de aanpak van Raadsvoorzitter Herman Van Rompuy?

Bolkestein: Nee. Die man is misschien wel een bekwaam politicus, én een filosoof, maar hij is ook een eurofederalist. Ik ben het niet eens met zijn ideeën. Hij wil dat de nationale begrotingen vanuit Brussel worden gestuurd. Terwijl in onze grondwet staat dat de Staten-Generaal (de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer, nvdr.) het budgetrecht heeft. Hij wil een bankenunie die veel verder gaat dan wat ik wenselijk acht. Hij wil ook euro-obligaties – dat is een fatale gedachte. De landen met een groot tekort zullen niet meer de nood voelen om verder te herstructureren. Verhofstadt gaat trouwens in zijn gedachten te veel mee met Van Rompuy. Nee, zij hebben het bij het verkeerde eind.

In uw memoires bent u streng voor de vorige en de huidige Commissievoorzitter, Romano Prodi en José Manuel Barroso. Wie zou volgens u wel een ideale voorzitter zijn?

Bolkestein: Ik laat me niet verleiden tot het noemen van een naam. Het probleem is wel duidelijk: de grote lidstaten willen het liefst een zwakke voorzitter en een zwakke Commissie, die doen wat zij willen. En dat hebben ze de laatste jaren gekregen.

U staat kritisch tegenover de Europese Unie. Waarin verschilt uw visie nog van andere eurosceptici zoals Geert Wilders of het Vlaams Belang?

Bolkestein: Oh, maar ik ben geen euroscepticus, integendeel. Ik noem mezelf een eurofiel, maar wel een realistische eurofiel. Wilders wil geen Europese Unie, ik wel. Ik hou van de Unie. Ik ben niet tegen Europa. Dat zou belachelijk zijn.

Waarom hebben de eurosceptici in zo veel landen de wind in de zeilen?

Bolkestein: Wel, economisch gaat het slecht, en de nationale politici wijten dat, ten onrechte, aan Brussel. Dat het slecht gaat, ligt hoofdzakelijk aan de lidstaten zelf. De huizenmarkt in Nederland is totaal dolgedraaid, en dat heeft een voorgeschiedenis van dertig jaar. Daarom zijn we onze triple A-status kwijtgespeeld. Kijk naar Italië: Silvio Berlusconi heeft er in al die jaren helemaal niets tot stand gebracht. Dat ligt niet aan Europa.

U typeert uzelf als een Amsterdamse koopman. Wat bedoelt u daarmee?

Bolkestein: In de zeventiende eeuw was Amsterdam een belangrijke handelsmetropool. Men had hier het verschijnsel mercator sapiens, een Latijns begrip voor wijze koopman. Dat waren kunstenaars, intellectuelen en dichters die bijeenkwamen in het Muiderslot. Ik ben een nuchter persoon, met oog voor cultuur, en ik ben een vrijhandelaar. Vandaar het begrip Amsterdamse koopman, dat verankerd zit in de geschiedenis van deze stad. Weet u, in de Nederlandse politiek moet iedereen zichzelf kunnen typeren. Toen ik minister van Defensie was, vroeg men mij of ik een havik of een duif ben. Ik zei dat ik een eend ben, want die kan lopen, zwemmen én vliegen. (glimlacht)

Critici noemen u in de eerste plaats een beroepsprovocateur.

Bolkestein: Nee, hoor. Ik provoceer niet. Ik zeg alleen maar wat ik denk en zie. Als iemand dat opvat als provoceren, dan moet die dat zelf weten.

‘Frits, don’t grow old, it’s horrible’, zei uw Indiase vriend Minoo, zo staat in uw memoires. U bent er nu 80. Gaat u akkoord met hem?

Bolkestein: Ouder worden heeft nadelen, maar ook voordelen. Zo hoef ik niet meer deel te nemen aan die vervelende verkiezingen. Ik ben nu bezig aan een nieuw boek, en dat heet Mijn eerste tachtig jaren. Is dat duidelijk genoeg?

DOOR PAUL COBBAERT IN AMSTERDAM

‘De Europese Commissie doet te veel, en dat komt omdat ze te groot is. Al die commissarissen willen beroemd worden.’

‘U gaat me toch niet vertellen dat de positie van de vrouw in de islamitische cultuur dezelfde is als die in West-Europa?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content